Zoeken
 


Nieuwe opvattingen over de Grote Piramide

Laatste wijziging: maandag 5 januari 2009 om 18:02, 4623 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
maandag 5 januari 2009

 

undefined

Dat de piramide van Cheops eigenlijk niet aan Cheops toebehoorde staat vast. Het moge ook duidelijk zijn dat de 3 grote piramides op het Gizehplateau geen graftombes waren van overleden farao's, want in geen van allen werd ooit een tombe gevonden. En dat terwijl vele kamers nog verzegeld of gesloten waren en pas in onze generatie voor de buitenwereld opnieuw te bereiken waren.

De piramides werden ook niet gebouwd door slaven zoals door sommigen nog steeds wordt beweerd. Althans, er kan met zekerheid gezegd worden dat niet alle piramides door slaven werden gebouwd. Dat wezen de recente opgravingen in Egypte uit. Maar als veel van de 'algemene' oud-Egyptische kennis omver valt, wat blijft dan nog overeind?

 

undefinedEnkele kenmerken van de piramide:

Wat meteen opvalt aan de grote piramide is dat de top ontbreekt. Hoewel sommigen vermoeden dat het gebouw simpelweg niet afgewerkt is, lijkt het eerder alsof de top eraf is gehaald. Op de vermiste top van de piramide zou -wat men noemt- de Benben steen hebben gestaan. Een steen met mystiek allure. Er zijn wel meerdere 'onverklaarbare' beschadigingen aan de piramide te bespeuren.

In de good ol'days waren de piramides bedekt met een laag witte gladde kalksteen die de zon reflecteerde. Het moet een prachtig schouwspel zijn geweest om de mastodonten te zien schitteren.

De trappen/lagen van de piramide waren niet zichtbaar, maar ze fungeerden wel uitstekend als dragers van de kalkstenen blokken. De stralende piramides doorstonden de tand des tijds totdat de inwoners van de streek de kalksteen gingen gebruiken voor hun eigen woningen. Rondom de piramide zijn nog steeds enkele stukken van de mantelkap te bezichtigen, maar het overgrote deel ervan is opgegaan in de tijd.

Waarom de piramide van Cheops?

Algemeen wordt aangenomen dat de grote piramide aan de farao Cheops (Khufu) toebehoorde. In 1980 is bewezen dat dit niet het geval was. Net zoals veel van de kennis die we weten van het oude Egypte hebben we dit van de griek Herodotus.

De historicus Herodotus had het voorrecht om met een Egyptische gids/priester te praten en informatie los te krijgen. Dat veel van deze informatie klopt, is zeker. Maar er zijn reeds enkele bewijzen die vertellen dat Herodotus zich soms iets op de mouw heeft laten spelden. Waarom zou dat gebeurd zijn? Volgens de Egyptische overlevering zijn de piramides heel oud, ouder dan de eerste dynastie. Voor hen zijn ze er altijd al geweest, net als de eerste versie van de Sfinx.

Er zijn, met uitzondering van de Sumerische, weinig geschriften die iets vertellen over de grote piramide. De Egyptische gids die Herodotus bereid had gevonden om -anders niet zo gauw vrijgegeven kennis- te delen met hem wist waarschijnlijk simpelweg niet alle antwoorden op Herodotus' vragen. Aannemelijk als je weet dat Herodotus Egypte bezocht in 500 voor Christus, meer dan 2.000 jaar na de regeringsperiode van Cheops, Chephren en Mycerinos.

Er zijn geen Egyptische, noch andere geschriften die erop duiden dat de piramide daadwerkelijk tot de genoemde farao's behoorde. Sterker nog, de inrichting van de piramides is niet geschikt als tombe. Oud-Egyptenaren staan befaamd omwille van hun prachtige hieroglyfen die altijd de eigenaar of het doel van een locatie vertellen. In de grote piramide zijn nergens hieroglyfen te vinden met uitzondering van 1 stuk gekrabbel...

In 1837 deed Howard Vyse, een kolonel, een reeks opgravingen in en nabij de piramide. Vyse gebruikte vaak harde middelen en schuwde het niet om de monumenten te beschadigen om tot nieuwe ontdekkingen te komen. Helaas, na enkele vruchteloze seizoenen was het budget van Vyse op. Omdat zijn archeologie helemaal geen nieuwe vondsten opleverde, zag men er weinig in om nog een volgend seizoen te bekostigen. Op het allerlaatste moment vond Vyse enkele kamers boven de koningskamers. Het bestaan van deze kamers was reeds bekend en er waren kruipgangen zichtbaar van de koningskamer naar de kamers. De kruipgangen waren echter te smal om een persoon door te laten. Vyse verbreedde deze doorgangen en merkte in de 4 nieuw ontdekte smalle ruimtes boven de koningskamer toch enkele tekens op. Er stond o.a. geschreven:

"De werkploeg, hoe sterk is de witte kroon van Chnoem-Choefoe - Choefoe - Chnoem Choefoe - Het jaar zeventien"

Wat Vyse niet wist is dat er ook een 5e kamer was. En er wordt aangenomen dat, indien Vyse deze kamer ook had ontdekt, er ook tekenen gevonden zouden zijn. Met andere woorden: Vyse zou de boel opgelicht hebben en de tekenen zelf hebben aangebracht om de gewenste subsidiering te bekomen.

Wat dat sterke vermoeden ondersteunt is het feit dat de inscripties foutief zijn gespeld. Zechariah Sitchin, een gerenomeerd vertaler van oudheidkundige teksten, noemt de inscripties in de grote piramide uitdrukkelijk vals. Enkele tekens van de inscriptie zijn ondersteboven geschreven, andere zijn onherkenbaar en vele woorden zijn foutief of grammaticaal fout gespeld. Fouten die de Egyptenaren nooit kunnen gemaakt hebben en nooit eerder, noch later, gemaakt hadden. Vyse had dus een ontdekking nodig en heeft daar zelf voor gezorgd.

Chronologie van Oud Egypte

Indien de piramide van Cheops inderdaad aan farao Cheops toebehoorde dan zou de piramide van rond 2.500 voor Christus zijn.

Cheops regeerde 23 jaar, van 2.589 tot 2.566 voor Christus en in die regeringsperiode zou hij de piramide gebouwd hebben. Knap onmogelijk om een dergelijk gebouw neer te zetten als je weet dat de piramide verre van een massieve hoop stenen is. De interne infrastructuur en het schachtensysteem zijn zaken die de bouw alleen maar moeilijker konden maken.

De grote piramide in Egypte is de oudste. De eerste dynastische piramide was een trappiramide die ontworpen was door de Egyptische architect/priester/astroloog Imhotep voor de farao Djoser. Dit verhaal speelde zich af in de 3e dynastie. Deze piramide verschilt aanzienelijk qua grootte en ontwerp, maar past wel in geostellair plaatje. De piramides zijn niet lukraak gebouwd. Ze vertegenwoordigen een positie aan de sterrenhemel, waarbij de Nijl de melkweg voorstelt. Kort samengevat natuurlijk, de stellaire religie/kennis van de Egyptenaren is heel onderbouwd. Daarnaast ligt nog het feit dat ook de Maya's en de Inca's duidelijk hun gebouwen en leven hadden gefocused op het hogere stellaire. We kunnen dus spreken van een duidelijk patroon.

De piramide van Cheops (laat ik hem maar zo blijven noemen) is de meest perfecte piramide die Egypte heeft. Normaliter worden uitvindingen steeds beter naarmate ze verder ontwikkeld worden, maar voor de piramides scheen dat niet op te gaan.

Vanuit een aangenomen 0-kennis verschijnt er een piramide die wiskunde bevat waarvan je pet gaan rijzen. De omvang, perfectie en inhoudelijke structuur bewijzen dat dit niet het werk geweest kan zijn van de farao's en hun gevolg.

Net zoals de Sfinx, die zich ook op het Gizeh-plateau bevindt, dateren de piramides uit een periode lang voor de eerste pampers van farao Menes. (de eerste farao van de eerste dynastie)

Wat weet de wetenschap van Menes en de pre-dynastische periode? Het is bekend dat Menes Opper- en Neder- Egypte heeft verenigd of herenigd. Waarom? Geen verklaring, maar dat er (ideologie-)gevechten waren om het samenbrengen tot stand te brengen is zeker.

De dynastische chronologie zoals we die nu kennen is geen zeker feit. De Egyptologie is gebaseerd op schuimrubberen fundering. De bronnen van onze kennis zijn de koningslijsten van Manetho. Deze index werd samengesteld aan de hand van duizenden jaren oude oorkondes en zijn lang na de eerste dynastieen opgetekend. Accurraatheid is dus verre van een garantie.

Opmerkelijk is dat de lijsten van Manetho een pre-dynastische periode van 350 jaar chaos vermelden. Vóór die periode beschreef hij 30 halfgoden die 3.650 jaar hebben geregeerd en nog es daarvoor 2 dynastieen van goden die 13.870 jaar hebben geregeerd. Waarom weten we hier niets van? Alan F. Alford wist het in zijn boek 'Goden uit de Kosmos' mooi te beschrijven: "Deze waardevolle sleutel tot de geschiedenis van de mensheid wordt genegeerd, gewoon omdat de vermelding van goden de deskundigen niet in hun historische kraam te pas komt."

Voor ik een rekensom ga loslaten dien ik te zeggen dat het niet enkel Manetho was die een dergelijke vroege beschavingen beschreef. Ook Herodotus en Diodorus Siculus, een Romeins historicus, beschrijven koninkrijken die bestaan uit goden en godinnen en duizenden jaren voor de tijd van de farao's hun bestaan hebben gekent. Door de wetenschap wordt dit weggehoond. Gek eigenlijk, want aangezien Herodotus en Manetho voor de wetenschap vaak gebruikte bronnen zijn, lijkt het geloof in wat ze vertellen selectief te zijn. Vooral in het geval van Manetho en zijn chronologie is dat opmerkelijk. Het komt inderdaad neer op gebruiken wat in je straatje past. En met oogkleppen op zijn de straatjes nogal smal.

Om te weten hoever we terug gaan in de tijd zet ik de data even op een rijtje:

Beschaving Tijdspanne Tijd
Menes
3.050 voor Chr.
Onbekend/chaos 350 jaar 3.400 - 3.050 voor Chr
30 halfgod dynastieen 3.650 jaar 7.050 - 3.400 voor Chr
2 Goden dynastieen 13.870 jaar 20.920 - 7.050 voor Chr


Zou het stom zijn om de Sumeriers als invloed van de Egyptenaren te zien? Ik denk het niet, want de beide culturen hebben veel met elkaar gemeen. Van de Sumeriers is bekend dat ze reizigers waren, dus dat ze uberhaupt de kans hadden om in aanraking te komen met andere volkeren is groot.

Wat zegt de pre-dynastische beschaving?

De wetenschap laat ons hier behoorlijk in de steek. Volgens archeologen was de aarde toen bevolkt door domme oermensen die als nomaden door het land trokken. Overblijfselen op de planeet en geschriften van de oudste beschavingen zeggen het tegendeel.

De Sumeriers beschrijven de grote piramide als een functioneel geheel. Volgens hen was de god Marduk de eigenaar ervan. De piramide zelf was een Ekur. De Sumerische teksten beschrijven het verhaal van de plunderingen en beschadiging van de Ekur. Het resulteerde in de opsluiting van Marduk in de piramide. Marduk werd opgesloten door middel van de granieten sluitsteen die zich nog steeds in de piramide bevindt. Marduk zelf ontsnapte en leefde lang als banneling in Babylonie. Na zijn ballingschapsperiode keerde hij terug naar de zijn streek van herkomst.

Waarom zouden we geloven dat de Ekur de grote piramide is? In de Mythe is sprake van plunderingen. Omdat de beschrijving van de structuur (innerlijk en uiterlijk) hetzelfde is, kan dus makkelijk gekeken worden of er inderdaad sporen van plundering zijn.

In de piramide zijn vele nissen aanwezig. Boven de nissen zijn vertikale inkepingen gekruist met een andere inkeping die evenwijdig loopt aan de nisbank. De inkepingen wijzen erop dat in deze nissen ooit iets was bevestigd. Bijna alle inkepingen vertonen sporen van brute verwijdering. De Sumerische teksten melden ons dat deze beschadinging is van de godin Ninurta. De teksten zeggen ook dat in deze nissen stenen waren bevestigd. Iedere nis bevatte een andere steen. Het is mogelijk dat deze stenen kristallen waren, want algemeen bekend is dat kristallen een diversiteit aan eigenschappen bevatten en de Sumeriers beschrijven stenen die omhuld zijn met een gloed. De teksten van de Sumeriers beschrijven 22 stenen bij hun naam, maar dat er meer stenen waren is zeker. Helaas zijn vele tekenen door de tijd onleesbaar geworden. De stenen hebben (vertaalde) namen zoals 'Richtingsbepaler', 'steen van het lot'.

In de galerij nam Ninurta dus ten minste 22 stenen weg. Zo zijn onder andere in de grote gallerij van de piramide van Cheops 27 paar lege nissen.

De teksten beschrijven ook het weghalen van de UL van de Ekur. UL betekent 'zo hoog als de hemel'. Je kunt dus makkelijk de associatie leggen dat de topsteen van de piramide eraf werd gehaald, oftewel de Benben-steen. De gevonden teksten worden afgedaan als mythes en religieuze sprookjes. Eigenlijk kun je ze niet eens mythes noemen, want het algemeen geloof erin is vergelijkbaar met dat van Roodkapje. Misschien komt het door de drukte van het dagelijkse leven dat weinigen zich nog de oude vragen stellen. Denken we echt dat alle oude culturen zich alleen maar bezig hielden met oorlog voeren en uit hun neus vreten? Waarom leeft een volk rond een sterrencultus en waarom spreken ze van buitenaardse goden die met ons DNA hebben geprutst?

Tijdsbepaling van de grote piramide

Robert Bauval en Adrian Gilbert hebben geconstateerd dat de piramides op het gizehplateau samen met die in Sakkara een spiegelbeeld aan de sterrenhemel toonden. Doordat de sterrenhemel een constante baan maakt was het voor twee onderzoekers mogelijk om de exacte tijd van de afspiegeling te berekenen. Dit bracht hen op een datum van 10.450 voor Christus. Met andere woorden: toen stonden de piramides identiek aan hun hemelse tegenhangers.

Een knap staaltje opmerkingsvermogen om de sterrenreligie van de Egyptenaren te koppelen aan de door hun toegepaste geologie. Het bleek te kloppen. Sterker nog, hetzelfde geld voor onder andere de Maya en de Inca's.

Laten we de Sfinx erbij betrekken. Door middel van geologische aanwijzingen heeft men de Sfinx kunnen dateren tussen en 9.000 en 7.000 voor Christus. Dat het qua datering niet klopt met de Egyptische dynastieën verklaart waarom de Sfinx uniek is in positionering, omvang en stijl.

De waterschade die de Sfinx kenmerkt in ouderdom is niet terug te vinden op de piramides. Er zijn bewijzen van een zogenaamde allesvernietigende vloed die bijna 13.000 jaar geleden heeft plaatsgevonden. De piramides kunnen dus niet vóór 11.000 voor Christus zijn gebouwd en niet na 9.000 voor Christus. Dit bevestigt de theorie van Bauval en Gilbert. 10.450 voor Christus kan de bouwperiode geweest zijn.

10.450 voor Christus valt in de periode van de goddelijke dynastieën. Deze en en hun heersers worden uitvoerig beschreven in de Sumerische geschriften.



Bron: atlantis2012

Voeg toe aan: