Zoeken
 


De Cash-Landrum zaak

Laatste wijziging: zondag 10 januari 2010 om 18:34, 4162 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
zondag 10 januari 2010

De nacht was koud op 29 december 1980 toen Betty Cash, Vickie Landrum en haar kleinzoon Colby over een verlaten weg reden, op weg naar de buitenwijken van Houston, in Texas. De twee dames van middelbare leeftijd en de jongen hadden zojuist hun avondeten genuttigd in een wegrestaurant, in New Caney, vlak in de buurt. Op de lange terugrit naar huis waren ze net een bocht in de snelweg gepasseerd, toen de zeven jaar oude Colby opgewonden naar een fel licht in de hemel wees. Dichterbij komend, zagen ze vlak voor hen een enorm, diamantvormig ruimteschip. Het zakte snel naar beneden tot op de hoogte van de boomtoppen, boven de weg. De doorgang werd belemmerd door een kegel van vuur die deed denken aan de uitlaat van een grote NASA-raket.

Buitenaardse ontmoeting

Het geheimzinnige voorwerp, dat zich nu op minder dan 60 meter afstand bevond, gloeide zo helder op dat het het omringende bos verlichtte. Cash stopte, en de drie stapten uit om te zien wat er aan de hand was, maar er kwam hen een golf van hevige hitte tegemoet. Landrum ging met Colby terug naar de auto, maar Cash bleef kijken naar het heldere voorwerp, zonder te merken dat de hitte haar huid verbrandde en het licht haar ogen beschadigde. Pas toen het ding begon te bewegen, reageerde Cash op Landrums smeekbeden om terug naar de auto te komen. Toen Cash het portier opende verbrandde ze haar hand aan de handgreep die gloeiendheet was geworden.

Terwijl ze het ruimtevaartuig in de donkere nacht zagen verdwijnen, verschenen er plotseling zo'n twintig helikopters aan de hemel. Ze zijn later geïdentificeerd als CH-47 Chinooks met dubbele rotor, en het leek alsof ze het geheimzinnige vaartuig achtervolgden of begeleidden. Cash en Landrum reden nog twee kilometer verder tot ze op een grotere snelweg uitkwamen, die in dezelfde richting liep waar het ruimteschip en de vloot zwarte hehkopters naar toe vlogen. Op een bepaald moment ging één ervan vlak boven de auto hangen zodat de inzittenden verdoofd werden door het lawaai van de motoren. Er kwam tenslotte een eind aan de ontmoeting toen het trio de snelweg verliet. Meerdere getuigen.

Het trio was verdoofd en verdwaasd, en ontdekte dat er fysiek bewijs was voor wat ze hadden beleefd, en dat het geen hallucinatie was geweest. Eerst kwamen ze te weten dat sommige inwoners van de buitenwijken van Houston die nacht ook heldere lichten en helikopters hadden gezien. Vervolgens ontdekten Cash en Landrum in de dagen en weken daarna dat ze verwondingen hadden opgelopen, waarvan alleen hun vreemde ontmoeting de oorzaak kon zijn.

Cash had last van overgeven en diarree, een minder goed gezichtsvermogen (haar ogen waren zo opgezwollen dat ze bijna een week lang niet kon zien), diverse pijnen, blaren op de hoofdhuid, en tijdelijke haaruitval. In de drie dagen na het voorval verslechterde haar toestand zodanig dat ze naar de Eerste Hulp van een naburig ziekenhuis moest. Betty vertelde het ziekenhuispersoneel niets over haar ufo-ontmoeting- men nam aan dat zij een klassiek brandwondengeval was. Vickie Landrum en haar kleinzoon Colby vertoonden gelijksoortige symptomen, maar minder heftig. Ze hadden beiden opgezwollen ogen, last van "zonnebrand", moesten braken en hadden diarree. In de jaren daarna kreeg Betty borstkanker, waardoor haar borsten moesten worden afgezet.

Binnen een paar maanden startten Cash en Landrum een procedure om 20 miljoen dollar van de Amerikaanse regering te verkrijgen als compensatie voor de verwondingen die ze hadden opgelopen. Dit zou een langdurige en tenslotte hopeloze affaire worden. Maanden, jaren verstreken en het hogere kader van ieder onderdeel van de Amerikaanse strijdkrachten bleef volhouden dat de Amerikaanse krijgsmacht op geen enkele wijze bij zo'n scenario betrokken was. Er werd nooit een officieel onderzoek ingesteld.

Toen de zaak in 1986 tenslotte voor de rechter kwam, werd de eis afgewezen met als reden dat Cash niet kon bewijzen dat de "ufo" eigendom van de Amerikaanse regering was. Sinds die tijd is de zaak vastgelopen in een soort militair en juridisch niemandsland, waardoor Cash en Landrum het gevoel kregen dat iedereen dacht dat ze alles hadden verzonnen. Ze hebben echter wel degelijk iets gezien en gevoeld- maar wat was het?

Buitenaards geheim

De ufo-gemeenschap had een aantal theorieën, die een afspiegeling waren van de verscheidenheid aan standpunten die ufologen innemen met betrekking tot geheimzinnige vliegende voorwerpen in het algemeen. Eén fractie meent dat Cash en Landrum een geheim, door atoomenergie aangedreven militair Amerikaans ruimteschip hebben gezien, dat niets te maken had met buitenaardse ufo's. Een andere fractie denkt dat de twee vrouwen en kleinzoon Colby getuige waren van het voorbijkomen van een Amerikaans militair ruimtevoertuig, dat was gebouwd met kennis die vergaard was door het systematisch bestuderen van ongelukken met diverse buitenaardse ruimteschepen.

Weer een andere fractie gelooft dat het trio uit Texas een van de ve!e oefeningen heeft gezien die de Amerikaanse regering houdt samen met een buitenaardse strijdmacht uit de ruimte vanwege een supergeheime, moeizame alliantie. In ieder geval is bijna iedereen het er over eens dat de helikopters waren gestuurd om het gebied af te sluiten, voor het geval dat het geheimzinnige ruimteschip een gedwongen landing moest maken.

In zijn onlangs verschenen boek The Cash-Landrum UFO Investigation komt John Schuessler, een luchtvaartingenieur van Boeing uit Houston, tot de conclusie dat Cash en Landrum een waar gebeurd voorval hebben beschreven. Hij doet al 35 jaar onderzoek naar ufo's en rneent dat de helicopters die werden waargenomen, van de Amerikaanse luchtmacht waren, vanuit Fort Hood in Texas, op pad gestuurd, en tevens vanaf een vliegdekschip in de Golf van Mexico, hoewel hij daar de naam niet van weet.

Schuessler beweert dat de helikopters de ufo slechts zo goed mogelijk in de gaten hielden. Hij gelooft dat buitenaardse wezens in zo grote getale onder ons zijn, dat de Amerikaanse regering niets kan beginnen tegen hun frequente vluchten naar en rond onze planeet, hoewel men wel met ze communileert. Schuessler denkt ook dat de buitenaardse wezens niet gekomen zijn om ons te vernietigen, noch om een nieuwe hybride levensvorm te creëren met gebruikmaking van ons genenbestand, rnaar dat ze wel op een aantal geheimzinnige manieren onze grondstoffen exploiteren. Volgens hem kan de Arnerikaanse regering niet veel meer doen dan deze plundertochten registreren. En deze ongemakkelijke relatie is volgens Schuessler ook de achtergrond van het ufo-voorval dat Cash, Landrum en Colby hebben waargenomen.

De vroegere luchtvaartingenieur en ufo-onderzoeker beweert ook dat niemand van alle Amerikaanse regeringsambtenaren die hij heeft geïnterviewd zwart op wit wilde laten stellen dat er in het algemeen buitenaardse wezens aanwezig zijn, of dat zij zich hebben laten zien op de tijd en de plaats van de zaak Cash-Landrum. Schuessler vertelde aan dat een van de helikopterpiloten eerst bereid was om details te verstrekken over de gebeurtenissen van die nacht, maar dat hij zich vervolgens bedacht. "Het is duidelijk dat hij door zijn superieuren tot zwijgen is gemaand," zegt Schuessler.

In zijn boek roept Schuessler de regering op de verantwoordelijkheid te nemen om het publiek te vertellen wat men weet, en toe te geven dat men niet in staat is om buitenaardse binnendringers onder controle te houden. Verder vindt Schuessler dat de overheid verplicht is om de mensen die ze niet heeft kunnen beschermen, schadeloos te stellen. Daar horen Betty Cash, Vickie Landrum en Colby natuurlijk ook bij. Omdat de Amerikaanse regering hier niet toe bereid is, concludeert Schuessler somber, betekent dit dat zij deze enorme bedragen niet wil uitgeven en ook haar onvermogen niet wil toegeven.

Betty Cash en Vickie Landrum zijn nog steeds bezig hun leven weer op orde te krijgen. Cash is nu 68 en woont met haar familie nogal afgezonderd in Alabama, nadat ze jarenlang van de ene plaats naar de andere was verhuisd om een thuis te vinden. Al die tijd is ze door een slechte gezondheid gekweld geweest. Ze heeft ook kanker opgelopen, die volgens haar veroorzaakt is door haar ervaring in 1980, en onlangs heeft ze een bijna fatale hartaanval gehad. Deze ziektes, de opdringerigheid van de pers en de aanslagen op haar geloofwaardigheid door de regering, in de jaren na haar buitenaardse ontmoeting, hebben haar leven nagenoeg verwoest. Maar zelfs kleinzoon Colby, die er relatief goed vanaf is gekomen, heeft jarenlang geweigerd over het voorval te praten. Verwoeste levens

Sue Pitts, onderdirecteur van het Mutual UFO Network (MUFON) in de staat Alabama zegt: "Veel mensen zijn emotioneel en fysiek beschadigd door hun ontmoeting met een ufo en hun leven is kapot gemaakt." Pitts vertelt het verhaal van de politiechef Jeff Greenhaw uit Falkville die in 1973 een "buitenaards wezen" fotografeerde en achternazat. "De mensen dachten dat er met Jeff een geintje was uitgehaald, of dat hij loog," zegt Pitts. "Hij raakte zijn baan en zijn vrouw kwijt. Al jaren woont hij stilletjes in Alabama en weigert interviews."



Bron: mysterydatabase

Voeg toe aan: