De milieuschade die de olieramp in de Golf van Mexico veroorzaakt heeft, is volgens het Britse oliebedrijf BP misschien niet meer goed te maken. De door BP toegezegde 16 miljard euro is enkel een begin van de hulp, aldus BP-econoom Christof Rühl.

De onderneming moet naar verluidt enorme inspanningen leveren om ook in de toekomst geldreserves voor de gevolgen van de vervuiling opzij te kunnen zetten. Rühl sprak onder andere over verminderingen van dividenden.

Rühl vergeleek de ramp in de Golf van Mexico met het ongeval met de olietanker Exxon Valdez, dat eind jaren 80 voor de kust van Alaska voor een gigantische vervuiling zorgde. Als gevolg van de ramp werden de veiligheidsregels voor tankers verstrengd. Op soortgelijke gevolgen rekent Rühl ook voor diepzeeboringen. Wanneer BP opnieuw met diepzeeolieboringen start, is niet geweten.
 
Bij de ontploffing van het BP-olieboorplatform "Deepwater Horizon" eind april, kwamen 11 mensen om het leven. Sindsdien stromen er dagelijks miljoenen liters olie in zee. (belga/gb)