95% van ons DNA bestaat uit iets anders dan genen. Rommel, dacht men tot nu toe. Integendeel, blijkt nu uit nieuw onderzoek. Zijn we de voorouder van het leven op het spoor?
De standaardtheorie: genen en junk-DNA
Vijf procent van ons DNA bestaat uit genen: lange reeksen met de letters A, C, G en T aangeduide bouwstenen (nucleotiden) die in groepjes van drie staan voor aminozuren.
Aminozuren achter elkaar vormen eiwitten: de bouwstenen van cellen en dus van ons. Het menselijk DNA telt 20 000 genen, samen goed voor een twintigste deel van het DNA. Elk gen wordt voorafgegaan en afgesloten door speciale codes die de vertaaleiwitten (RNA transcriptases) op die plekken laten starten of juist stoppen met lezen en vertalen van het DNA in RNA, dat weer door ribosomen vertaald wordt in eiwit. Daarbuiten begint terra incognita, ook wel junk-DNA (“rommel-DNA”) genoemd dat niets doet. Tot zover de theorie.
Lees verder op Faqt.nl
Voeg toe aan: