De huidige bevolking van India stamt in meerderheid af van twee oude, genetisch verschillende volken. De eerste groep oer-Indiërs is genetisch nauw verwant aan bewoners van het Midden-Oosten, aan Centraal-Aziaten en Europeanen. De tweede verschilt evenveel van de eerste als van Oost-Aziaten en is alleen nog onvermengd te vinden op eilanden voor de kust.
Dat is de belangrijkste conclusie van een onderzoek dat drie Amerikaanse en twee Indiase genetici hebben gedaan naar de afstamming van de Indiërs (Nature, 24 september).
Zij namen 132 bloedmonsters van vrijwilligers uit 25 etnische groepen, verdeeld over 15 deelstaten en 6 taalfamilies, en analyseerden hun complete genoom. Sociaal-cultureel gezien waren de deelnemers gelijkelijk verdeeld over hogere kasten, lagere kasten en in stamverband levende volken. Er waren ook deelnemers bij van twee kleine volkjes in de Golf van Bengalen.
De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat de verschillende bevolkingsgroepen van India de genetische afdrukken vertonen van Europese, Aziatische en – een enkele groep aan de westkust – van Afrikaanse genomen. De genetische diversiteit van de Indiërs blijkt drie tot vier maal zo groot te zijn als die van alle Europeanen samen. Daaruit maken de onderzoekers op dat veel volkeren van India, hoe groot ze nu ook zijn, begonnen als kleine groepjes, die later bijna niet meer zijn verhuisd.
Verder stelden zij vast dat de meeste Indiase bevolkingsgroepen een vermenging zijn van twee oervolken, die de onderzoekers Voorouderlijke Noord-Indiërs (ANI) en Voorouderlijke Zuid-Indiërs (ASI) noemen. De oude noorderlingen zijn het nauwst verwant met hedendaagse Europeanen. De mengverhouding van ANI en ASI varieert, maar die vermenging is zichtbaar onder alle kasten, zelfs onder in stamverband levende groepen, en onder sprekers van zowel Dravidische als Indo-Europese talen, de twee grootste taalfamilies van India. De meeste Indiase bevolkingsgroepen zijn genetisch voor 39 tot 71 procent oude noorderlingen. Het noordelijke element is sterker vertegenwoordigd onder traditioneel hogere kasten en onder sprekers van Indo-Europese talen. Indiërs met louter zuidelijke voorouders zijn alleen nog te vinden op de Andamanen, een archipel in de Golf van Bengalen.
De onderzoekers zijn van mening dat de grote genetische diversiteit van de Indiërs bleef bestaan als gevolg van endogamie. In het traditionele kastenstelsel werd (en wordt) alleen getrouwd binnen de eigen groep.
>
Bron: denieuwsgier.blogspot.com
Voeg toe aan: