Nu in China de gezinsinkomens, de stedelijke bevolkingsdichtheid en de voedselconsumptie maar blijven toenemen, loopt het land in toenemende mate op tegen voedselverspilling, schaarste van natuurlijke hulpbronnen en overvolle vuilstortplaatsen. Momenteel wordt jaarlijks voor 200 miljard Yuan ($32 miljard) aan voedsel weggegooid, terwijl 128 miljoen Chinezen beneden de armoedegrens leven en vaak niet over voldoende voedsel kunnen beschikken.
In november 2012 kwam op het filmfestival van Rome de film “Back to 1942” uit, die gaat over een hongersnood in de centrale provincie Henan gedurende de tweede wereldoorlog. Door deze film laaide de discussie over de “grote hongersnood” weer op, waarbij, door de “Grote Sprong Voorwaarts” (het grote moderniseringsprogramma van Mao Zedong) tussen 1958 en 1965, 45 miljoen mensen ten gevolge van de honger omkwamen. Tot op de dag van vandaag zit deze grote hongersnood nog tussen de oren van de gemiddelde Chinese burger – hogere gemiddelde inkomens hebben in veel gevallen geleid tot overconsumptie en voedselverspilling.
In de studentencafetaria van Beijing gooien studenten vaak zowat één derde gedeelte van hun eten weg. Een student zegt daar het volgende over:
“Het is normaal. We nemen zelden de restjes mee. Dat is onhandig, omdat we op onze flat geen magnetron hebben om het weer op te warmen. En we bestellen meer dan nodig omdat het er zo goed uitziet als je minstens evenveel borden hebt als dat er mensen zijn. Logisch toch?”
Onlangs publiceerde het Institution of Mechanical Engineers een rapport, waarin geschat werd dat jaarlijks 30-50% van de wereldvoedselproductie wordt verspild. Hierbij inbegrepen voedselverliezen tijdens de oogst, opslag, transport, verkoop en thuis.
Voeg toe aan: