Men neemt al een lange tijd aan dat zowel onze moederplaneet Aarde als onze ster zeer geschikt waren voor het ontstaan van het leven en zeer geschikt zijn voor het voortbestaan van het leven. Maar door langdurig onderzoek over het verleden van onze ster en planeet komen we langzaamaan tot de conclusie dat deze eigenlijk niet zo optimaal waren als eerder aangenomen werd, integendeel zelf. Men kwam tot deze conclusie na een onderzoek van de magnetische uitstraling van onze ster, hieruit blijkt namelijk dat de activiteit van onze ster in feite zeer schadelijk is voor het ontstaan en de ontwikkeling van nieuwe levensvormen.
Hoe zeldzaam het leven in het universum is, is een vraag die al jarenlang de oorzaak is van heftige discussies tussen onderzoekers uit de biologie, geologie, natuurkunde en sterrenkunde. De conclusie van dit onderzoek zou volgens velen de kans op buitenaards leven sterk verhogen, indien leven kan ontstaan op een onvriendelijke planeet rond een onvriendelijke ster, dan zou dit zeker mogelijk moeten zijn rond en op veel gastvriendelijkere hemellichamen. Natuurlijk brengt dit ons dan weer tot een andere vraag, hoe zou een dergelijke gastvriendelijke omgeving er dan uit moeten zien? Een eerste stap tot een dergelijk antwoord is formuleren en bestuderen wat er nu zo onvriendelijk is aan ‘onze’ Aarde en diens Ster.
De Zon is zoals velen wel zullen weten een ontzagwekkende en angstaanjagend oververhitte bal van ongeveer 300.000 keer zo zwaar als de Aarde. De zon straalt enorme hoeveelheden energie miljoenen kilometers de ruimte in . Momenteel is onze zon een pak vriendelijker dan in het verleden, toen beleefde de Zon nog steeds haar wilde en agressieve jeugdjaren. Het is dan ook moeilijk te begrijpen dat de allereerste levensvormen wisten te ontstaan tijdens deze gevaarlijke periode.
Edward Guinan, een professor in de astronomie en astrofysica aan Villanova Universiteit in de VS, bestudeerde de Zon in vroege en late levensstadia. Deze keek naar de omstandigheden tijdens de ontstaansperiode van het Aards leven en het eindstadium van ons zonnestelsel. Uit deze studie bleek dat de Zon in het verleden meer dan tien keer sneller om haar as draaide, waardoor de uitgestraalde ultraviolette straling tot een paar honderd keer sterker zou zijn geweest dan de huidige waarnemingen. Uit de studies blijkt dat onze Zon niet meteen de meest geschikte ster was voor het ontstaan van leven, het is zelf zo dat we momenteel een dergelijke sterrenstelsels als voor niet-levensvatbaar zouden beschouwen. Veel optimaler voor het ontstaan van leven zou een iets zwaardere planeet zijn in een baan rond een lichtere ster. Dit aangezien een zwaardere planeet een groter magnetisch veld heeft en langer haar dampkring behoudt.
Men nam al zeer lang aan dat het Aards leven volledig verdwenen zou moeten zijn binnen een half tot één miljard jaar. Door dit onderzoek zou het echter mogelijk moeten zijn dat onze planeet tot een half miljard jaar langer kleine organismes zou kunnen bevatten, aangezien deze organismes ook wisten te overleven in het vroeger onstabiel stelsel. Een andere zeer belangrijkere opmerking is dan ook dat de genoemde gastvriendelijke sterren en planeten tien maal zo talrijk zouden zijn dan onze eigen ster en planeet, wat de kans op leven buiten de Aarde aanzienlijk vergroot. Men moet dus niet meteen zoeken naar sterren zoals onze Zon, maar moet naar totaal andere sterrenstelsels kijken wil men de ontdekkingskans verhogen.
Bron: astroversum.nl
Voeg toe aan: