Groenten uit Brussel: tuinieren op een dak

Laatste wijziging: dinsdag 10 juli om 09:47, 3450 keer bekeken
 
Groningen, dinsdag 10 juli 2012

Tomaten, aardbeien en ander lekkers kweekt de Brusselaar voortaan zelf. Dat doet hij in zijn daktuin. Het fenomeen urban agriculture, stadslandbouw, is al langer in opmars en het bereikt nu onze hoofdstad. In het stedelijke landschap komen er steeds meer groene oases bij. Je eigen groenten kweken is een leuke hobby en bovendien is het goedkoop en gezond. We kropen op het dak met de Brusselse tuinders.

De tuin van Annemie Maes bestaat al twee jaar. 'Sindsdien is er veel veranderd. Uit ervaring heb ik geleerd welke gewassen groeien op daken. Het lavasubstraat, steentjes waar bomen in groeien, is erg geschikt voor mediterrane planten. Ik heb gekozen voor een edible forest garden. Het woord zegt het zelf: alles is hier eetbaar. De vloerbedekking bestaat uit bosaardbeien, tijm, korenkruid, rozemarijn, salie en lavendel. Er staan ook bloemen die goed zijn voor de honingproductie.

Van mijn olijfbomen kon ik vorig jaar een vijftigtal olijven plukken. Die moet je dan weken in zout water om de bitterheid eruit te krijgen. Er groeien hier ook chilipepers, druivenstokken, vijgenbomen, appelbomen, abrikozen, munt en nog zo veel meer.'

Annemie is kunstenares en put haar inspiratie uit haar idyllische daktuin boven op een parking in hartje Brussel. Ze is imker en ze volgt nu een cursus herborist (iemand die kruiden en planten bestudeert nvdr.). Zo wil ze weten hoe planten groeien en waarvoor ze precies dienen. Ze onderzoekt de vergroening van de stad en de opkomst van de stadslandbouw. Annemie vraagt zich af of een stad onafhankelijk kan zijn in haar voedselvoorziening en hoe stadslandbouw kan geïntegreerd worden om de overbevolking van steden op te vangen.

'In Brussel zit je met een soort microklimaat (de omstandigheden op een zeer kleine schaal zijn anders dan je op basis van het klimaat zou verwachten, nvdr.) waardoor zuiderse planten beter groeien. In een stad is het altijd een paar graden warmer doordat de gebouwen dichter bij elkaar staan. Daarnaast bieden de gebouwen ook bescherming tegen de wind. Wind is zeer schadelijk, zelfs warme wind kan schade aanrichten bij planten.'

De tuin van Annemie is geschikt voor bomen, omdat die boven op een parking gelegen is. 'Het gebouw heeft een goede structuur: het dak is sterk en de dakbedekking is in perfecte staat. Het dak wordt beschermd met plastic- en polyesterplaten. De boomwortels zijn zeer agressief en zoeken overal een uitweg. Door het tekort aan aarde kunnen de bomen zich niet volledig ontwikkelen en creëer je een soort bonsai-effect . Nu groeit de tuin goed, maar het vergde veel research. Het was een proces van vallen en opstaan.'

Soep

Boven op de Albertina-bibliotheek aan de Kunstberg in Brussel is tuinier Filippo Dalotta begonnen met een daktuin. Zijn project heet ‘Potage-Toit’. Hij kweekt er dertig verschillende soorten groenten en fijne kruiden naargelang van de wensen van de bibliotheek. De eetbare gewassen worden gebruikt in de kantine van de bibliotheek of worden verkocht aan nabijgelegen winkels.

De tuin is in januari aangelegd en de planten beginnen nu open te bloeien. Het is een proefproject van een jaar. In andere landen zoals Japan en Canada zijn ze er al langer mee bezig. Filippo Dalotta werkt zo ecologisch mogelijk. Hij heeft een irrigatiesysteem aangelegd met regenwater en werkt met zonnepanelen. De regen die wordt opgevangen in tonnen gebruikt hij als sproeiwater voor de planten. Hij wil de mensen duurzame en ecologische middelen leren kennen om aan voedselvoorziening te doen.

'Urban agriculture is goed voor dertig procent van de totale voedselvoorziening in ontwikkelingslanden. Deze nieuwe trend ontstond na de olieproblemen in Cuba en werd al snel een wereldfenomeen. Door meer tuinen aan te leggen, proberen we de CO2 voor een klein stuk terug te dringen. Groenten die je in een de stad kweekt, moet je vanwege de luchtvervuiling goed wassen. Het zou erger zijn, indien ze in volle grond in de stad of naast een autoweg zouden groeien, maar hoog op een dak valt dat goed mee.'

Het doel van het project is om platte en ongebruikte zones, zoals daken, op te waarderen door aan bio-intensieve tuinbouw te doen. Door overbevolking wordt er meer voedsel geïmporteerd en daarom worden alternatieve mogelijkheden gezocht om de stad te voeden. Stadslandbouw wil het probleem van voedselschaarste en natuurlijke grondstoffen deels oplossen. Daarnaast is er ook een sociale functie: gemeenschappelijk tuinieren brengt mensen samen.

Geen bio

Meer stadsburgers pikken de trend op en beginnen een eigen moestuintje op hun balkon of dak of ze delen een gemeenschappelijke moestuin. Fréderique Vansteen woont in Elsene en kweekt tomaten, salade en bieslook in de tuin op haar dak. 'Elke zomer kunnen we eten van onze zelfgekweekte groenten. Mijn huisgenoot heeft hier ook een paar wietplantjes staan en die groeien als kool (lacht). Een moestuintje onderhouden is heel gemakkelijk en heeft z’n voordelen. Je hoeft geen geld uit te geven aan veel te dure groenten en je weet dat er geen pesticiden werden gebruikt. Het is leuk om te doen en zorgt voor een beetje groen in de stad.'

Volgens Annemie Maes is het voedsel van het platteland niet per se beter dan het voedsel dat in de stad wordt geteeld. 'Het feit dat we niet met chemische pesticiden werken, compenseert de slechte stadslucht. Ik werk met natuurlijke pesticiden zoals lieveheersbeestjes. Zij eten de bladluizen op. Voedsel uit de stad mag echter geen biostempel krijgen. Daarvoor moet je het op minstens vijf kilometer van de autoweg planten. Mijn honing komt niet in aanmerking voor een biocertificaat, omdat hij uit de stad komt. De bijen die ik op mijn daktuin houd, interageren met die van de daktuin van mijn kunstenaarscollectief OKNO, hier een paar honderd meter verder. Bijen verbinden verschillende groene zones in een stad.'

'Ik merk op dat mensen zich meer beginnen te interesseren voor stedelijke landbouw. Ik vind dat het BIM, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, de mensen voldoende sensibiliseert. De site van het BIM toont dagelijks een overzicht van de luchtkwaliteit in Brussel en geeft handige tips over stadstuinen en biodiversiteit. Het BIM is een officiële organisatie die heeft begrepen dat verandering van onderaan komt en dat je mensen eerst moet informeren en sensibiliseren. Zo ontstaan er meer initiatieven. De organisatie ‘Le Début des Haricots’ legt bijvoorbeeld moestuinen aan. Vervolgens laat ze het onderhoud over aan de buurtbewoners.'

Dit jaar is Annemie gestart met de aanleg van een tweede daktuin. 'Deze daktuin zal bestaan uit een serre en een boomgaard. Ik ga er onder andere hazelaars planten. Het is zalig om de tuin niet alleen elke maand, maar ook elk jaar te zien veranderen. Wanneer ik begin te zaaien, probeer ik dat zoveel mogelijk te spreiden. Op die manier is niet alles op hetzelfde moment rijp en zitten we niet met overschotten. Mijn tuin is mijn laboratorium. De natuur zien ontwikkelen werkt enorm inspirerend. Moeder natuur zit perfect in elkaar.'



Bron: erasmix.be