Zoeken
 


De betekenis van buitenzintuiglijke (paranormale) ervaringen bij kinderen

Laatste wijziging: maandag 27 oktober 2014 om 10:07, 3153 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
maandag 27 oktober 2014

Door Carla Muijsert

Bij het onderwerp buitenzintuiglijke ervaringen is het altijd weer nodig om een keuze te maken uit de vele mogelijkheden die er zijn om dit onderwerp te benaderen. Dit artikel gaat over de betekenis van buitenzintuiglijke ervaringen voor het kind.
Ik heb voor dit onderwerp gekozen, omdat inzicht in de betekenis van buitenzintuiglijke ervaringen een aanzienlijke bijdrage levert in de verwerking van deze ervaringen en in de persoonlijke groei die een kind door kan maken. Een ervaring is immers veel eenvoudiger te verwerken wanneer deze een zinvolle betekenis krijgt.

Buitenzintuiglijke ervaringen vinden hun oorsprong in een uitwisseling van energie tussen de mens en zijn omgeving. Een mens geeft door middel van zijn gedachten en handelingen zelf vorm aan energie, maar trekt ook de energie aan die op enig moment bij hem of haar past. Dit is dan ook de reden dat mensen zulke verschillende ervaringen hebben.

De inhoud van een buitenzintuiglijke ervaring is met andere woorden geheel afhankelijk van de mens zelf. Buitenzintuiglijke ervaringen laten altijd een stukje van jezelf zien. Ze zijn als het ware een spiegel van je ziel. En zoals je kunt verwachten; de ene keer kijk je in de spiegel en zie je iets wat je leuk vindt en de volgende keer zie je iets wat je minder bevalt. Omdat buitenzintuiglijke ervaringen iets zeggen over de mens zelf, kunnen deze ervaringen heel goed gebruikt worden als ingang om aan problemen in het dagelijks leven te werken en om meer te weten te komen over de specifieke kwaliteiten van een kind.
Kinderen weten gevoelsmatig meestal heel goed dat ze hun buitenzintuiglijke ervaringen niet buiten zichzelf hoeven te plaatsen, maar hebben bij benoeming, acceptatie en integratie van hun ervaringen wel eens de hulp nodig van mensen uit hun directe omgeving.

Wanneer geef je begeleiding aan een kind met buitenzintuiglijke ervaringen?

Er zijn een aantal redenen die begeleiding nodig kunnen maken. Een aantal hiervan zijn:Een kind is angstig en verward en heeft onprettige buitenzintuiglijke ervaringen.
Deze kinderen zitten, om wat voor reden dan ook, niet lekker in hun vel en merken dit ook in hun buitenzintuiglijke ervaringen. Wanneer we deze kinderen helpen met het oplossen van problemen in hun dagelijks leven ontstaat er in het kind de rust en de ruimte voor andere, meer prettige, buitenzintuiglijke ervaringen.

Wanneer een kind een deel van zichzelf nog niet kan integreren en dit deel via buitenzintuiglijke ervaringen buiten zichzelf plaatst.
Bij specifieke kwaliteiten kan dit komen omdat ze het hiertoe aan middelen ontbreekt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan motorische vaardigheden en taalvaardigheden. Wanneer een kind heel veel wijsheid in zich heeft of een grote binding met de natuur heeft of heel creatief is, kan het hier veelal niet vanzelf vorm aan geven. Wanneer wij als ouders en verzorgers deze kinderen helpen met het vinden van de juiste middelen kunnen ze in het dagelijks leven veel beter uitdrukking geven aan wie ze zijn. Ook kan het gebeuren dat een kind bepaalde delen in zichzelf sterk afwijst (bijv. stout zijn) of dat het kind niet om kan gaan met de eisen die de omgeving stelt (bijv. de school). Ook hierin kunnen ouders en verzorgers een rol spelen. Denk dan alleen al aan het accepteren van de buitenzintuiglijke ervaring zelf.

Wanneer kinderen een stukje wegvluchten in een andere werkelijkheid.
Kinderen doen dit alleen om zichzelf te beschermen. De werkelijkheid is voor sommige kinderen keihard en ze kunnen zich heel eenzaam of onveilig voelen. Als je weet welk signaal een kind geeft en waar een kind voor weg-vlucht kun je iets doen.

brein De betekenis van buitenzintuiglijke (paranormale) ervaringen bij kinderen

informatie komt op veel verschillende manieren “binnen”

De ene keer vraagt een kind zelf om begeleiding de andere keer voelen ouders aan dat dit nodig is. Soms is een kind zo angstig en verward, dat het voor de ouders of verzorgers duidelijk is dat hulp noodzakelijk is. Wie vraag je om hulp? Welke soort hulpverlening vraag je: lichamelijke, emotionele, intellectuele, intuïtieve (waaronder buitenzintuiglijke ervaringen) of spirituele hulpverlening? Bij sommige, zeer bewuste en gevoelige, kinderen is het niet eens uitgesloten dat ze in heel veel niveaus tegelijk ondersteuning nodig hebben.

Gelukkig is het lang niet altijd nodig om kinderen met buitenzintuiglijke ervaringen te begeleiden. Er zijn veel kinderen die helemaal geen hulp nodig hebben. Zij hebben hun buitenzintuiglijke ervaringen goed in de hand en kunnen hier zelf, los van de inhoud van de ervaring (leuk of niet leuk), betekenis en zin aan geven. Maar wat vooral van belang is; zij kunnen er naar handelen. Ze geven zelf hun buitenzintuiglijke ervaringen handen en voeten. Ze zoeken, wanneer ze daartoe de ruimte krijgen, gevoelsmatig (of soms volkomen bewust) op eigen houtje de ervaringen die ze nodig hebben. Hiermee ontwikkelen ze vanzelf de vaardigheden die ze later in staat zullen stellen om zichzelf te uiten en uitdrukking te geven aan hun eigen unieke toegevoegde waarde.

Hoe zit het met de betekenis van buitenzintuiglijke ervaringen?

Je kan de betekenis van een buitenzintuiglijke ervaring alleen begrijpen, wanneer je rekening houdt met de belevingswereld van een kind. Voor ieder kind geldt dat sociale factoren, omgevingsfactoren, persoonlijkheidsfactoren en/of relationele factoren aan problemen ten grondslag kunnen liggen. Binnen deze factoren zijn dan weer verschillende oorzaken aan te geven. Voor ieder kind is de oorzaak specifiek en dientengevolge de oplossing ook. Omgekeerd, als we de buitenzintuiglijke ervaringen van kinderen begrijpen, begrijpen we het kind zelf ook beter. Mensen die zelf ervaringen hebben met buitenzintuiglijke ervaringen kunnen deze ervaringen dan ook gebruiken als uitgangspunt om iets te zeggen over de dagelijkse werkelijkheid van een kind.

Voorbeelden:

Cora (4) heeft regelmatig ervaringen die te maken hebben met een vorig leven. Ze heeft eerder in Amerika geleefd. Om precies te zijn, in de staat Arizona. Ze kan zich nog veel leuke dingen uit dit leven herinneren en heeft eigenlijk ook wel een beetje heimwee naar dit vorige leven. Ze heeft het namelijk niet zo makkelijk in haar huidige leven. Ze vindt school niet zo leuk en papa en mama maken vaak ruzie. Tegelijkertijd is zij zich er volledig van bewust dat in haar belevenis in feite twee levens, een vorig leven en haar huidige leven, door elkaar heen lopen. Hoewel ze dit begrijpt en benoemt, is het voor haar emotioneel moeilijk te verwerken. Ze voelt zich met name schuldig ten opzichte van haar moeder. Die is best heel lief voor haar. Door veel met haar moeder over dit onderwerp te praten en doordat ze veel erkenning en herkenning van haar moeder voor haar gevoelens krijgt, neemt ze langzaam maar zeker meer afstand van haar vorige leven. Ze gaat duidelijke parallellen tussen beide levens zien en kan de problemen in haar huidige leven benoemen en accepteren. Gaandeweg lukt het haar vorige leven integreren en los te laten.

Willeke (6)
Dit meisje had een sensomotorische achterstand. Hierdoor was zij niet in staat om alles te doen wat zij graag zou willen doen. Ze had bijvoorbeeld grote moeite met schrijven, zwemmen en fietsen. Dit maakte haar soms heel agressief. Ze vond haar eigen agressiviteit echter heel bedreigend en werd bang van zichzelf. In de avonduren kwam dit tot uiting in haar buitenzintuiglijke ervaringen. Zij zag allemaal wolven om haar heen die haar wilden verslinden. Willeke ging in begeleiding bij iemand die precies snapt wat ze bedoelt en ze krijgt al snel in de gaten dat ze die monsters altijd ziet als ze zichzelf niet lekker voelt of op de momenten dat ze heel boos is. Met de hulp van haar ouders, die er voortaan op letten dat ze zich uit en dat ze haar boosheid er voortaan uit heeft gegooid voor ze naar bed gaat, blijven de monsters weg. Wat ook helpt is, dat Willeke met haar boosheid leert omgaan en dat ze van zichzelf kan accepteren dat ze soms boos is. Daarnaast kreeg zij sensomotorische integratietherapie, waardoor haar achterstand werd ingelopen.

Koos (7) heeft regelmatig contact met een begeleider. Zijn begeleider is heel wijs en geeft hem advies en raad. De jongen voelt zichzelf hier heel goed en veilig bij. Zijn moeder voelt dat er iets meer aan de hand is en zoekt advies. Koos komt op school niet makkelijk mee. Achteraf blijkt vanwege zijn dyslexie. Om hem in contact te houden met zijn eigen kwaliteiten wordt hij zich bewust van zijn begeleider. Deze stelt hem in staat om, zij het op een andere manier, toch herkenning te vinden. Deze begeleider heeft dus een heel positieve functie in het leven van deze jongen. Hij liet hem niet alleen zichzelf zien maar verdrijft ook een stukje van de enorme eenzaamheid die dit kind voelt.
Koos blijkt overigens zelf goed in de gaten te hebben dat zijn begeleider veel op hem lijkt en hij begrijpt zelfs welke functies zijn begeleider heeft; hij kan er alleen niets mee doen. Begrijpen en benoemen is niet voldoende. Pas nadat er op school rekening met zijn dyslexie wordt gehouden en hij speciale begeleiding krijgt, lopen de contacten met zijn begeleider wat terug. Wanneer dit nodig is laat zijn begeleider zich nog zien, maar Koos weet dat hij hem feitelijk alleen maar dingen van zichzelf Pas nadat er op school rekening met zijn dyslexie wordt gehouden en hij speciale begeleiding krijgt, lopen de contacten met zijn begeleider wat terug. Wanneer dit nodig is laat zijn begeleider zich nog zien, maar Koos weet dat hij hem feitelijk alleen maar dingen van zichzelf laat zien. Dingen die in zijn dagelijks leven een plekje nodig hebben. Hierdoor is hij veel sterker geworden en kan hij steeds meer van zichzelf laten zien.

Kortom: wanneer we de buitenzintuiglijke ervaringen van kinderen willen begrijpen, is het nodig om hun belevingswereld te kennen. Kinderen hebben immers allerlei kwaliteiten en problemen die beide tot uitdrukking in hun buitenzintuiglijke ervaringen kunnen komen. Ook kun je de inhoud van de buitenzintuiglijke ervaringen als uitgangspunt nemen om meer te weten te komen over wat zich in de belevingswereld van kinderen afspeelt. Op het moment dat we de relatie tussen de dagelijkse werkelijkheid van kinderen en hun buiten en hun buitenzintuiglijke ervaringen zien, is het makkelijker om kinderen, waar nodig, te begeleiden of in vertrouwen los te laten.



Bron: nieuwetijdskind.com

Voeg toe aan: