De macht achter de macht: de 1001 Club, eugenetica en duistere kant van de milieubeweging. In tegenstelling tot de algemeen heersende mening bestaat er veel bewijs dat ogenschijnlijk vooruitstrevende liefdadigheidsinstellingen zeer invloedrijk zijn bij het vormen van de contouren van de wereldgemeenschap Zij zijn in staat actief sociale verandering te bewerkstelligen. De mondiale liefdadigheidsinstellingen vormen vaak het front voor achterliggende corporate belangen. De milieubeweging is geüsurpeerd door dezelfde financiële kartels waartegen zij jarenlang gestreden hebben.
De ideeën zijn verworden tot handelsmerk en worden via slogans weer terugverkocht met winst en te gelde gemaakt met belastingverhogingen. Zij heeft aantoonbaar problematische banden met dezelfde leden van de power-elite die zo ijverig hebben gewerkt aan de vernietiging van onze planeet: de oligarchie die vrijuit gaat en zichzelf ziet als niet behorend tot de kudde van gewone stervelingen. Een veestapel die zij naar believen mag cultiveren (‘to cull’: to send an inferior or surplus animal on a farm to be slaughtered). Deze kudde houdt zij in bedwang door de banken van wie de leden eigenaar zijn. De banken beheersen de corporaties. De corporaties beheersen de wereld. Corrupte politici beschermen de oligarchie, hun banken en corporaties tegen de burgers. Dit artikel behandelt de verstrengeling tussen de oligarchie, hun banken en corporaties, samengebundeld in een geheim genootschap (1001 Club) met de internationale milieubeweging als vehikel voor hun belangen, alsmede de mentaliteit en politiek die deze oligarchie drijft. Deze mentaliteit is heden ten dage, versterkt door de ‘crises’, meer dan ooit voelbaar.
De grondvesting van de internationale milieubeweging, opstap voor 1001 Club
De herinnering aan de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog maken burgers na 1945 ontvankelijk voor het argument dat organisaties als de VN, NAVO, WHO, IMF en Wereldbank moeten worden opgericht om de wereldproblematiek voortaan centraal te kunnen aanpakken. In het kielzog daarvan richt de beroemde bioloog Julian Huxley in 1948 de International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) op, die in 1961 resulteert in het Wereld Natuur Fonds (WNF), opgericht om financiën te genereren zodat de activiteiten van de IUCN drastisch kunnen uitbreiden. Tegelijkertijd ontstaat hieruit de internationale milieubeweging.
In 1970 richt Prins Bernhard met hulp van zijn vriend Prins Philip, de 1001 Club op met als reden dat het WNF daarmee onafhankelijk zou worden van donateurs. Wikipedia definieert deze ‘liefdadigheidsinstelling’ als volgt: ‘De 1001 Club is een stichting die helpt bij de financiering van het Wereld Natuur Fonds.’ Zowel het hoofdkwartier van de 1001 Club, het WNF en de IUCN is gevestigd in een kantoorpand in het Zwitserse Gland. 1 Bernhard is de belangrijkste vertegenwoordiger van het Club-gezelschap om dezelfde redenen als zijn voorzitterschap van de Bilderberggroep: hij is contactueel en heeft door vanuit zijn afkomst enorm veel ingangen. Huxley, Prins Bernhard en Prins Philip zijn de grondvesters van de internationale milieubeweging waar het WNF en club 1001 onderdeel van uitmaakt. Deze beweging staat in directe relatie tot de wereldbevolkingspolitiek; de grondvesters en veel elitaire financiers zijn gepokt en gemazeld in de gedachtenwereld van de eugenetica welke leer er niet voor schroomt de natuur een handje te helpen als het mechanisme van natuurlijke selectie geen vat meer heeft op het gecultiveerde mensenleven.
1001 Club: lidmaatschap en bijeenkomsten
Prins Bernhard wendt als hoofd van het Wereld Natuur Fonds in 1974 zijn contacten aan om lid te worden tegen betaling van $ 10.000. In totaal werft Bernhard 1001 leden; voornamelijk vrienden en bekenden van hemzelf en Prins Philip. Inmiddels is dat bedrag verhoogd tot € 25.000 en is de inkomensgrens tenminste € 500.000,- per jaar. Hoewel er nagenoeg geen mededelingen verschijnen over de 1001 Club in de media, vinden de bijeenkomsten nog steeds regelmatig plaats op verschillende locaties in de wereld, aldus het onderzoek van Joël van der Reijden van het Instituut voor de Studie van Globalisatie en verhulde Politiek (ISGP). 2 De 1001 Club en het Wereld Natuur Fonds, alsmede de wereldwijde milieubeweging, hebben directe banden met dezelfde ‘power elite’ die zich zo heeft beijverd onze planeet te vernietigen door al het leven op aarde ondergeschikt te maken aan het winstoogmerk.
Het merendeel van de leden komt uit de absolute top van de bancaire en corporate wereld, met name de corporaties die bodemschatten exploiteren. Zoals Daniel Ludwig, de Amerikaanse miljardair wiens houtkap en papierpulpbedrijf, onderdeel van zijn imperium, duizenden hectaren maagdelijk Amazonisch regenwoud vernietigde.iv 3 Of de puissant rijke Zuid Afrikaanse landeigenaar Anton Rupert, ondermeer een van ‘s wereld grootste tabaksfabrikanten en tegenwoordig tevens wijnproducent in een compagnonschap met de familie Rothschild (Rupert & Rothschild Vignerons), die met zijn plantages alle belang had om de apartheid in Zuid-Afrika in stand te houden.Wikipedia noemt als voorbeelden: de Britse en Franse familie Rothschild, Laurance en David Rockefeller, (financiers van eugenetica-projecten, zie onder), Baron Hans Heinrich Thyssen-Bornemisza (broer van Frits, hoofdfinancier van Hitler), Peter von Siemens (van de gigantische Siemens corporatie, de multinational die Der Führer financierde, ondersteunde, oorlogsmaterieel leverde en op grote schaal concentratiekampen exploiteerde), Henry Ford II (nazaat financier en inspirator van Adolf Hitler en felle antisemiet) Berthold Beitz van Krupp (de corporatie die voor de oorlogsindustrie produceerde en daarvoor slaven inzette) en Salem bin Laden, (businesspartner van, en investeerder in o.a. Bush’ oliebedrijf ‘Arbusto Energy’ & halfbroer van de met de Bush familie bevriende Osama bin Laden). 4 Opmerkelijk is ook het lidmaatschap van representanten uit stokoude bankiersfamilies als wijlen Prins Johannes von Thurn und Taxis (erfgenaam van de prinsen van het Heilige Roomsche Rijk met zeer veel (overzees) landeigendom en nazaat van het Venetiaanse bankiersgeslacht Torre e Tasso. Zijn vader grondvestte Hitler’s Allgemeine SS).
Ook vertegenwoordigers van inlichtingendiensten als Bernhards vriend en Mosad-agent Tibor Rosenbaum zijn vertegenwoordigd. 5 Verder vinden wij op de ledenlijsten, Bohemian Grove-leden als Daniel K. Ludwig en de schatrijke familie Bechtel, fanatieke zionisten als Louis Mortimer Bloomfield, leden van de Mathezer Ridderorde en Opus Dei. 6 Van de 44 deelnemende landen leverde Nederland niet minder dan 101 leden, bijna gelijk aan de twee grootste participanten: het Verenigd Koninkrijk en de VS. 7 De corporatistische verstrengeling komt ook tot uiting in de keuze van de WNF-voorzitters, die alle tevens lid zijn van de 1001 Club. Als Prins Bernhard vanwege het Lockheed schandaal waarin hij meer dan een miljoen dollar heeft opgestreken, moet aftreden wordt hij opgevolgd door jonkheer John Loudon, voormalig directeur van Koninklijke Shell Nederland – bekend van catastrofale milieurampen onder andere te Nigeria en Curaçao – en zoon van Shell directielid Hugo Loudon. Hij is tegelijkertijd lid van een adviescommissie samengesteld door David Rockefeller om de Chase Manhattan Bank te begeleiden ‘on its growing international busines.’ 8 De relatie Wereld Natuur Fonds en olie is altijd hecht geweest. Cevron geeft in 1999 $ 4 miljoen aan het WNF terwijl de corporatie olie wint in het kwetsbare natuurschoon van Nieuw Guinea: in 2000 mag de Nieuw Guineese regering bodemschatten inwisselen tegen schuldbetaling aan IMF en Wereldbank. 9 De vraag bij dit alles is dan ook:
Wat krijgen de leden voor hun geld behalve wat prestige en het voorrecht om met prinsen te mogen dineren?
Het antwoord moge hieronder duidelijker worden.
De natuur en haar selectie: waarom het doden van ‘inferieuren’ is geoorloofd
Behalve mede-oprichter van het WNF en de internationale milieubeweging, is Julian Huxley tevens een wereldberoemd en vooraanstaand leider van de eugenetica-beweging, voorzitter van de British Eugenics Society en geobsedeerd door bevolkingsplanning. Eugenetica is de leer die zich richt op verbetering van het menselijk ras. Huxley schrijft: “De onderste bevolkingslagen planten zich te snel voort. Daarom moeten zij niet te gemakkelijk toegang hebben tot verlichting van hun situatie of een ziekenhuisbehandeling ingeval wegname van de laatste proeve van natuurlijke selectie het te gemakkelijk zou maken om kinderen te produceren of laten overleven; langdurige werkloosheid zou een grond voor sterilisatie moeten zijn.” 10
Huxley predikt de noodzaak om de rassenleer nieuw leven in te blazen en de urgente missie van ‘culling the human herd’ (de menselijke veestapel uitdunnen). Dit vindt hij vooral van toepassing op de donker gekleurde rassen. Als hoofd van de door hem opgerichte United Nations Educational, Social and Cultural Organization (Unesco) schrijft hij in het oprichtingsdocument over de noodzaak van eugeneticabeleid en dat de Unesco tot opdracht heeft de publieksopinie zódanig te beïnvloedden dat het ‘ondenkbare tenminste denkbaar wordt’: ‘Ook al is het zeker waar dat enige vorm van radicaal eugenetisch beleid nog vele jaren politiek en psychologisch onmogelijk zal zijn [met de nazi-rassenzuiveringen nog vers in het geheugen]: het zal van belang zijn dat Unesco ervoor zorgdraagt dat de … publieksopinie geïnformeerd wordt over de zaken die aan de orde zijn, zodanig dat wat nu ondenkbaar is tenminste denkbaar mag worden. 11
Huxley maakt er op een reis door Afrika in 1960, aan de vooravond van zijn mede-oprichting van het WWF in 1961, geen geheim van dat de eugenica-doelen nagestreefd worden door de milieubeweging als vehikel te gebruiken. Voor hem zijn beide bewegingen twee gezichten van precies dezelfde gedachte. 12 Het doel heiligt daarbij de middelen. De gezaghebbende professor Stephen H. Schneider (milieubiologie en Global Change aan de Stanford Universiteit) zegt in 1989 tegen een gehoor van collega-wetenschappers:
’…om het publieke voorstellingsvermogen te vangen…moeten we met angstwekkende scenario’s aankomen, simpele, dramatische stellingen poneren en weinig gerucht geven aan enige twijfel die we zouden kunnen hebben.’ ‘Ieder van ons moet besluiten wat de juiste balans is tussen effectief zijn en eerlijk.’ Geschrokken van de media die het citaat zwart op wit afdrukken zou hij het op Balkenendiaanse wijze ‘niet zo bedoeld hebben.’ Ondanks dat wordt hij lid van een intergouvernementeel panel ter bestudering/propagering van klimaatverandering als gevolg van CO2 uitstoot. 13 Julian Huxley treedt in de voetstappen van zijn grootvader, Thomas, een evolutiebioloog zó fanatiek dat hij bekend staat als Darwins bulldog. Charles Darwin schrijft in 1859 zijn baanbrekende werk: ‘Over de oorsprong van soorten door middel van natuurlijke selectie, of: het behoud van begunstigde rassen in de strijd om het bestaan.’ Thomas Huxley produceert daarop een geschrift getiteld ‘Evidence on Man’s Place in Nature’ wat een eerste poging is om Darwins evolutietheorie over begunstigde soorten expliciet toe te passen op de vermeende ongelijkwaardigheid van de mensenrassen. Hitler gebruikt vervolgens deze rassenleer voor zijn eugenetisch zuiveringsbeleid van infanticide, actieve euthanasie, huwelijksverboden, verplichte sterilisatie en andere maatregelen voor mensen die hij raciaal inferieur beschouwt, zo blijkt uit Dr. Richard Weikarts studie “From Darwin to Hitler: Evolutionary Ethics, Eugenics, and Racism in Germany” (klik hier voor video). In de late negentiende komt de eugenetica op. Mensen zijn niet anders dan een andere diersoort bestaande uit zes rassen, waarvan het negroïde menstype slechts één stap verwijderd zou zijn van de mensapen maar zes stadia verwijderd van het ‘superieure’ indo-germaanse menstype, toont Ernst Haeckel op bladzijde 555 van zijn ‘Natürliche Schöpfungsgeschichte.’ Een tweedeling tussen lichaam en ziel bestaat bovendien niet. Het menselijk leven wordt door deze gedachten in feite gedevalueerd, concludeert Dr. Weikart.
Omdat door wetenschappelijke vooruitgang veel te veel ‘inferieur’ menselijk leven behouden blijft wordt de natuurlijke selectie, waarbij enkel het recht van de sterkste geldt, geweld aangedaan. Uiteindelijk is dat funest voor de natuur zélf: het milieu. Een kunstmatige selectie is daarom geoorloofd. In ‘The Origins of the Nazi Genocide: From Euthanasia to the Final Solution’, beschrijft Henry Friedlander hoe Hitler deze principes vanaf oktober 1939 in praktijk brengt in een euthansieprogramma gericht op het ‘zuiveren’ van 70.000 ‘inferieuren’ uit de samenleving als opmaat naar de holocaust.
Auteur: Jim beame
Bron Afbeelding(en): flicker.com
Bron(nen): Anarchiel
Bron: argusoog
Voeg toe aan: