Zoeken
 


Het mysterie van de Andes

Laatste wijziging: maandag 15 februari 2010 om 10:01, 4250 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
maandag 15 februari 2010

Als de conventionele wetenschap geen oplossing biedt, in welke richting moeten we het dan zoeken?

De Boliviaanse hoogvlakte is een onwaarschijnlijke plaats voor de ontwikkeling van een vroege beschaving. Hoewel het gebied zich dicht bij de evenaar bevind is de hoogvlakte gelegen op een hoogte van ongeveer 3750 meter en dat is te hoog om iets op te pikken van het equatoriale klimaat. De lucht is ijl en bevat weinig vocht of warmte. De dagelijkse temperatuur vertoont er grote schommelingen en het kan er op ieder willekeurig moment van het jaar vriezen, hierdoor is de landbouw er een voortdurende strijd tegen de natuur.De toppen van de Andes rijzen hoog boven het Titicaca-meer uit. Dit meer is het hoogst gelegen bevaarbare meer ter wereld. De lengte is 180 kilometer en de breedte is 60 kilometer. Vreemd genoeg is de kustlijn van het meer bezaaid met miljoenen gefossiliseerde zeeschelpen. Je zou niet verwachten zulke oude voorbeelden van zeeleven aan te treffen op een dergelijke hoogte. Hoe zijn ze daar gekomen?

Dat is een fascinerend mysterie. We gaan echter verder omdat we enkele buitengewone ruïnes, die op ongeveer 18 kilometer van de huidige kustlijn liggen, te onderzoeken. Je krijgt dan echte gevoelens voor de geheimen die de hoogvlakte zo angstvallig beschermt.

Zoals eerder opgemerkt zou je de resten van een geavanceerde maar “verloren” beschaving niet op een dergelijke hoogte verwachten. Toch vormen Tiahuanaco en Puma Punku het bewijs voor onze verwachtingen.

Een kunstmatig kanaal omringt het centrum van Tiahuanaco. Het grootste bouwwerk, de Akapana, bestaat uit 7 terrassen die omhoog gaan tot 15 meter per laag. De terrassen zijn geconstrueerd met behulp van zeer precies passende stenen waarbij geen cement te pas kwam. Het bovenste terras was bedekt met groen gesteente. Ook was er een verzonken plein gemaakt van 45 bij 45 meter. Gebouwen bekroonden het geheel en inwendige, in steen uitgehouwen, kanalen zorgden voor de afvoer van het water. Dit is echter pure speculatie want hun echte doel is altijd onbekend gebleven.

Naast de Akapana werd een tweede platform gebouwd met de afmetingen van 117 bij 108 meter, de zogenaamde Kalasayaya. Voor dit bouwwerk bevond zich ook een verzonken plein. Het complex stond volgens de regels in een perfecte uitlijning met de kardinale punten. Het was gericht naar de opkomende zon tijdens de lente zonnewende. De Kalasayaya was een trappiramide, een aarden verhoging bekleed met blokken uit de Andes. Tijdens de verovering brachten de Spanjaarden bezoeken aan de plaats waar ze zich afvroegen wie, hoe en waarom het gebouwd was. Sinds die periode werd de Kalasayaya gebruikt als een steengroeve. De makkelijst te vervoeren stenen werden uit het bouwwerk verwijderd en gebruikt om een kerk en een brug te bouwen in de nabijheid. 90 % van de oorspronkelijke stenen zijn op deze manier verwijderd. Het eerste probleem dat men bij het onderzoek tegenkwam is dat de dichtstbijzijnde steengroeve op een behoorlijke afstand van Tiahuanaco ligt. De bouwers van de oorspronkelijke structuren hadden een afstand van ongeveer 75 kilometer af te leggen om aan de bouwstenen te komen. Er werd ook zandsteen gebruikt als constructiemateriaal en dit was afkomstig uit een groeve die op ongeveer 15 kilometer lag.

Het gewicht van de blokken varieerde van enkele honderden kilo’s tot zo’n 70.000 kilogram. Hoe hanteerden ze deze blokken en hoe overbrugden deze oude bouwers de afstanden? Laten we vooral in ons achterhoofd houden dat het verboden is om met meer dan 40.000 kilogram over de moderne wegen te rijden zonder speciale vergunning.

Dit is een oud probleem dat de archeologen of proberen te vermijden of ze proberen de oplossing te zoeken in hun vooringenomen en onbewezen theorieën. Elke bouwsteen met een gewicht van meer dan 20.000 kilogram is een uiterst lastige lading om mee om te gaan tenzij je beschikt over de modernste middelen. Zonder kranen, vrachtwagens en gigantische kiepwagens zijn stenen van meer dan 50.000 kilogram onmogelijk uit de steengroeve te krijgen en te vervoeren over een afstand van 15 tot 75 kilometer. Het ligt buiten ons bevattingsvermogen om ons voor te stellen dat deze blokken met behulp van handwerk, hout en touw werden verplaatst.

We moeten hier ook bij bedenken dat de beschavingen van de hoogvlakten geen metalen gereedschappen, katrollen of wielen tot hun beschikking hadden. Verder moeten we goed in ons achterhoofd houden dat de moderne vrachtwagens die tegenwoordig het wegennet berijden ongeveer 20.000 kilogram kunnen laden. Het is belachelijk dat de archeologen volhouden dat de oude, onbekende bouwers tot het onmogelijke in staat waren en de megalithische blokken met primitieve methoden te verplaatsen.

In plaats van hun aan een zijden draad hangende theorieën te verdedigen, voelen de archeologen zich meer geroepen om onafhankelijke onderzoekers, zoals Graham Hancock en J.A. West aan te vallen en ze te kenmerken als “buitenbeentjes” met een voorliefde voor “pseudo-wetenschap”. Het enige dat ze doen is het oproepen van logische, puur wetenschappelijke vragen die gebaseerd zijn op rede en gezond verstand. Ze komen met vragen die de wetenschappers verontrusten. De technologische vragen die deze plaatsen oproepen moeten op een serieuze en wetenschappelijke manier benaderd worden anders komen we met een geforceerd en vervalst beeld van de menselijke geschiedenis te zitten. De inzet is enorm hoog, want het betreft hier wel onze identiteit als ras en de plaats die we in gaan nemen in het grote schema. Ik breng de zaken hierboven naar voren om daarmee de nadruk te leggen op de extreme uitdaging die de nabijgelegen plaats, Puma Punku, vormt voor alle mogelijke soorten wetenschappers. We hebben hier te maken met immense blokken steen met gewichten die variëren van 150.000 tot 350.000 kilogram. Deze enorme blokken liggen wijd verspreid in het landschap. Hoe zijn ze hier gekomen en waarom lijken ze het landschap te vullen alsof één of andere ramp ze compleet door elkaar gegooid heeft? Deze blokken met hun gigantische afmetingen tarten iedere mogelijke beschrijving van de manier waarop ze uit de steengroeve gehaald, verplaatst en opgetild zijn.

Eens te meer wil ik u wijzen op de moderne installaties die gebruikt worden om zware ladingen bij grootschalige mijnwerkzaamheden en constructiewerken te verplaatsen en we weten dan ook heel goed welke problemen er tegenwoordig bij dergelijke werkzaamheden opgelost moeten worden. De meeste van de moderne zware hijswerktuigen die in gebruik zijn op dergelijke plaatsen zijn in staat om tussen de 50.000 en 150.000 kilogram te heffen. Zelfs de zwaarste metalen balken wegen maar zelden meer. Er zijn speciale hijskranen in gebruik die 200.000 tot 300.000 kilogram kunnen tillen en zij worden gebruikt bij het bergen van ontspoorde treinen en om andere kranen te verplaatsen bij hoogbouw. De zwaarste vrachtwagens die ooit gemaakt zijn worden gebruikt om vrachten van 350.000 kilogram te verplaatsen. Met deze moderne machines in het achterhoofd is het duidelijk dat handwerk, houten rollen en touw niet in verhouding staan tot de taak van het verplaatsen van ladingen van 150.000 tot 350.000 kilogram over een afstand van 15 tot 75 kilometer. Er is een technologisch onderwezen persoon voor nodig om ons te overtuigen van het feit dat deze oude beschaving tot deze wonderen in staat moet zijn geweest. Het is duidelijk dat de conventionele archeologie onder deze noemer valt want zij houden vurig vol dat ze deze wonderen met de primitieve middelen konden verrichten.

Het mysterie van Tiahuanaco en Puma Punku eindigde niet met de uitdagingen die het bouwen met zich meebracht. Het feit dat deze ruïnes zich 18 kilometer van en 30 meter boven de huidige kust bevinden zorgt voor een ander raadsel. Als deze plaatsen zo’n 3 á 4.000 jaar geleden gebouwd werden, zoals de archeologie volhoudt, kunnen we ons vervolgens afvragen waarom er gekozen werd voor deze hoogte terwijl ze de bouwwerken ook aan de oever van het meer hadden kunnen bouwen. We kunnen ons zelfs voorstellen dat wanneer de bouwwerken opgericht werden toen het meer zich veel hoger bevond de bouwers de blokken over het water verplaatsten in plaats van over het land.

Dat scenario past precies in de logica van de plaats door de verklaring van de locatie en waarom de plaatsen op een dergelijk grote afstand van de kustlijn liggen. Zouden wij niet vlakbij het meer gaan bouwen in plaats van op zo’n grote afstand zodat we makkelijk in onze schepen konden stappen in plaats van eerst 18 kilometer te lopen?

Het probleem is dat deze logische benadering niet overeenkomt met de orthodoxe chronologie omdat het Titicaca-meer duizenden jaren lang niet zo’n hoog waterpeil heeft gehad. Een studie van de hoogvlakte, die gepubliceerd werd in 2001, heeft aangetoond dat het peil van het meer enorm is gewijzigd in de afgelopen 25.000 jaar. Het resultaat van dit onderzoek werd in januari 2001 gepubliceerd in Science en de eindconclusie van het onderzoek luidde: “dat het Titicaca-meer een diep, vers en voortdurend overstromend meer was tijdens de laatste ijstijd hetgeen betekent dat de hoogvlakte van Bolivia en Peru veel natter waren dan nu.”

De Peruviaanse wetenschapper Arthur Posnansky heeft gedurende 50 jaar de plaats bestudeerd. Tijdens zijn opgravingen heeft hij bewijs gevonden van het feit dat Puma Punku een pier had. Na tientallen jaren onderzoek was Posnansky overtuigd van het feit dat Tiahuanaco een haven is geweest toen het peil van het meer veel hoger was. Volgens een recente klimatologische studie moet dat tussen de 15 en 18.000 jaar geleden zijn geweest. Zijn constructie chronologie én zijn pier theorie passen precies in de recente studieresultaten en het past precies in het algemene schema. Zijn bevindingen komen echter in een drastisch conflict met de orthodoxe theorieën en tijdslijnen.

Zijn bevindingen hebben er echter voor gezorgd dat de conventionele archeologen in een beschamende hoek zijn terechtgekomen. Hoe verklaren zij de gigantische, rechthoekige stenen die het landschap rond Puma Punku zo sterk beïnvloeden? Volgens hun chronologie is er geen pier geweest omdat ze ver boven de kustlijn liggen sinds de tijd dat Tiahuanaco gebouwd werd. Bij gebrek aan een aannemelijke theorie bieden zij de meest ongelooflijke reden aan: de bouwers zouden de immense blokken zijn gaan verslepen en toen zij het project in de steek lieten gooiden ze de 100.000 tot 350.000 kilogram wegende blokken gewoon op de grond vallen.

Het idee is op het lachwekkende af. Het is niet alleen te idioot voor woorden maar ook een belediging voor ieder weldenkend persoon. We moeten ons niet overgeven en deze academische idiotie zonder kritiek aannemen zonder ons te verdedigen tegen hun aanklachten tegenover “pseudo-wetenschap” en “nep-archeologie”.

Het is tijd voor de orthodoxen om aan te nemen of te zwijgen. We moeten er op staan dat ze hun bizarre theorieën bewijzen door te zorgen voor bouwkundige testen. Dit is één van de aspecten van de mysteries der geschiedenis die opgelost kunnen worden door het gebruik van wetenschappelijke methoden. Het is niet moeilijk om een groep mensen te verzamelen die met behulp van touwen een blok steen van 300.000 kilogram moet verplaatsen. Posnansky heeft uitgerekend dat Tiahuanaco 17.000 jaar geleden als haven heeft gediend. Hij baseerde zijn schatting op de hemelse uitlijning van de plaats. We kunnen samenvatten dat met de klimatologische studie en zien dat zijn schatting, bij gebruik van verschillende methoden niet veel schelen in de uitkomst. Het meer had zijn hoogste peil bereikt tijdens de top van de laatste ijstijd. De klimaat studie toont aan dat het meer een binnenzee was omdat het 750 kilometer lang was. Met die afmeting in ons achterhoofd lijkt het duidelijk dat een geavanceerde beschaving die zich rond het meer had gevestigd een centraal gelegen administratief centrum, een grote haven en een deugdelijke pier nodig had.

We hebben kenmerken aangevoerd die wijzen in de richting van een hoog ontwikkelingsniveau dat eigen was voor de bouwers van Tiahuanaco en Puma Punku. Het bewijs wijst sterk in de richting van iemand met een goed gevoel voor agronomische, hydrologische en bouwkundige werkwijzen die een plan had gemaakt voor het gehele gebied.

Het meer en zijn omgeving waren op pijnlijk precieze manier omgevormd tot een complex systeem van omleidingen, dijken en kanalen. Dit hydraulische controlesysteem werd gebruikt om water op te slaan en te leveren aan een ingewikkeld agricultureel complex van enkele honderdduizenden vierkante meters en het was gebaseerd op een systeem van velden op verschillende niveau’s. (Verhoogde aarden platforms omringd door greppels en kanalen. De te beplanten platforms bestonden uit aarde die uit de greppels kwam, waardoor de grond bijzonder vruchtbaar was).

Moderne agronomen hebben aangetoond dat dit ingenieuze systeem perfect past bij het daar heersende klimaat. De permanent beplantte platforms van dicht opeen staande rijen reduceerde het onkruid. De grond uit de kanalen bevatte veel stikstof, een essentieel bestanddeel van kunstmest. Er bestaat geen twijfel over de vraag of deze agriculturele methoden waren zelfs volgens de moderne werkwijzen vergevorderd. Deze gevolgtrekking is problematisch omdat we ons af moeten vragen hoe een beschaving die net met agrarische werkwijzen begint te experimenteren zulke zaken heeft ontwikkeld.

Soms geven de minst onderzochte details de beste weergave van het verleden en ze geven vaak een heel ander inzicht dan de moderne historici ons willen laten weten. Gedurende de loop der jaren hebben archeologen, bodemdeskundigen en andere wetenschappers een aantal vreemde richels in de bodem aangetroffen die aangeven wanneer het niveau van het meer veranderde. Studie van de bodem gaf aan dat de richels de overblijfselen zijn van de verhoogde velden die hierboven beschreven zijn.

Agrarisch deskundigen hebben enkele theorieën beproefd en ze zijn tot de conclusie gekomen dat de oogsten groter waren dan dat zij met moderne middelen zouden zijn geweest. De experimenten hebben verder aangetoond dat deze manier van landbouw het sterftecijfer onder de gewassen terug kon brengen van 100% tot 10% en dat mag zeer zeker verbazingwekkend genoemd worden. Zoals we hebben gelezen aan het begin van dit artikel kan de nachtvorst ieder moment van het jaar invallen, daarom was het belangrijk voor de boeren om een soort mini-klimaat te scheppen die hun gewassen zou kunnen beschermen. De verhoogde terrassen schiepen deze omstandigheden. Alleen aangepaste, geharde en gewassen met een korte bloeitijd konden op deze hoogten gekweekt worden. Landbouwdeskundigen zeggen dat maar 20% van de gewassen uit dit gebied boven de 3000 meter groeit. Toch produceerde dit gebied genoeg voor een aantal mensen dat het huidige aantal ver overtreft.

Het grote probleem in deze zaak is dat we deze beschaving niet meer aan het werk kunnen zien waardoor we niet kunnen waarnemen hoe geavanceerd ze werkelijk waren. Het enige dat we kunnen zien zijn de skeletten van hun bouwwerken en de vage lijnen van hun verhoogde landbouwvelden, dijken en kanalen. Als we in de tijd zouden kunnen reizen konden we een goed georganiseerd landschap met goed verzorgde gewassen kunnen zien dat van water voorzien werd door een zeer geavanceerd kanalensysteem. Het gebied zou bruisen van het leven door de aanwezigheid van boeren, handelaren, kunstenaars, rijkelijk groeiende gewassen, goederentransport en ceremoniële festiviteiten. Dit alles zou plaatsvinden rond het massieve, en toch elegante complex dat we Tiahuanaco noemen.



Bron: kronosworld

Voeg toe aan: