Wanneer wetenschappers proberen de verste regionen in de kosmos te onderzoeken, of proberen de kwantumwereld beter te begrijpen, worden ze veelal geconfronteerd met een hele reeks mysteries.
Maar wat als een bekende en schijnbaar constante eigenschap van materie zich mysterieus gaat gedragen?
Dit is precies wat de laatste jaren is ontdekt; de snelheid waarmee radioactieve elementen vervallen is aan het veranderen. Dit is vooral mysterieus omdat we praten over elementen met een 'constante' vervalsnelheid en derhalve zouden deze waarden niet moeten kunnen veranderen, zo leren de schoolboeken ons op de middelbare school.
De conclusie komt van wetenschappers van de Stanford en Purdue Universiteit, maar de enige verklaring die ze hebben is vreemder dan het fenomeen zelf: de Zon zou een voorheen onbekend deeltje uitstralen wat invloed heeft op de snelheid waarmee materie vervalt. Op z'n minst zien we een geheel nieuwe natuurkunde ontstaan.
Vele wetenschapsvelden zijn afhankelijk van de snelheid waarmee radio-isotopen vervallen. Zo gebruiken archeologen de C14-datering om oude artefacten te dateren.
Maar deze datering is gebaseerd op één grote assumptie, namelijk dat het radioactieve verval constant is en altijd constant zal blijven.
De onderzoekers van Purdue zagen voor het eerst iets vreemds gebeuren toen ze radioactieve monsters onderzochten, waarbij ze ontdekten dat de waarden van de gepubliceerde vervalsnelheid niet gelijk waren. Na verder onderzoek is gebleken dat ze niet alleen niet constant waren, maar ook varieerden met de seizoenen. De vervalsnelheid werd lager tijdens de zomer en hoger tijdens de winter.
Fouten in het experiment en omgevingsfactoren zijn uitgesloten, de vervalsnelheid varieert gedurende het jaar in een voorspelbaar patroon. Zou de Zon de vervalsnelheid kunnen beïnvloeden?
Nucleair wetenschapper Jere Jenkins merkte een onverklaarbare dip in de vervalsnelheid van mangaan-54 toen hij aan het testen was op een avond in 2006. Een dag later explodeerde een grote zonnevlek op de Zon.
De connectie met de Zon werd nog sterker toen Peter Sturrock, professor emeritus toegepaste natuurkunde aan de Universiteit van Stanford, de wetenschappers van Purdue opdracht gaf om te kijken naar repetitieve patronen in de vervalsnelheid. Sturrock dacht namelijk dat neutrino's van de Zon de sleutel waren voor dit mysterie.
De wetenschappers merkten op dat de vervalsnelheden elke 33 dagen varieerden, een periode die gelijk staat aan de tijd waarin de kern van de Zon een rotatie afwerkt.
Echter zijn neutrino's een soort spookdeeltjes. Ze kunnen ongehinderd door de Aarde gaan zonder met iets te interacteren, zo lijkt het. Komen er deeltjes van de Zon die we nog niet ontdekt hebben?
Bron: news.discovery.com
Voeg toe aan: