Bert-Jaap Koops, hoogleraar regulering van technologie (universiteit Tilburg), waarschuwt voor een verdere afkalving van onze privacy.
Roepende in de woestijn.
Hij is heel slim, rustig en vriendelijk. Hij is zowel een afgestudeerde wiskundige als een literatuurwetenschapper. Daarnaast bezit hij zowel de propedeuse voor filosofie als voor kunstgeschiedenis.
Ook heeft hij zich grondig in onze rechtswetenschap verdiept en voor Amnesty International gewerkt. Al met al heeft hij een veelzijdig interessekader en een ruime genuanceerde blik op het leven. In mijn ogen is hij een wetenschapper die heel logisch en analytisch denkt, hoofdzaken van bijzaken onderscheidt, maar niet verstart doordat hij oog voor gevoel en nuance bezit.
Lang voordat de gemiddelde burger zich druk maakte om de privacy die steeds meer lijkt te slinken, was Bert-Jaap reeds een roepende in de woestijn.
Zijn proefschrift uit 1999 is getiteld "The Crypto Controversy. A Key Conflict in the Information Society". Hierin analyseert Bert-Jaap de mogelijkheden van onze regering om gegevensversleuteling aan te pakken zonder dat burgers geschaad worden in hun recht om hun gegevens te beveiligen.
Hij wijst vooral op de belangen van onschuldige burgers die slachtoffer dreigen te worden van de steeds verdere afname van privacy.
Dit thema vinden we ook terug in zijn oratie (2006) "Tendensen in opsporing en technologie. Over twee honden en een kalf", een meesterwerkje dat zowel zijn analytische wiskundige geest weerspiegelt als zijn literaire achtergrond. Met prachtige vergelijkingen weet hij moeilijke zaken gemakkelijk te verwoorden zonder de logica uit het oog te verliezen.
De twee honden zijn justitie en criminaliteit. Justitie probeert de criminelen te bestrijden, maar ondertussen loopt de burger, het onschuldige kalf, in de put.
De vrijheid van de burger wordt steeds kleiner.
We zijn hard op weg naar een strafrechtmaatschappij.
Strafrechtmaatschappij
Een strafrechtmaatschappij is een samenleving van meer en meer bestraffing. In zijn oratie heeft Koops het herhaaldelijk over "het uitdijend strafrecht". Van steeds meer activiteiten wordt gekeken of ze strafbaar zijn. Sinds september 2006 zijn het in bezit hebben van een virusprogramma of van wachtwoorden waarmee je in kunt breken in computers strafbaar als de eigenaar hiervan het oogmerk heeft om een virus te verspreiden of te hacken. Dit is slechts één voorbeeld.
Wat ook gebeurt, is dat de strafmaat verhoogd wordt om zo meer opsporingsbevoegdheden te kunnen uitoefenen. Dit noemt Koops het oneigenlijk gebruik van het strafrecht.
We zijn in een akelige vicieuze cirkel beland: hoe meer gegevens, hoe meer strafrecht en hoe meer soorten gegevens, hoe meer soorten strafrecht.
We worden van alle kanten gecontroleerd en het lijkt alsof we schuldig zijn (godzijdank is dit nog steeds iets anders dan een daadwerkelijke veroordeling) tenzij we onze onschuld kunnen bewijzen. Dit is een gevaarlijke omkering in onze maatschappij.
Maatregelen die bedoeld zijn om de grote criminelen aan te pakken
raken vooral de onschuldige burger.
Men hoeft maar te denken aan de dubbele boete die een fietser krijgt omdat hij of zij geen licht aanheeft in het donker en bovendien geen identificatiebewijs bij zich draagt.
Kwesties zo belangrijk als onze identificatieplicht worden handig politiek omzeild. Bert-Jaap ziet steeds vaker dat belangrijke vraagstellingen ontweken worden. Het gaat dan niet langer om de vraag wel of niet een identificatieplicht, maar om de leeftijd waarop de burger een identificatieplicht bij zich moet dragen.
Het gaat dan niet langer om de vraag wel of niet bewaren van verkeersgegevens ( e-mail en telefoongesprekken) maar om de vraag hoelang deze gegevens bewaard moeten blijven: zes maanden, twaalf maanden, of achttien maanden.
Bert-Jaap heeft samen met veertien andere hoogleraren actie ondernomen. Helaas was de bewaarplicht van verkeersgegevens niet terug te draaien, maar de oproep van deze hoogleraren heeft bijgedragen aan het debat in het parlement.De achttien maanden bewaarplicht van telefoon- en maildata werd teruggebracht tot twaalf maanden.
De ellende van deze bewaarplicht is dat gegevens van iedereen vast worden gelegd terwijl dit maar van een beperkt aantal mensen nodig is. Ook kunnen deze gegevens ergens anders voor gebruikt worden waar ze aanvankelijk niet voor bedoeld waren.
Persoonlijk vindt Koops de identificatieplicht bovendien een paardenmiddel waarvan het nut nooit bewezen is. Hij vindt het erg passen in het krampachtige "preventiviteitsdenken". Alles wordt gedaan om risico's uit te sluiten terwijl er niet eens gekeken wordt of de risico's er daadwerkelijk minder door worden.
Identificatieplicht is immers weinig zinvol wanneer een terrorist nog geen strafblad heeft en zelfs al mocht hij of zij een strafblad hebben wat dan nog?
Meer controle en betere controle door technologische vooruitgang en
accumulatie verschillende maatregelen.
Bert-Jaap waarschuwt voor de naïviteit van de burger die denkt "dan controleren ze me maar, ik heb niets te verbergen" of zelfs "mij controleren ze niet". Oh nee?
Vroeger werd iemand gecontroleerd wanneer hij of zij verdacht was van een misdrijf. Tegenwoordig is dit al totaal anders. Een burger wordt reeds gecontroleerd indien hij of zij omgaat met een verdacht persoon en sterker nog: er worden zelfs risico profielen opgemaakt.
Je zit al in de gevaarlijke hoek wanneer je een bepaalde religieuze overtuiging hebt, op bepaalde sites googlet en kunstmest voor je tuintje in de garage hebt staan.
Gevolg van dit alles is het steeds kleiner worden van onze privacy.
De technologie gaat met rasse schreden vooruit. Muren en kleding beschermen die privacy niet meer. We worden steeds meer in de gaten gehouden door beveiligingscamera's in openbare ruimtes. Bovendien worden die apparaten steeds ingenieuzer gemaakt. Het zijn nog maar de miniatuurtjes van hetgeen ze vroeger waren.
Een camera is snel te verbergen in een knoopsgat of achter een spiegel.
Wat vaak over het hoofd wordt gezien is het feit dat de opeenstapeling van al deze controlemiddelen het nog gevaarlijker maakt. Het gezamenlijke effect van al deze maatregelen wordt bijzonder groot. Veel en veel groter dan wanneer we naar de afzonderlijke maatregelen kijken. "Van privacyparadijs tot controlestaat. Misdaad, en terreurbestrijding in Nederland aan het begin van de 21ste eeuw"(2007) is een boek dat verslag doet van een onderzoek van het van de Universiteit van Tilburg in opdracht van het Rathenau Instituut naar de gevolgen van de aanscherping van de veiligheidsmaatregelen voor de burger. Juist omdat steeds vaker de opsporingsdiensten onverdachte personen controleren.
Een tweede reden voor dit onderzoek is het feit dat er nauwelijks maatschappelijke discussie is over deze veiligheidsmaatregelen. Wat tien of vijftien jaar geleden ondenkbaar leek is nu heel normaal. De privacy van de burger lijkt steeds onbelangrijker te worden. Veiligheidsdiensten hebben heel gemakkelijk toegang tot de gegevens van burgers.
Waarom is privacy kostbaar?
Privacy is een fragiel begrip, moeilijk te definiëren en toch van grote waarde voor ons leven. Door een stuk privacy kunnen wij onbevangen onszelf zijn. We reageren heel anders wanneer we weten dat we in de gaten gehouden worden. Ook is, vindt Bert-Jaap, privacy een heel belangrijk aspect van menselijke relaties. Het is juist zo belangrijk dat een individu de keuze heeft om bepaalde vertrouwde zaken wel of niet met een medemens te delen. Hoe akelig voelt totale transparantie wel niet aan. Wanneer iedereen alles van je weet, heb je niet meer de keuze.
De veranderende mens, de wereld is een dorp.
Wij mensen en niet elke verandering hoeft perse verslechtering te zijn. Wij raken gehecht aan een stukje technologie.
Bert-Jaap bezit geen mobiele telefoon en ook geen auto. Hij beweert deze zaken niet echt nodig te hebben. Wel heeft hij voor ons gesprek mijn naam opgezocht op Google. Het is inmiddels heel normaal dat mensen voordat ze een ontmoeting plannen eerst even op internet kijken. Het is via internet dat ik contact met hem zocht voor dit gesprek. Hij was makkelijk te vinden. Dit zijn de voordelen van de moderne wereld.
Nadelen zijn er echter ook. Informatie blijft soms jarenlang op internet staan. Een jong meisje dat verhaalt over haar psychoses met de bedoeling om andere mensen te helpen, heeft vermoedelijk niet in de gaten, dat deze informatie later tegen haar gebruikt kan worden. Wanneer ze solliciteert op een baan, is de kans groot dat haar toekomstige werkgever ook even op internet gaat struinen voordat hij een gesprek met haar voert.
Bert-Jaap schildert het als volgt af: Iemand zit gezellig op internet te posten en het voelt als een gesprekje over de heg.
Er wordt niet nagedacht dat woorden snel geschreven lang blijven bestaan. Vroeger had je de dorpsroddels maar uiteindelijk vergaten de mensen het weer en bovendien was het in een kleine kring, nog wel te overzien. Nu is het bereik enorm van de informatie die mensen op het net zetten. De hele wereld kan meekijken.
Koops denkt dat het een kwestie van gewenning is. Op den duur krijgen mensen steeds meer door dat ze selectief moeten omgaan met het verstrekken van informatie op het wereldwijd web.
Persoonlijke ervaringen.
Ook zal er gewenning optreden wat betreft de aanwezigheid van camera's op straat en in openbare gelegenheden. Momenteel is het zo dat een deel van de mensen het als storend ervaart en een ander deel het negeert. Toch zullen veel mensen inmiddels ervaring hebben met het akelige gevoel wat opgeroepen wordt door de bizarre veiligheidsmaatregelen die reeds genomen worden.
Bert-Jaap vertelt hoe naar het voelde toen hij kort geleden in Engeland was. Hij had zware bagage bij zich doordat hij uiteraard flink wat boeken gekocht had. Hem werd verboden om zijn tassen achter te laten om amper honderd meter verderop een verkoelend drankje te kopen. Zijn bagage zou in beslag genomen worden als hij honderd meter wegliep werd er gezegd. Wat een overdreven krampachtigheid.
Ook overkwam het hem dat hij ooit door een stukje argeloosheid nog eventjes zijn jas in zijn koffer wilde doen terwijl het laatste object al ingecheckt was. Er ontstond een paniekreactie bij het personeel van de luchthaven. Zijn actie was ten strengste verboden.
Hoe wordt een normaal mens behandeld!
Koops is van mening dat al deze maatregelen weinig nut hebben. Echte criminelen zullen hier weinig door opgespoord worden terwijl de normale burger lijdt onder de inperking van zijn vrijheid.
Direct na 11 september 2001 kregen passagiers richting Amerika een uitgebreid gesprek voor de vliegtuigreis. Waarom ze voor de bestemming Amerika kiezen, waar ze zullen verblijven en ga zo maar door. Ik denk dat een terrorist heus wel antwoorden weet te bedenken en door zo'n gesprek heen zou komen indien dit goed door hem of haar voorbereid zou zijn.
Hoe onzinnig en overbodig deze individuele gesprekken met passagiers voor de vliegtuigreis wel niet zijn, het lijkt allemaal nogal onbenullig en er weinig toe doen qua effectiviteit, zo benauwend en ingrijpend is het cumulatieve effect van de verschillende controlemaatregelen die reeds van start zijn gegaan en ons nog te wachten staan.
Het is ronduit schrikbarend in welk tempo de privacy beperkende
maatregelen worden toegepast.
Het cumulatieve effect.
Denk maar eens aan het totaalplaatje van de volgende maatregelen: identificatieplicht, biometrisch paspoort, burgerservicenummer, koppeling bestanden, bewaartermijn verkeersgegevens (telefoon en e-mail gegevens), slimme camera's, ambient intelligence(= intelligente en zelflerende technologie), rekeningrijden en ga zo maar door.
Zijn we niet hard op weg naar een maatschappij zonder vrijheid?
In zijn oratie twee honden en een kalf maakt Koops de volgende vergelijking: onze privacy is als een berg zand. Van deze berg wordt telkens een korreltje afgenomen en op een dag kunnen we niet meer van een berg spreken. Weg privacy. Het lijkt me nog redelijk positief om te beweren dat er korreltjes zand worden afgenomen van de berg. Het lijken tegenwoordig wel grote happen zand. Bert Jaap beaamt dit. Het is ronduit schrikbarend in welk tempo de privacy beperkende maatregelen worden toegepast.
Voordelen en nadelen van een niet terug te draaien technologische ontwikkeling.
Bert-Jaap is nog niet overtuigd dat we binnen korte tijd allemaal een chip in ons lijf hebben. Dat zal wel niet zo'n vaart lopen denkt hij. Natuurlijk is hij wel op de hoogte van het feit dat reeds mensen gechipt worden. Hij roemt zelfs de chip die epilepsie patiënten kunnen helpen door te waarschuwen wanneer er weer een aanval aankomt. Deze mensen ervaren een groter gevoel van gewenste controle over hun aandoening.
Parkinson patiënten hebben ook enorm baat bij een chip. Deze mensen ervaren eveneens door zo'n implantaat een gevoel van controle over hun ziekte.
Bovendien ziet hij de technologische voordelen voor verlamde mensen. Het is reeds mogelijk om met gedachten een cursor op de computer te besturen. Deze technologie staat nog in de kinderschoenen,
maar zal verder ontwikkeld worden. Ronduit geweldig is het feit dat er breinbesturing wordt ontwikkeld zodat verlamde mensen straks protheses kunnen aansturen met hun gedachten. Dit zijn prachtige voordelen van de zich steeds verder ontwikkelende technologie.
Dat de technologie zo ver zal gaan dat apparaten straks gedachten kunnen lezen acht hij dan ook niet ondenkbaar.
Er zal een tijd aanbreken wanneer we allemaal een robot hebben die het huis stofzuigert, wanneer de koelkast in staat is om bij te houden welke producten over tijd raken en welke boodschappen aangevuld moeten worden (ambient intelligence).
Ook denkt hij dat er wel een tijd zal komen dat het sociaal wenselijk is om een inwendige chip te hebben. Het gevaar hiervan vindt hij het feit dat zo'n chip heel veel gegevens gaat bevatten( mensen gaan niet met twintig verschillende chips in hun lijf lopen) en dat deze gegevens misschien niet goed beveiligd worden. Het mag gewoon niet gebeuren dat bijvoorbeeld medische toepassingen voor andere dingen gebruikt mogen worden. Koops vindt dat dit absoluut vereist moet zijn. De gevolgen zijn anders niet te overzien.
Vooralsnog is het een kwestie om waakzaam te blijven en niet met z'n allen vrijwillig ons privacyparadijs nog verder te verlaten op weg naar een duistere controlestaat, gefundeerd op wantrouwen.
Kan het tij nog gekeerd worden?
Het lijkt bijna utopisch om te denken dat die put nog dichtgegooid kan worden om het kalf (de burger) te redden. Wellicht kan er een omheining om heen geplaatst worden of kan de put afgedekt worden.
Deze omheining kan bestaan uit wederacties. De controlerende instanties die gecontroleerd moeten worden. Deze controle is nodig om de toegenomen macht van het strafrecht te beteugelen. Nu de burger steeds transparanter wordt gemaakt, zal ook de overheid beter moeten worden doorgelicht. Dit om machtswillekeur te voorkomen.
Technologieën ontwikkelen juist ter bescherming van de privacy is een ander belangrijk middel om de situatie nog te redden. Ook al is Bert Jaap nog niet bang dat we spoedig allemaal een chip in ons lichaam krijgen, het zou in een dergelijk scenario wel prettig zijn indien de burger zelf de bevoegdheid heeft om zijn of haar chip aan of uit te zetten.
De technologie is heel moeilijk terug te draaien. Daarom is het juist misschien een idee om de technologie te reguleren.
Er moeten maatregelen komen om te voorkomen dat we met z'n allen ongemerkt van een rechtsstaat (straf als laatste redmiddel) in een strafrechtmaatschappij (straf als eerste redmiddel) terecht komen.
Er moet allereerst een betere argumentatie en onderbouwing komen. Nu worden de gekste maatregelen er door geduwd onder het mom van de grote dreiging van het terrorisme zonder verdere motivatie. Ook wordt er niet gekeken naar de onderbouwing van de maatregelen. Helpen ze wel echt? Bert-Jaap spreekt zelfs van een "schijntegenstelling tussen veiligheid en privacy". Minder privacy is juist niet altijd meer veiligheid. Minder privacy kan juist zorgen dat de kwetsbaarheid van burgers en bedrijven veel groter wordt. Doordat er ontzettend veel gegevens gemakkelijk toegankelijk zijn kan hier ook misbruik van gemaakt worden. Gevoelsmatig levert een maatschappij gebaseerd op wantrouwen bovendien geen veilig gevoel op.
De conclusie van ons gesprek is kortom dat de technologie niet meer terug te draaien is. Dat is wellicht ook niet wenselijk (we profiteren ook enorm van de technologische vooruitgang) maar dat er een veel betere sturing en controle moet komen. Mocht het ooit zover komen dat we met zijn allen in een strafrechtmaatschappij terecht zijn gekomen laat het dan in vredesnaam een vrijwillige keuze zijn en niet iets wat ons overkomt terwijl we dit absoluut niet willen. Dit doemscenario lijkt helaas steeds meer werkelijkheid te worden. Het spreekwoord luidt immers dat de put pas gedempt wordt nadat het kalf verdronken is.
Bert-Jaap Koops heeft er zijn werk van gemaakt om dit te voorkomen.
Door Irma Ellens Maat
Dit artikel is zowel in Spiegelbeeld (okt 08) als in Frontier (nov/dec 08) geplaatst.
Bron: eqgen
Voeg toe aan: