Recente waarnemingen die verricht zijn door de Cassini ruimtesonde hebben uitgewezen dat de meren op Titan veranderlijk zijn en aangevuld worden door regenbuien. De waarnemingen hebben namelijk een nieuw meer laten zien nabij de zuidpool van de Saturnusmaan, die op eerdere waarnemingen niet zichtbaar was. Boven het nieuwe meer hangt een enorm convectief wolkencomplex, hetgeen suggereert dat het meer ontstaan is als gevolg van krachtige regenbuien.

De hogeresolutiecamera’s van Cassini hebben Titan nu vrijwel geheel in kaart gebracht. Deze kaart is eergisteren vrijgegeven en bevat de eerste waarnemingen in nabij-infrarood van het noordelijke merendistrict van Titan. Deze waarnemingen hebben uitgewezen dat het noordelijk halfrond van Titan een grotere concentratie bevat van vloeibaar methaan dan het zuidelijk halfrond.

Aangezien het noordelijk halfrond richting de zomer beweegt, verwachten wetenschappers dat de convectieve wolkencomplexen zich naar het noorden gaan verplaatsen. Als gevolg hiervan zal het verschil in neerslag tussen het noordelijk- en zuidelijk halfrond nog meer gaan toenemen. Het is dan ook de verwachting dat de noordelijke meren in de komende jaren gaan groeien.

Sommige van de meren op Titan zijn groot. Eén ervan, Kraken Mare, is momenteel slechts voor een deel gevuld. Als dit meer in de komende jaren geheel gevuld zal raken, zal deze 400.000 vierkante kilometer meten – vijf keer groter dan het Bovenmeer van Noord-Amerika (de grootste van de Grote Meren). Een ander meer meet zelfs 510.000 vierkante kilometer en is hiermee groter dan de Kaspische Zee, het grootste meer op aarde.



Bron: Jet Propulsion Laboratory (NASA/Caltech)