Dankzij een clausule in de EU wetgeving laten de lidstaten het gebruik van te veel gevaarlijke pesticiden toe. Hierdoor belanden jaarlijks honderden eigenlijk verboden giftige pesticiden op de markt.

Volgens een rapport gepubliceerd door PAN-Europe hebben de lidstaten in 2010, 321 ontheffingen verleend: Dit is een stijging van 500% ten opzichte van 2006. In 1991 is er een pesticide richtlijn opgesteld waarbij ontheffing op verboden bestrijdingsmiddelen mogelijk was indien er geen geschikt vervangend middel op de markt was, dit valt onder de noemer onvoorziene gevaren..

Frankrijk is koploper met het gebruik van 74 (eigenlijk) verboden pesticiden. Griekenland was een goede tweede met 54 stuks, gevolgd door Portugal met 31. Het rapport toont ook aan dat Frankrijk, dat tot doel heeft het gebruik van pesticiden fors terug te dringen tegen 2018, de afgelopen jaren niet in staat was deze uitzondering op de wetgeving terug te dringen.

Voor PAN-Europe lijkt het onwaarschijnlijk dat deze uitzonderingen daadwerkelijk gekwalificeerd worden als "onvoorziene gevaren", maar dit op dit moment niet bewijzen. “De besluitvorming is niet transparant”. Zo zijn bewezen gevaarlijke pesticiden zoals grondontsmettingsmiddelen en organochloor verbindingen goedgekeurd, volgens het NGO rapport.

Maar de pesticiden-lobby, verenigd in de ECPA, verklaard, als reactie op dit rapport, dat de pesticiden volledig legaal op de markt zijn, de EU-wetgeving bezit een preventieve benadering. Veel van de huidige gevaarlijke (oftewel giftige) gewasbeschermingsmiddelen kunnen eenvoudig niet vervangen worden door vreindelijkere alternatieven. .

Het laat, volgens Phil Newton van de ECPA, het probleem van deze overkoepelde wetgeving duidelijk. In plaats van gecontroleerd risicomanagement benadert de EU-wetgeving de mogelijke gevaren.
Op dit moment dragen de EU-lidstaten de bewijslast. Een middel is pas schadelijk indien dit bewezen is.