Na vijfentwintig jaar lesgeven aan het conservatorium loop ik nog steeds tegen dezelfde obstakels aan. In de ene klas na de andere lijden de studenten onder zo’n chronische zorg over de beoordeling van hun optreden, dat ze ervoor terugschrikken om bij het musiceren risico’s te nemen.
Ik begon mij af te vragen hoe we de faalangst van studenten konden verminderen. De totale afschaffing van becijfering zou het alleen maar erger maken; de studenten zouden het gevoel krijgen dat hen de kans op sterrendom werd ontfutseld en zouden zich blijven blindstaren op hun plek in de rangorde. In de gesprekken met mijn vrouw Ross ontstond zo de gedachte hen allemaal het enige cijfer te geven dat hen rust zou brengen – niet als een meetinstrument, maar als een middel om hen open te laten staan voor alle mogelijkheden. Wat zou er gebeuren als je vooraf al iedereen een 10 gaf?
‘In deze klas krijgt elke student voor dit onderdeel een 10’, vertel ik altijd aan mijn studenten. Ik zeg hen dat ze aan één voorwaarde moeten voldoen om dit cijfer te verdienen: binnen twee weken schrijven ze me een brief met als datum ‘volgend jaar mei’ en die begint met de woorden: ‘Beste meneer Zander, Ik heb een 10 gekregen, omdat...’ In die brief vertellen zij zo gedetailleerd mogelijk wat er volgend jaar mei allemaal met hen is gebeurd dat dit uitzonderlijk hoge cijfer rechtvaardigt.
Ik leg uit, dat ze zich bij het schrijven van hun brief in de toekomst moeten verplaatsen, dan moeten terugkijken en verslag doen van alle inzichten die ze hebben verworven en mijlpalen die ze hebben bereikt – alsof ze die successen al achter zich hebben liggen. Alles dient in de verleden tijd te worden geformuleerd. Uitdrukkingen als ‘ik hoop’, ‘ik ben van plan’ of ‘ik zal’ mogen er niet in voorkomen. Als ze dat willen, mogen de studenten specifieke doelen vermelden die ze hebben bereikt, of een concours dat ze hebben gewonnen.
‘Maar ik ben vooral geïnteresseerd’, zeg ik tegen ze, ‘in de persoon die je volgend jaar mei bent geworden. Ik ben benieuwd naar de levensinstelling, de gevoelens en het wereldbeeld van die persoon, die dan alles heeft gedaan dat ze wilde doen, of alles is geworden wat hij wilde zijn.’ Ik zeg ook dat ik wil dat ze hevig verliefd worden op de persoon die ze in hun brief beschrijven.
Deze brief kreeg ik van een jonge Koreaanse fluitiste, die enkele loodzware kwesties aansneed, waarvoor uitvoerende musici komen te staan in een cultuur van waardeoordelen en wedijver.
‘Beste meneer Zander, mijn leraar,
Ik heb mijn 10 gekregen omdat ik hard heb gewerkt en diep heb nagedacht over mijzelf als leerling in uw klas – en het resultaat was werkelijk schitterend. Ik ben een heel nieuw mens geworden. Ik was vroeger zo’n negatief mens over bijna alles, voor het zelfs maar te proberen. Nu vind ik mezelf veel gelukkiger dan vroeger. Ik kon ongeveer een jaar geleden mijn fouten niet accepteren. Na elke fout was ik kwaad op mezelf. Maar nu vind ik fouten maken leuk, en ik leer echt veel van die fouten.
In mijn spel zit nu meer diepte dan vroeger. Eerst speelde ik alleen maar de nootjes, maar nu heb ik iets ontdekt over de echte betekenis van al die stukken. Ik speel nu met meer fantasie. Ook heb ik mijn eigen waarde leren kennen. Ik heb ontdekt dat ik een bijzonder mens ben, omdat ik inzag dat ik alles kan doen als ik in mezelf geloof. Dank u voor al uw lessen en colleges, omdat ik daardoor begreep hoe belangrijk ik ben en wat de zuivere reden is waarom ik muziek maak.
Dank u wel.
Hartelijke groeten,
Esther Lee’
Attentie: aquariusage.com
Bron: kristijn.com
Voeg toe aan: