Monsanto en de boeren

Laatste wijziging: zondag 24 januari om 19:41, 2542 keer bekeken
 
Groningen, zondag 24 januari 2010

Interview met de Canadese boer Percy Schmeiser

Zal genetische manipulatie het hongerprobleem uit de wereld helpen? Volgens Percy Schmeiser alleszins niet, wat de zaadmultinationals ook beloven. Schmeiser is een Canadese boer die samen met zijn vrouw de strijd is aangegaan tegen Monsanto. ‘Het enige waar Monsanto op uit is, is controle te verwerven over de gigantische markt van de zaden’, aldus Schmeiser. Onlangs was hij in België om de boeren hier zijn verhaal te vertellen.

Achtenzeventig is Schmeiser nu. Zijn verhaal begint ruim tien jaar geleden. In 1998 stelde Percy Schmeiser en zijn vrouw vast dat de gewassen op hun akkers besmet waren met ggo’s (genetisch gemodificeerde organismen) van de buren. Eigenlijk had Schmeiser Monsanto een proces moeten aandoen omwille van die ongevraagde besmetting, maar het omgekeerde gebeurde: Monsanto daagde de Schmeisers voor de rechtbank voor overtreding van de patentwet.

Het werd internationaal het eerste geval van inbreuk op de patentwetgeving over genetische manipulatie. ‘Negentien advocaten zette Monsanto tegen ons in, tegenover de ene advocaat die wij konden bekostigen. Het hele proces heeft ons een half miljoen dollar gekost. Monsanto had er twintig miljoen dollar voor veil. (zie kader)

Waren jullie het enige boerenbedrijf dat het opnam tegen Monsanto?

Percy Schmeiser: ‘Ja, we waren alleen. Er waren ook geen precedenten en de intimidaties waren erg groot. Maar voor mij was dit heel belangrijk. Wij waren zaadontwikkelaars en vonden dat een boer nooit het recht mag ontnomen worden om zijn eigen zaaigoed te ontwikkelen. Een tweede argument waren onze kinderen en kleinkinderen: wat voor een erfenis laten we hen na? Voedsel met virussen en bacteriën waarvan men op de lange termijn de impact niet kent. Het ging voor ons over de toekomst van de landbouw in boerenhanden.’

Hun beloftes zijn nochtans aantrekkelijk.

‘Ze beweren dat zij de hongerige wereld zullen voeden. Ze hebben het over grotere opbrengsten en minder gebruik van chemische middelen. Maar dat is een leugen. In de praktijk dalen de opbrengsten, wordt er minstens drie keer zoveel chemie gebruikt, en daalt de voedingswaarde. Ggo’s dienen helemaal niet om honger te bestrijden. Ze zijn daarvoor ook niet uitgevonden. Het klinkt alleen goed in de marketing. Het ergert me vreselijk wanneer ze dat argument gebruiken. Ze dienen wel om controle te krijgen over de boeren, over de aanlevering van zaden en voedsel.’

Sommigen zeggen dat het best mogelijk is ggo’s en organisch naast elkaar te laten bestaan.

‘Ggo’s maken organische landbouw onmogelijk. In Canada en in de VS heeft Monsanto vier ggo-gewassen geïntroduceerd: soja, raapzaad, maïs en katoen. Vandaag zijn al die vier teelten genetisch gemanipuleerd. Deze gewassen organisch telen is niet langer mogelijk. Co-existentie is niet mogelijk, zoiets bestaat niet. Monsanto zegt dan dat je een bufferzone moet inbouwen. Maar hoe ga je de wind stoppen, en de bijen?

Je kan geen muur plaatsen rond je akkers. En als zo’n besmetting in Canada niet kan vermeden worden, hoe zou dat in een klein land als België kunnen vermeden worden? Dat is voor mij ook een van de meest zorgwekkende gedachten: er is haast geen weg terug. Een chemische besmetting kan je opkuisen, maar een genetische besmetting niet.’

Is labeling een oplossing?

‘Zeker. In Europa hebben jullie die maar in de VS en Canada is die er niet. Zowel de bedrijven als de regering verzetten zich daartegen omdat dan de dokters ook een soort database kunnen ontwikkelen van wat je eet en wat niet en mogelijke verbanden leggen. Het feit dat er geen labeling is, is een schending van de mensenrechten.

Wij hebben het recht om te weten wat we eten en wat we aan onze kinderen te eten geven. Er is wel degelijk een groot bewustzijn bij de consument, maar de lobby van de bedrijven gaat daar met agressieve middelen tegenin. Er zijn enquêtes gedaan bij consumenten in Canada of ze ggo’s zouden willen eten, en 91 procent antwoordde negatief. Labeling zou de ggo-industrie de das om doen.’

Wat is voor u het ergste: de mogelijke impact van ggo’s op de gezondheid en het milieu of de praktijken van de bedrijven?

‘Alle twee. Het is een groot probleem dat men het voorzorgsprincipe niet heeft toegepast. We weten niet wat de impact gaat zijn op termijn. Hebben we een monster in het leven geroepen?

Met de bt-aardappelen en bt-maïs is er een vector ingebracht, bijvoorbeeld een virus, die het insect dat de plant aanvreet, moet doden. Welk effect gaat dit op termijn hebben op het menselijk organisme, vooral op jonge mensen waarvan de organen nog groeien?

Maar even verwoestend is de praktijk van de bedrijven. De zaadindustrie is een grote geldmachine. Waar zij op uit zijn is de boeren hun autonomie te ontnemen. Ze snijden hen af van hun eigen traditionele kennis en willen dat je het zaaigoed bij hen koopt, met alle chemische producten die erbij horen.

Jaarlijks moet je ook een licentie kopen. Als er iets mis loopt, dagen ze je voor de rechtbank en kunnen ze de boer zelfs dwingen om zijn hele oogst te vernielen. Als er op je bedrijf zoiets voorvalt, mag je het ook niet uitbrengen, ze ontnemen je spreekverbod. Het is een totale controle van de wereldwijde zaadbevoorrading en dus ook van de voedselbevoorrading.

Het gaat zelfs nog verder. De families van mijn vrouw en van mij zijn in west- Canada aangekomen als kolonisten. Heel de opbouw van onze streek was in handen van pioniers en kon alleen op basis van samenwerking met je buren. Wat Monsanto doet is boeren tegen elkaar opzetten. Ze verspreiden zelfs spotjes op radio en tv: “als je weet dat iemand zonder licentie ggo’s op zijn akker heeft, kom het ons zeggen en we geven je een beloning!” Ze zaaien verdachtmaking en werken daarvoor zelfs samen met anderen die op het landbouwbedrijf komen om toebehoren te verkopen, om zo te spioneren.

Zelfs het onderzoek aan de universiteiten wordt gestuurd en gefinancierd door deze bedrijven. Zij bepalen ook welke informatie er wordt vrijgegeven en welke niet. Waar is de academische vrijheid? Zelfs de persvrijheid controleren ze door het spreekverbod dat ze opleggen. Ze bekogelen de lezers van de kranten met paginagrote advertenties die wel 18 000 dollar kosten. Geld van bedrijven voor landbouwmachines of van kunsmeststoffen en pesticiden.

Die bedrijven hebben een gigantische macht, veel meer dan boeren en consumenten hebben. Dagelijks staan die lobbyisten op de drempel bij de politici om druk uit te oefenen. Ik was zelf parlementslid, ik heb gezien hoe zij politici overhalen en voor hun zaak winnen. Ze beïnvloeden het parlement, en dus ook de wetgeving en regelgeving. Dat maakt het ook zo moeilijk om hen voor het gerecht te brengen, omdat er altijd clausules voorzien zijn die hen veilig stellen.’

Geldt wat u vertelt alleen voor Monsanto of ook voor andere bedrijven?

‘Er is ook Bayer, Syngenta en Cargill. Maar Monsanto is het enige bedrijf dat boeren verbiedt hun zaaigoed te gebruiken van jaar tot jaar. De andere bedrijven geven je de toestemming om, wanneer je eerst het zaaigoed bij hen koopt, het de volgende jaren opnieuw te gebruiken. Je mag het alleen niet aan je buurman verkopen.

Monsanto was altijd een chemisch bedrijf. De hele industrie van de chemische meststoffen is op gang gekomen als uitvloeisel van de chemische wapens tijdens de tweede wereldoorlog. Na de oorlog moesten ze een nieuwe bestemming vinden voor hun DDT, Agent Orange en andere verdelgingsmiddelen. Die nieuwe markt hebben ze in de agro-industrie gevonden.

In 1946 zijn de eerste chemische meststoffen en verdelgingsmiddelen in de landbouw geïntroduceerd. De zaadbedrijven beloven met de ggo’s de honger uit de wereld te helpen. Er is vandaag meer honger dan voor de ggo’s. Hun nieuwe betoog is nu dat ze nodig zijn omwille van de klimaatopwarming. Vooral in de markt van de energiegewassen voor biobrandstof zien ze een nieuwe opportuniteit. Maar zonder subsidies zijn die biobrandstoffen economisch niet leefbaar.’

Wat is uw boodschap voor de Europese boeren?

‘In Europa merk je nog een heel andere manier van omgaan met landbouw en voedsel die heel belangrijk is om te behouden. Europa heeft in de loop van de jaren schaarste, hongersnood en oorlog doorstaan. Men kent veel beter de waarde van voedsel en de betekenis van voedselveiligheid. In Noord-Amerika heeft men alleen overvloed gekend. In Europa zijn jullie ook nog gezegend met het feit dat jullie vele kleine boeren hebben. In Noord-Amerika bestaat dit niet meer. En in de agro-industrie geeft men niet om zijn buur, wat telt is winst.

Maar de stress op de boeren stijgt enorm. Het zaaigoed is duur, de chemische toebehoren kosten veel geld, en de prijzen van de verkochte granen zijn laag. De risico’s zijn voor de boeren, de winsten voor de bedrijven. Ik zie de druk op mijn buren. Huwelijken die uit elkaar vallen, families die verdeeld geraken, zelfmoorden. De sociale impact is echt heel groot.

In Europa is men toch altijd wat voorzichtiger geweest. Als je ggo’s introduceert, verlies je samen met de voedingswaarde van het product, ook een hele cultuur. Ik heb het niet over iets wat pas gisteren is uitgevonden. Dit is een praktijk die nu al veertien jaar aan de gang is. We zien de impact vandaag. En de bedrijven zelf kennen ook die zwarte zijde. Vandaar al het lobbywerk en de intimidaties.

We hadden ook nog een hele tijd kunnen doorgaan met rechtszaken tegen Monsanto, maar onze advocaat vroeg ons: “hoeveel tijd van je leven wil je nog in de rechtbanken doorbrengen?” We zijn 78 en 77, dus vonden we het beter te stoppen met procederen en ons verhaal te vertellen om andere boeren te waarschuwen.’

Het proces Schmeiser tegen Monsanto, David tegen Goliath

Percy Schmeiser: ‘Meer dan vijftig jaar teelden wij raapzaad op het bedrijf, een bedrijf van zevenhonderd ha. In 1996 begon de zaadmultinational Monsanto te experimenteren met ggo’s (genetisch gemodificeerde organismen) in de VS en Canada. Twee jaar later, in 1998, stelden we vast dat onze akkers besmet geraakt waren door de ggo-gewassen van onze buur.

Toen die besmetting werd vastgesteld, kregen we van Monsanto het verbod die gewassen nog te verkopen, want we hadden geen patent op die ggo’s. Uiteraard legden we ons niet neer bij dat verbod. We trokken naar de rechtbank en vroegen dat Monsanto ons een boete zou betalen.

Het oordeel van de rechter was onthutsend: Als er zo’n besmetting gebeurt – ongeacht hoe die gebeurt: door bijen, door de wind, door kruisbestuiving - behoort dit zaad van de planten niet meer toe aan de boer maar aan Monsanto. Monsanto wordt dan de eigenaar omdat ze een patent hebben op één van de 33 000 genen van een plant en omdat wij geen licentie betaald hadden.

Bovendien werd ons al onze research en al onze opgebouwde kennis van meer dan vijftig jaar zaadveredeling ontnomen. Dat trof ons nog het meest. We hadden niet langer de toestemming om onze eigen zaden als zaaigoed te gebruiken. Dat was verwoestend voor ons.’

De Schmeisers gingen in beroep. Daarbij stelden ze twee zaken voorop: dat de boer altijd het recht moet hebben het zaaigoed te gebruiken dat hijzelf jaar na jaar heeft geteeld op zijn akker. En ten tweede dat er niet langer patenten mogen gegeven worden op “hogere levensvormen”, in deze context: alles wat uit zaden voortkomt. ‘Geen individu of geen bedrijf kan het recht hebben om via patentwetgeving het leven te controleren’, vindt Schmeiser.

Intussen deed Monsanto hen nog twee andere processen aan. Schmeiser en zijn vrouw kregen een boete van miljoenen dollar omdat ze tegenwerkten en arrogant waren. En ten tweede wilde Monsanto beslag leggen op het woonhuis, de akkers, en de hele economische activiteit van het bedrijf, opdat de Schmeisers geen financiële middelen meer zouden hebben om tegen hen te procederen. De uitspraak van het beroep luidde dat er inderdaad geen patenten op levende organismen kunnen gegeven worden en dat het Canadese parlement nieuwe wetten zou moeten opstellen om boeren beter te beschermen.

In 2005 raakten hun akkers opnieuw besmet.

Percy Schmeiser: ‘We vroegen Monsanto de besmetting op te ruimen. Ze waren bereid dat te doen, maar hun voorwaarden waren onaanvaardbaar. Ze eisten dat mijn vrouw en ik en heel onze familie zouden afzien van het recht om Monsanto nog voor de rechter te dagen voor contaminatie en daarbij werd ons ook de vrijheid ontnomen om hierover te spreken.

We weigerden om zo’n contract te tekenen. We hebben de opruiming van de contaminatie zelf gerealiseerd en stuurden Monsanto de rekening. Die weigerden ze te betalen, maar toen we naar het gerecht trokken, werd het bedrijf toch gedwongen om het te betalen.

Dat was voor ons een belangrijke overwinning, na tien jaar wettelijke oorlog. Symbolisch is dit een belangrijke stap geweest voor de boeren over de hele wereld, omdat men in zulke rechtszaken telkens gaat kijken naar precedenten.

De wereld volgens Monsanto. Van dioxine tot gentechgewassen, een multinational die het goed met u voorheeft.



Bron: zaplog.nl