REYKJAVIK - De IJslandse regering is gevallen. Het overleg tussen de coalitiepartners is stukgelopen. Dit heeft premier Geir Haarde maandag bekendgemaakt.

Haarde schreef eerder voor mei vervroegde verkiezingen uit met daarbij de aantekening dat hij dan niet herkiesbaar is. Of de regering tot die tijd zou kunnen aanblijven was al meteen de vraag. De Sociaal-Democratische Alliantie zou de coalitie met de Onafhankelijkheidspartij van Haarde willen opzeggen en met twee oppositiepartijen een minderheidsregering willen vormen.

Haarde hield zondag spoedberaad met de leider van coalitiepartner de Sociaal-Democratische Alliantie, Ingibjorg Gisladottir, maar de twee kwamen niet tot een oplossing. De partij van Gisladottir wil dat Haarde de gouverneur van de IJslandse centrale bank, David Oddsson, ontslaat. Haarde was daar tot dusverre niet toe bereid.

Zondag trad minister van Handel Bjorgvin Sigurdsson af. Voor zijn vertrek ontsloeg hij nog het hoofd van de financiële toezichthouder. Sigurdsson zei dat de bevolking door de financiële crisis het vertrouwen in de regering en het politieke systeem heeft verloren. 'Ik wil daar mijn deel van de verantwoordelijkheid voor op mij nemen', zei hij.

In IJsland wordt bijna dagelijks tegen de regering gedemonstreerd. De betogers stellen de regering verantwoordelijk voor de economische crisis die is ontstaan doordat de banken hun schulden niet meer konden betalen.

Werkloosheid en inflatie zijn enorm toegenomen en de IJslandse krona is in waarde gekelderd. De regering heeft banken genationaliseerd en 7,7 miljard aan leningen bij het Internationale Monetaire Fonds en verschillende individuele regeringen losgepeuterd.

Maar het land moet nog miljarden terugebatelen aan duizenden Europeanen die geld op rekeningen bij de ingestorte banken hadden staan.

Haarde liet vrijdag weten dat hij niet herkiesbaar was omdat artsen bij hem een kwaadaardige keeltumor hadden geconstateerd. Hij zei zaterdag dat hij zich daarvoor in Nederland zal laten behandelen.