ZAHEERABAD, 17 maart 2009 (IPS) - In de strijd tegen de klimaatverandering hebben vijfduizend vrouwen in het droge zuiden van India zich verenigd in een collectief dat overschakelt op organische landbouw zonder chemicaliën of irrigatie.
India kan zich maar beter wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, zo bleek in 2007 al uit een rapport van het Internationale Klimaatpanel van de VN (IPCC). Daarin staat dat de neerslagpatronen aanzienlijk zullen veranderen. Het land krijgt te maken met intensere regens tijdens korte periodes, maar in december, januari en februari zou er heel wat weer minder neerslag vallen. Het hele jaar zouden er frequente en aanhoudende droogtes voorkomen. De Indiase landbouw is daar het eerste slachtoffer van: bij een temperatuurstijging van amper een halve graad Celsius zou de graanproductie met 0,45 ton per hectare dalen.
Zelfhulpgroepen
Het IPCC besluit dat maatregelen broodnodig zijn om zich tegen dergelijke scenario’s te wapenen, en dat is precies wat vijfduizend vrouwen van de laagste kaste doen in de streek rond Zaheerabad. Ze kiezen voor inheemse soorten die geen extra water, chemicaliën of pesticiden nodig hebben en door elkaar geplant worden. De gewassen worden geteeld op droge, minderwaardige stukken grond die verbeterd zijn met de hulp van de Deccan Development Society (DDS). Die organisatie helpt vrouwen al 25 jaar lang om “sanghas” te vormen, lokale zelfhulpgroepen die regelmatig samenkomen en een gemeenschappelijke koers uitstippelen.
De vrouwen planten meestal in oktober en november en vragen hulp van hun familie om zeven dagen te helpen bij het wieden en nog eens vijftien tot twintig dagen bij de oogst. Ze bemesten de grond maar om de twee à drie jaar met natuurlijke mest van veeboerderijen.
In het dorp Bidakanne toont de vijftigjarige Samamma haar veldje: tussen de rijen zonnebloemen groeien allerlei inheemse soorten bonen, erwten en groenten. “In mijn veld nemen sommige planten voedingsstoffen terwijl andere weer iets teruggeven”, zegt ze. “Ik haal er al mijn voedingsbehoeften uit voor olie, granen en groenten”. Haar lapje grond, minder dan een are groot, produceert 150 kilogram bonen, 200 kilogram graan en 50 kilo lijnzaad. Ze houdt enkele tientallen kilo’s voor zichzelf en verkoopt de rest op de markt.
Bio-label
In 75 dorpen hebben nu al vijfduizend vrouwen voor dezelfde landbouwmethode gekozen. DDS implementeert momenteel een systeem om de productie van de vrouwen te laten certificeren als biologische producten.
De vrouwen, die de onderste lagen van de maatschappij komen, worden nu overspoeld met bestellingen. Narsamma, nu 55, werkte vroeger als arbeidster en verdiende nauwelijks haar boterham. Ze hoorde van de DDS-groepen in een naburig dorp, en vroeg de organisatie om hulp. Nu heeft ze een opleiding voor vijf van haar kinderen kunnen betalen, bouwde ze een nieuw huis en kon ze vee en land kopen met hulp van DDS en de overheid. “Als landeigenaren nu bij mij komen om graan te lenen, moet ik lachen”, zegt ze.
Bron: mo.be
Voeg toe aan: