Het lukt maar niet om het schrift van de oude Indus-beschaving te ontcijferen. Recent werd zelfs de vraag opgeworpen of het wel om een geschreven taal gaat. Onderzoekers uit Seattle en Mumbai bewijzen nu aan de hand van onder andere menselijke DNA-structuren en het Engels dat dit wel degelijk zo is.
Er was eens in een land hier ver, ver vandaan een onbekende beschaving die ruim 700 jaar lang welig tierde. Zo’n 4500 jaar geleden, toen in Egypte de farao’s heersten en de oude Grieken nog geschiedenis moesten gaan schrijven, bloeide er in de vallei van de rivier de Indus, op de grens van het huidige Pakistan en India, een ontwikkelde beschaving op.
Deze mensen bouwden grote steden, dreven driftig handel, gebruikten een decimaal meetsysteem en ze schreven dingen op. Maar hierbij stuiten archeologen op een probleem.Het lukt ze maar niet dit schrift te ontcijferen.
Hoewel er al zeker 1052 opgravingen van de Indus-cultuur gedaan zijn en er al veel tabletten met symbolen gevonden zijn zit de geschiedschrijving over deze mensen nog vol gaten. Het ontcijferen van het schrift zou een hoop duidelijkheid kunnen verschaffen. Onderzoekers uit Seattle en Mumbai denken nu een stapje dichterbij te zijn gekomen, zo schrijven zij in Science.
Losse symbolen
Omdat het maar niet lukt om de betekenis van de oude tekens te achterhalen, opperden een paar jaar geleden enkele wetenschappers de mogelijkheid dat het hier wel eens om onafhankelijke symbolen zou kunnen gaan en dat er dus ook helemaal geen taal te ontcijferen valt.
Computerwetenschapper Rajesh Rao en collega’s hebben nu, aan de hand van de volgorde van de tekens, onderzocht of het Indus-schrift een taal is of niet. Daarvoor hebben ze de opeenvolging van tekens op ruim vierhonderd opgegraven fragmenten vergeleken met symboolvolgordes in andere reeksen.
DNA en eiwit
Daarbij hebben ze niet alleen naar andere talen gekeken, maar ook naar de codestructuur van het menselijke DNA en bacterieel eiwit. Op deze manier konden ze vergelijken of de structuur van het Indus-schrift op die van een taal lijkt, daar te willekeurig voor is of juist een te vaste volgorde heeft.
Als toets van twee uiterste mogeljkheden gebruikten de onderzoekers een systeem waar de volgorde van symbolen vastligt (grensstenen uit Mesopotamië, waarbij een stricte hierarchie in afbeeldingen van goden te zien is) en een systeem dat in volgorde volledig willekeurig lijkt, het oud-Europese VinĨa-schrift, waarbij de volgorde van symbolen van geen belang lijkt te zijn.
De taalsystemen waarmee de onderzoekers het Indus-schrift vergelijken waren Sumerisch, Oud-Tamil, Sanskriet, de Engelse woordvolgorde, de Engelse lettervolgorde en de kunstmatige computerprogrammeertaal Fortran.
Oud-Tamil
Het DNA en eiwit hechten het meest aan een vaste volgorde, terwijl de computertaal het meest willekeurig is. De talen, inclusief het Indus-schrift, zitten hier allemaal tussenin. Hiermee tonen de onderzoekers aan dat de oude tekens uit India en Pakistan hoogstwaarschijnlijk een geschreven taal verwoorden.
Het Indus-schrift lijkt in zijn structuur nog het meest op Oud-Tamil. En dat biedt de onderzoekers een handvat. Het Oud-Tamil, dat vooral in het zuid-oosten van India gesproken werd, behoort tot de Dravidische talen. De taal die men in de oude Indus-beschaving sprak en schreef kan dus wel eens tot deze taalgroep met acht naamvallen behoren.
Hoewel het schrift voorlopig nog niet ontcijferd is, biedt deze uitkomst wel degelijk een handvat voor de volgende ontcijferpogingen. En als dat lukt, dan is het nog te hopen dat er wat interessants geschreven is.
Johan Schaeffer
Rajesh Rao e.a. “Entropic Evidence for Linguistic Structure in the Indus Script”, in: Science, 23 april 2009
Bron: noorderlicht
Voeg toe aan: