De officiële verklaring luidde dat één van de 66 satellieten die in het bezit zijn van het Amerikaanse telecommunicatiebedrijf Iridium, ongeveer 800 kilometer boven Siberië in botsing kwam met een oude, niet meer in gebruik zijnde Russische Cosmos-2251 satelliet, die in 1993 gelanceerd was.

 

Generaal-majoor Leonid Shershnev, voormalig hoofd van het Russische Militaire Ruimtevaartbureau, verklaarde in een interview met de Moskovsky Komsomolets krant dat de Amerikaanse satelliet die betrokken was bij de botsing, gebruikt werd door het Amerikaanse leger, als onderdeel van het 'dubbele-bestemming' Orbital-Express onderzoeksproject, dat begon in 2007.

 

Orbital Express was een ruimtemissie van het Amerikaanse Defense Advanced Research Project Agency (DARPA), dat geleid werd door een team dat verbonden is aan NASA's Marshall Space Flight Center (MSFC). Volgens DARPA was het programma bedoeld om de technische haalbaarheid te testen van het automatisch en autonoom herconfigureren en bijladen van satellieten die zich in een omloopbaan om de Aarde bevinden, zodat deze technologie mogelijk gebruikt kon gaan worden in zowel toekomstige commerciële ruimteprogramma's, als in het kader van de nationale veiligheid van de VS.

 

De Orbital Express werd in maart 2007 gelanceerd, als onderdeel van het Amerikaanse Luchtmacht Ruimte Test Programma (STP-1). De missie, waarbij twee satellieten werden getest, werd gecompleteerd in juli 2007 en een succes genoemd.

 

Shershnev beweert nu dat het Amerikaanse leger het project heeft voortgezet, om de technologie om door middel van volledig geautomatiseerde satellieten andere satellieten in de gaten te houden en te inspecteren, verder te ontwikkelen.

 

De botsing in februari zou volgens hem een indicatie kunnen zijn dat Amerika erin geslaagd is deze technologie te ontwikkelen, en inmiddels in staat is om door middel van één commando 'vijandelijke satellieten' te manipuleren en te vernietigen.

Xander

Bron: Ria Novosti