In 1976 werd de hoop op de aanwezigheid van leven op Mars de bodem in geslagen. De twee Vikinglanders die op het Marsoppervlak waren neergedaald en bodemmonsters onderzochten, vonden geen spoor van organische verbindingen - de koolstofhoudende moleculen die cruciaal zijn voor leven zoals wij dat kennen. Het ontbreken van deze moleculen was eigenlijk heel opmerkelijk.
Want Mars wordt, net als de aarde, voortdurend getroffen door (brokstukken van) kometen en planetoïden, en die bevatten wel degelijk organisch materiaal. Je zou dus verwachten dat daar wel iets van terug te vinden zou zijn. Het onderzoek dat vorig jaar door de Marslander Phoenix is gedaan, heeft dit raadsel mogelijk opgelost. In de Marsbodem blijken namelijk zogeheten perchloraten te zitten.
Bij lage temperaturen zijn deze chemische verbindingen tamelijk onschuldig. Maar als je ze tot honderden graden verhit, geven ze veel zuurstof af, waardoor het omringende materiaal oxideert. Bij hun onderzoek van de Marsbodem hebben zowel de beide Vikings als Phoenix gebruik gemaakt van een oventje waarin de verzamelde bodemmonsters sterk werden verhit, om de vrijkomende gassen te kunnen analyseren.
Het perchloraat van Mars zou deze experimenten wel eens verprutst kunnen hebben. Na soortgelijke behandeling van perchloraathoudende bodemmonsters werd op aarde namelijk óók geen organisch materiaal gevonden. Mogelijk dat pas de komende Europese Marsmissie (ExoMars), die in 2016 wordt gelanceerd, aan alle onzekerheid een einde kan brengen. Deze zal de door hem verzamelde bodemmonsters oplossen in water alvorens ze te verwarmen.
Meer informatie:
Mars robots may have destroyed evidence of life
Bron: astronieuws
Voeg toe aan: