Zoeken
 


Tancosan versterkt het immuunsysteem (tip)

Laatste wijziging: donderdag 5 november 2009 om 22:13, 10348 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
donderdag 5 november 2009

Hoe wordt ‘TANCOSAN’ toegediend/ingenomen?

’s Morgens op de nuchtere maag innemen - 1 druppel per kilo lichaamsgewicht - daarna 1 uur nuchter blijven.
Mag gebruikt worden in combinatie met medicijnen, voorgeschreven door arts of specialist.
Geeft géén bijwerkingen, bevat geen chemische en/of lichaamsvreemde bestanddelen en is een natuurproduct.

Met Tancosan wordt het immuunsysteem 6,2 maal sterker dan in ‘normale’ omstandigheden met als gevolg dat het lichaam in staat kan worden geacht elke ziekte te bestrijden (onderzoek: Universiteit Leuven)

Tancosan stimuleert de gezonde cellen in het bloed om de lichaamsvijandige cellen te doden en af te voeren (onderzoek: Universiteit Wageningen)

Tancosan werkt sterk reinigend en maakt ons lichaam inwendig schoon.

Wat is ‘TANCOSAN’?

Tancosan is in essentie een alcoholisch extract van planten. Dit extract is verwerkt volgens de handleiding van de GMP-practice (Good Manufacturing Practice).
Deze procedure zorgt ervoor dat de concentratie van de geneeskrachtig actieve stoffen samenkomen in het alcoholische extract. Bovendien is alcohol een goed conserveermiddel, waardoor afbraak tegen wordt gegaan.

Wat doet ‘TANCOSAN’?

Het is bij dieren en bij mensen aangetoond dat Tancosan de immunologische reactie op de volgende indringers substantieel verhoogt:
- microbiologische
- virale
Het is met name het immuunsysteem dat zich het meest efficiënt teweer kan stellen tegenover virussen en bacteriën. Terwijl antibiotica specifieke bacteriën moet vernietigen, is het immuunsysteem lichaamseigen, veel efficiënter en -uiteraard- zonder lichaamsvreemde bijwerkingen. Het is duidelijk dat een opmerkelijke oppepper van het immuunsysteem een voordeel is in de strijd tegen bacteriën, maar óók tegen virussen. (AIDS, HIV, Herpes) en schimmels (kanker).

Waaruit bestaat ‘TANCOSAN?

De volgende planten zijn bij de bereiding gebruikt:
- Echinacea purpurea
- Eleutherococcus
- Matricari chamomilla
- Peumus boldo
- Pau d’Arco
- Triticum repens
- Viola tricolor

Wat is het therapeutisch gebruik van de verschillende componenten van ‘TANCOSAN’?

Het volgende therapeutische effect kan aangerekend worden tot de verschillende samenstellende planten:

Echinacea purpurea

Echinacea is een plant met roze of rode bloemen aan lange stelen, met een paarsbruine kegel in het midden. De bloem wordt ook wel de Rode Zonnehoed genoemd.
Hoewel er verschillende soorten van de echinacea plant zijn, worden er maar 3 voor medicinale doeleinden gebruikt. (Echinacea augustifolia, Echinacea pallida en Echinacea purpurea)

Echinacea wordt voor een aantal doeleinden gebruikt, waaronder als antiviraal middel, een stimulator van het immuunsysteem en een verlichter van urineweginfecties en schimmelgerelateerde ziekten. Extracten van de Echinacea purpurea vergroten de weerstand van het lichaam tegen bacteriële en virale infectie en bezitten indirecte antivirale activiteit.

Het succes van echinacea als een ondersteunende therapie voor verkoudheid en andere luchtweginfecties is goed gedocumenteerd. Dit komt niet als een verrassing, omdat uit talrijke studies blijkt dat echinacea het immuunsysteem stimuleert. Een aantal effecten van echinacea zijn een toename in het aantal witte bloedcellen en miltcellen, verhoging van lichaamstemperatuur en een verhoogde aanmaak van T-helpercellen.

Historisch gezien werd echinacea gebruikt voor de behandeling van bloedvergiftiging, migraine, infectie met streptokokken, syfilis, tyfus, malaria en difterie. Echinacea wordt vaak samen met andere planten gebruikt om verkoudheid en andere infecties van de bovenste luchtwegen te behandelen of te voorkomen.

Echinacea heeft ons bereikt via de geneeskunde van de Noord-Amerikaanse Indianen en in de 19e eeuw is echinacea het meest gebruikte plantaardig medicijn in de Verenigde Staten geworden. Het werd in verschillende vormen en voor verschillende aandoeningen gebruikt, onder andere als afrodisiacum, om hoofdpijn en buikpijn te verlichten, om de eetlust te verhogen en misselijkheid en koorts te verminderen. Het staat verder in het Handbook of Medicinal Herbs van James Duke bekend als antibacterieel, candidicide en trichomonicide.

In Duitsland zijn voor 1994 26 gecontroleerde clinical trials uitgevoerd over de immunomodulerende werking van echinaceapreparaten. Nadat de 34 test-behandelingsgroepen herzien waren, waren er 22 die een positief effect van echinacea op het immuunsysteem beschreven, met name met betrekking op bovenste luchtweginfecties.

Laboratoriumonderzoek bij muizen heeft laten zien dat arabino-galactines van Echinacea purpurea bescherming tegen bepaalde micro-organismen geven. De test liet een 100% preventief effect tegen de gevaarlijke Candida albicans infectie en een “zeer goed preventief effect” tegen gevaarlijke Listeria en Leishmania infecties (14). In vivo en in vitro is immunostimulerende activiteit in muizen voor echinacea gedocumenteerd.

Echinacea wordt over het algemeen als veilig beschouwd bij dagelijks oraal gebruik gedurende een periode van maximaal 8 aaneengesloten weken. Door onvoldoende betrouwbare gegevens over het gebruik van echinacea tijdens de zwangerschap of borstvoeding wordt dit afgeraden.

Eleutherococcus

Hoewel het Siberische Ginseng al eeuwenlang in China beroemd is als een energieversterkend middel, is het in het Westen pas in de vijftiger jaren onderkend toen een Russische wetenschapper (I.I. Brekhman) de stressverminderende krachten beschreef. Gezonde mannen en vrouwen die het middel gebruikten waren beter bestand tegen langdurige lichamelijke inspanning, weerstand tegen ziekte en beter resultaat bij testen voor mentale scherpheid.

Tegenwoordig zijn westerlingen waarschijnlijk het meest bekend met het neefje van deze plant, de Panax ginseng, maar de Ginseng uit Siberië heeft door zijn mogelijkheid om vermoeidheid te bestrijden en een groot aantal aandoeningen te verlichten, een enthousiaste follow-up verdiend. Veel mensen gebruiken het zoals traditionele Chinese geneeskundigen het doen; zij bekrachtigen de vitale lichaamsenergie (wat de Chinezen qi noemen). Anderen gebruiken het om het geheugen te verbeteren en zich te weren tegen verkoudheid en griep. In Rusland gebruiken miljoenen mensen deze plant als een algemeen levenselixer.

Ook bekend als Eleuthero, worden supplementen van de plant gemaakt van de gedroogde wortel van de Eleutherococcus senticosus, een plant afkomstig uit China, Japan, Korea en Siberië.

Siberische Ginseng bevat opmerkelijke stoffen die vooral de bijnieren beïnvloeden, dit zijn de kleine klieren die op de nieren liggen en stresshormonen uitscheiden. De plant wordt verondersteld de capaciteit van het lichaam om te kunnen omgaan met lichamelijke stress, variërend van blootstelling aan hitte tot extreme krachtsinspanning, te vergroten. De weerstand tegen ziekte neemt toe, aAlsook het totale energieniveau van de persoon.

Het voorkómen van stressgerelateerde ziekten
Verschillende studies hebben aangetoond dat Siberische Ginseng de weerstand tegen lichamelijke stress kan vergroten. In een serie van Russische studies in de zestiger jaren is bij 2100 gezonde volwassenen (19 tot 72 jaar oud) aangetoond dat zij bij gebruik van Siberische ginseng beter om kunnen gaan met stressvolle omstandigheden. Zij hebben in het bijzonder ervaren beter in staat te zijn om zwaar lichamelijk werk uit te voeren, wagenziekte te weerstaan en sneller te werken en precisie te behouden, ondanks een omgeving met veel geluid.

Ze kunnen ook beter documenten corrigeren, zich beter aanpassen aan lichamelijke stress, zoals hitte, hoogteveranderingen en een omgeving met een lage zuurstofconcentratie. Ander onderzoek laat zien dat het gebruiken van Siberische ginseng zorgt voor verbeterde mentale alertheid en het verbeteren van het concentratievermogen.

Het verlichten van het chronisch vermoeidheidssyndroom en fibromyalgie
Omdat Siberische ginseng de bijnieren beïnvloedt, is het de moeite waard te proberen om de uitputting en spierpijn, geassocieerd met energievoorraaduitputtende omstandigheden, te verlichten.

Verbeteren van de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid en het verminderen van mannelijke impotentie
Siberische ginseng kan bruikbaar zijn in het voorkómen van vrouwelijke onvruchtbaarheid. Mannen kunnen een toename van de spermatelling ervaren (voor dit doeleinde wordt het met Panax ginseng vermengd). Onderzoek bij dieren laat zien dat de plant zelfs testosteronspiegels kan verhogen en daardoor kan helpen sommige vormen van mannelijke impotentie terug te draaien.
Het verlichten van menstruatiestoornissen en menopauzale symptomen. Siberische Ginseng kan de hormoonspiegels in positieve zin beïnvloeden en de grote spier van de baarmoeder verstevigen. Deze eigenschappen maken het potentieel van waarde voor het vergemakkelijken van diverse menstruele problemen en menopauzale symptomen.

Het behandelen van de ziekte van Alzheimer
Siberische ginseng kan mentale alertheid verhogen, in het bijzonder in de vroege stadia van deze progressieve ziekte. De mogelijkheid om de overdracht van zenuwimpulsen te verbeteren kan het geheugen ook verbeteren.

Toename van weerstand tegen verkoudheid en griep
Historisch gezien hebben de Chinezen ontdekt dat ginseng effectief is in het onderdrukken van verkoudheid en griep. De immuunstimulerende eigenschappen van de plant kunnen hierbij een rol spelen. Interessant is dat in een Russische studie bleek dat van 13.000 automonteurs die gedurende een winter Siberische ginseng gebruikten, 40% minder luchtweginfecties hadden dan in vorige winters.

Matricaria chamomilla

Sinds het begin van de civilisatie, is de mensheid zich bewust van het effect van geuren op het lichaam, de geest en de emoties. Bloemen werden gebruikt om liefde, voedsel en bescherming aan te trekken. Geurige bloemen worden gedragen om het lichaam beter te maken. Niet alleen zijn bloemen leuk om te houden, geweldig om naar te kijken en ruiken ze fantastisch, maar hun essentiële oliën geven ons ook de beschikking over een groot aantal therapeutische voordelen. Hier worden een aantal van de meest gebruikte van bloemen afkomstige essentiële oliën beschreven, alsook hun gebruik en hun genezende eigenschappen.

De Kamilles zijn kruidachtige planten met madeliefachtige, gele bloemen. De essentiële olie wordt met stoom van de bloem gedistilleerd. Ze hebben een warme, fruitige geur. Kamille is een zachte, genezende olie. Het is veilig voor kinderen, maar mag niet tijdens de zwangerschap gebruikt worden, want het stimuleert de baarmoederspieren.

Alleen al het inademen van de olie kan de eetlust verhogen, emotionele stress, spanning en angst verminderen, de geest van zorgen bevrijden en een goede nachtrust bevorderen. Bij gebruik als massage- of badolie, zal essentiële olie van Kamille het vasthouden van vocht verminderen, pijn bij menstruatiekramp verminderen, spierpijn verlichten, pijn in gewrichten met artrose verminderen en het lichaam laten onspannen. Het is goed voor een droge, gevoelige of rode huid. Het wordt gebruikt bij dermatitis, eczeem, psoriasis, acne, uitslag en jeuk.

Matricaria Chamomilla, beter bekend als de Kamilleplant, is een lid van de familie van Asteraceae (Asters) en komt uit Europa en het westen van Azië. Het is een seizoensplant die nu op bijna elk continent voorkomt. Het groeit veel op schuttingen, langs de kant van de weg en op zonnig open veld, vanaf het zuiden van Canada tot het noorden van de Verenigde Staten, ten Westen van Minnesota. Kamille is een makkelijk te onderhouden plant en prefereert volle zon en veel licht en een droge grond. Er zijn eigenlijk twee soorten van Kamille die gebruikt worden in de westerse kruidengeneeskunde. Romeinse Kamille (Anthemus nobilis) is een perennial, laaggroeiende plant met een iets sterkere geur dan het andere type, de Duitse Kamille. (Maricaria recutita)

Kamille wordt al eeuwenlang gebruikt als medicinale plant. In het westen worden dagelijks meer dan een miljoen koppen kamillethee gedronken, voornamelijk vanwege het ontspannende effect.
Tegenwoordig is kamille in de westerse wereld de meest gebruikte plant om te ontspannen. (ermasherbs.com, 1998) De bloemtoppen van de A. Nobilis en de M. Recutat worden geplukt en gebruikt in plantaardige geneesmiddelen. Gedroogde bloemen van de A. Chamomilla worden veel gebruikt vanwege het sedatieve en spasmolytische effect. Door de geschiedenis (en nog steeds) werd Kamille voor vele doeleinden gebruikt: helende baden, thee, zalf, luchtverfrissers, haarverzorgingsproducten, cosmetica, insectenverjagers, smaakversterker in wijn, kleurstof, potpourri’s, en landschapsinvulling.
Kamille is medisch interessant voor de volgende zaken: bedaren en kalmeren, ontspanning, ontstekingsremming, gespannenheid, spierpijn, stoornissen in de spijsvertering, brandend maagzuur, hooikoorts, astma, ochtendmisselijkheid, eczeem, tepelkloven en uitputting. Kamille staat bekend om het ontspannende effect op gladde spiercellen en is nog steeds een populair middel tegen een onrustige maag, menstruele krampen en andere stressgerelateerde problemen. Het wordt uitwendig gebruikt voor huidontstekingen en aambeien.
Als mondspoeling kan het kiespijn verlichten. Matricaria chamomilla is erg populair in de Latijns-Amerikaanse cultuur.

De werkzame stoffen in Kamille behoren tot verschillende chemische structurele typen. De grootste groep van medisch interessante bestanddelen die de essentiële oliën vormen, zijn chamazulines, apignenine, bisbololoxides en spathulenol. Flavonoieden en coumarines en mucilages worden in de bloem van de kamille gevonden en hebben ook farmacologische effecten. Soorten van de M. Chaomilla bevatten bestanddelen die significante farmacologische activiteit bezitten.

De onderzochte farmacologische eigenschappen in een geïsoleerde fractie van een methanolextract van M. Chamomilla werden toegeschreven aan apigenine. Apigenine vermindert het aantal picrotoxine-geïnduceerde convulsies. Apigenine geïnjecteerd in ratten, laat een verminderde locomotorische activiteit zien, maar geen anxiolytische, myorelaxante of anticovulsieve activiteit. Deze resultaten lijken te suggereren dat de remmende activiteit van apigenine op het locomotorische gedrag in ratten niet aan interactie met GABA-benzodiazepine receptor toegeschreven kan worden, maar aan een ander systeem van neurotransmissie.

Toediening via de maag of parenterale toediening van heteropolysacchariden van M. chamomilla normaliseert de reactie van het immuunsysteem op onderkoeling door koude lucht en verbetert dit proces van onderkoeling ten gevolge van onderdompeling, maar normaliseert deze niet. Dit effect wordt toegeschreven aan de initiatie van immunostimulerende eigenschappen van macrocyten, activatie van immunoregulerende cellen van perifeer bloed, en toegenomen sensitiviteit van effectorcellen voor helpersignalen.

Kamille heeft verschillende klinisch bewezen effecten. De bloemen produceren onder andere chamazuline, wat een opmerkelijk anti-allergiemiddel is en bruikbaar in de behandeling van astma en hooikoorts. De effecten van dosering als in kamillethee is veel bestudeerd. De kamillebloem wordt in hoge dosering als een sterke thee gebruikt als een kalmeringsmiddel en om slaapproblemen en andere tekenen van nerveusheid te verminderen. (Jackson, 2000) Minder sterke thee in even grote hoeveelheden vermindert koorts, keelpijn, pijn en ongemakken bij verkoudheid, griep en allergieën. Kamille heeft ook een klinisch bewezen effect bij uitwendig gebruik. Er kan zalf gemaakt worden van de bloemen om aambeien en wonden te behandelen. Bij uitwendig gebruik in de vorm van een spoeling of kompres kan het huidontstekingen, verbranding door de zon en brandwonden behandelen. Het kan ook aan het bad worden toegevoegd om vermoeide en pijnlijke spieren en voeten te ontspannen en de huid te verzachten.

Wetenschappers hebben een significante vermindering door kamille gerapporteerd van brandwonden, luieruitslag en grote zweren op de benen. Zij hebben gevonden dat voor brandwonden en luieruitslag gekoelde kamille het beste is. Kamille is ook bruikbaar om baby’s met een geïrriteerde maag of koliekpijn te kalmeren en in slaap te brengen.

Bijwerkingen van kamille komen vaak voor. Omdat het een lid van de madelieffamilie is, moeten mensen die allergisch zijn voor deze familie, waartoe ook de ambriosaplant toe behoort, kamille niet gebruiken. Een 8-jarig jongetje dat kamillethee binnenkreeg, kreeg een heftige anafylactische reactie. De patiënt leed aan hooikoorts en astma veroorzaakt door verschillende soorten pollen.
Deze heftige reactie ontwikkelde zich na de eerste keer dat hij de kamillethee binnenkreeg. Deze bevindingen suggereren dat een type 1 IgE-gemedieerd immunologisch mechanisme verantwoordelijk is voor de anafylactische symptomen bij de patiënt en suggereren dat er een kruisreactie voor M. chamomilla uit de kamillethee heeft plaatsgevonden, omdat de patiënt eerder gesensitiseerd was voor Artemisia pollen. Mensen die allergieën hebben voor de leden van de Compostae kunnen contactdermatitis of andere allergische reacties krijgen bij het gebruik van kamille en moeten hier zorgvuldig mee omgaan.

Matricaria chamomilla wordt vaak vanwege zijn geneeskrachtige werking gebruikt. Het wordt al eeuwenlang gebruikt. Het kan gebruikt worden om zeer specifieke aandoeningen te behandelen, alsook veel voorkomende verkoudheden en andere kwalen die men dagelijks tegenkomt. Daarom is Kamille een belangrijke geneeskrachtige plant.

Pau d’Arco

Pau d’Arco is de binnenste schors of het centrale deel van het hout van een tropisch lid van de Bignonia familie die voorkomt in Zuid Amerika, waaronder in Brazilië, Peru en Argentinië. Bekend in de kruidenhandel als lapacho en taheebo, kan materiaal dat op de Amerikaanse markt verkocht wordt onder de naam Pau d’Arco afkomstig zijn van andere Tabebuia soorten of van tropische bomen van de verbena familie.

In Noord en Zuid Amerika, staat Pau d’Arco bekend als antikanker, antibacterieel, antiviraal, antifungaal, in het bijzonder de behandeling van candida infecties. Verschillende Tabebuia soorten worden al lang door Zuid Amerikaanse inheemse volken als een middel tegen kanker gebruikt. In Peru, wordt Pau d’Arco gebruikt om suikerziekte te behandelen en het bloed te zuiveren. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met andere planten. In late zestiger jaren leiden artikelen in populaire kranten en tijdschriften in Brazilië tot een veelvuldig gebruik in Zuid Amerika, wat wetenschappers aanzette tot onderzoek naar de gezondheidsvoordelen.

Pau d’Arco wordt bestudeerd voor zijn antitumor, antiinflammatoire antibacteriele antifungale en immunostimulerende activiteiten. Deelresultaten waren veelbelovend. Immunostimulerende activiteit is alleen onderzocht in laboratoria, waarbij geen levende organismen betrokken waren. Het onderzoek naar antikanker-activiteit werd in het eind van de zestiger en begin van de zeventiger jaren uitgevoerd door het Nationale Kanker Instituut. Verschillende chemische stoffen, bekend als quinones zijn in de schors en het hout geïdentificeerd. De hoofdcomponent, lapachol, werd in klinische onderzoeken in de pure vorm toegediend, maar is toen teruggetrokken vanwege een tekort aan voordelen en een milde toxiciteit. Voorstanders van het gebruik gaan er vanuit dat de hele schors verschillende effecten produceert door de gecombineerde actie van tientallen stoffen, die niet verwacht kunnen worden van een enkel bestanddeel. Uit analyses van commerciële producten is gebleken dat veel hiervan de werkzame stof niet bevatten. Er wordt verwacht dat Pau d’Arco controversieel blijft. Het wordt veel gebruikt door kruidkundigen buiten de Verenigde Staten om kanker te behandelen, voor virale infecties zoals verkoudheid, griep en herpes. bacteriële infecties, schimmelinfecties zoals candida, ontstekingen van de neus en keel en vele andere gevallen.

Quinonen komen van nature voor in planten en dieren. Twee leden van deze familie die voor ons het meest bekend zijn, zijn Vitamine K en Co-enzym Q10. Meer dan 20 van deze stoffen zijn in de schors van de Pau d’Arco plant geïsoleerd waarvan de combinatie als zeldzaam wordt beschouwd. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat sterk verfijnde extracten of geïsoleerde chemische stoffen minder effectief zijn dan extracten van de hele plant. Het is daarom goed mogelijk dat deze zeldzame combinatie verantwoordelijk is voor de unieke geneeskrachtige eigenschappen van Pau d’Arco. Er is een groot aantal ziekte veroorzakende bacteriën waartegen de quinonen van Pau d’Arco effectief blijken te zijn. Een aantal hiervan zijn Staphylococcus Aureus en de bacteriën die anthrax, brucellose, tuberculose en dysenterie veroorzaken.

Candida Albicans is een schimmel die tot een bepaalde hoogte in ieder individu aanwezig is en als hij in de gaten wordt gehouden redelijk onschuldig is. Maar antibioticagebruik, het gebruik van orale anticonceptiva en slechte voedingsgewoonten kunnen de populatie van Lactobacillen in de darmen verkleinen. Als dit gebeurt vermeerdert de candida zich en zorgt voor veel gezondheidsproblemen. Klachten kunnen variëren van duidelijk en zichtbaar zoals de tekenen van orale en vaginale schimmel, tot allergieën en een slechte immunologische functie. Behandeling met Pau d’Arco verbetert niet alleen het immuunsysteem, maar zijn rol in het tegengaan van candida-overgroei is duidelijk vastgesteld. Gebruikt in combinatie met een goed dieet en het nemen van lactobacillen-supplementen, is Pau d’Arco in staat om het evenwicht te herstellen in situaties waarin overgroei van candida is.

Veel mensen weten, dat wanneer ze geïnfecteerd zijn met een virus, er weinig is wat kan worden gedaan. Behandeling is meestal gericht op het verlichten van symptomen, terwijl huisartsen met een holistische instelling zich concentreren op het verbeteren van het immuunsysteem. De hoofdreden waarom virussen zo moeilijk te bestrijden zijn, is dat ze lichaamscellen binnendringen en deze gebruiken om te overleven. Virussen zijn profiteurs die zonder gastheercel kansloos zijn. Maar als ze eenmaal binnengedrongen zijn, is het heel moeilijk om ze te verwijderen zonder ook de gastheercellen te beschadigen. Onderzoeken hebben lapachol uit Pau d’Arco getest en daaruit is gebleken dat het verschillende soorten virussen kan remmen, waaronder types van het influenzavirus, herpes virussen en het Epstein-Barr virus. Het wordt gesuggereerd dat een complex proces, wat de enzymen remt die deze virussen gebruiken om hun voortbestaan te behouden, verantwoordelijk is voor de werking van Pau d’Arco extracten.

Er zijn verschillende berichten van de succesvolle behandeling van kankerpatiënten met Pau d’Arco. Er is een verhaal van een arts, die een broer had die stervende was aan kanker in het Santo Andre Ziekenhuis in Sao Paulo, Brazilië. Na het innemen van een drank van Pau d’Arco verminderde de pijn en verdween de aandoening. Na een maand werd hij uit het ziekenhuis ontslagen zonder overblijfselen van de kanker. Gezien de resultaten van verschillende experimentele studies zouden dit soort verhalen waar kunnen zijn. Dit ziekenhuis is deze plant met groot succes blijven gebruiken als een therapeuticum. Veel trials hebben alleen het geïsoleerde bestanddeel lapachol gebruikt, wat resulteerde in misselijkheid en overgeven bij hoge doseringen en de trials zijn daardoor afgebroken. In een onderzoek uit 1981, uitgevoerd in Brazilië, waren negen kankerpatiënten. Bij alle patiënten was de pijn verminderd en de grootte van de tumoren verminderd. Drie van de patiënten hadden complete remissie. Ondanks deze indrukwekkende resultaten en vele persoonlijke verklaringen, zijn er geen lange termijn statistieken bekend en blijft er veel onbekend over het exacte werkingsmechanisme.

Deze plant heeft als effectief geneeskrachtig middel ook ontstekingsremmende activiteit. Het heeft bloedverdunnende werking wat resulteert in minder bloedklontering. Mensen met een verhoogd risico op een beroerte krijgen vaak bloedverdunnende medicatie of aspirine om het bloed vloeibaar te houden. Een ander noemenswaardig bestanddeel van Pau d’Arco is het flavonoïd Quercetine. Zoals veel van de andere leden van de bioflavonoïdenfamilie is Quercetine bruikbaar om capillairen te verstevigen en kneuzingen te voorkomen. Het antihistamineachtige effect maakt het ook bruikbaar voor het behandelen van allergische aandoeningen zoals hooikoorts of jeukende huidziekten.

Peumus boldo

Inheems gebruik van Boldo is goed gedocumenteerd. Volgens de geschiedenis is de geneeskrachtige werking bij toeval ontdekt: een Chileense herder merkte op dat zijn schapen gezonder waren, met minder leverproblemen, als ze op zijn velden graasden waar Boldo planten groeiden. Sinds deze ontdekking wordt Boldo door de Chileense bevolking gebruikt bij problemen van de lever, darmen en galblaas. Het wordt ook in de Chileense volksgeneeskunde gebruikt als een middel tegen parasitaire wormen. In delen van Peru worden de bladeren door inheemse volken tegen leverziekten, bij de behandeling van galstenen en als diureticum gebruikt. Boldo wordt nog steeds veel gebruikt in Chili. De vrucht wordt al jarenlang als specerij gegeten, het hout wordt gebruikt als houtskool, en de schors wordt gebruikt bij het maken van leer. Het wordt veel gebruikt bij disfunctie van de lever, galblaas en darmen (bijvoorbeeld hepatitis, constipatie, flatulentie, slechte vertering, galstenen en een gebrek aan eetlust). Boldo wordt in Chili ook gebruikt bij slaapstoornissen, reuma, blaasontsteking, verkoudheid en oorpijn en wordt beschouwd als een algemeen levenselixer.

Het gebruik van Boldo in andere traditionele geneeskundesystemen is goed gedocumenteerd. Wereldwijd wordt de plant gebruikt in de homeopathie bij de behandeling van spijsverteringsstoornissen, als laxeermiddel, galafdrijvend en urineafdrijvend middel en voor leverproblemen. De bladeren worden gebruikt voor in de darm levende wormen. Botanist James Duke rapporteert het traditionele gebruik bij urogenitale ontstekingen zoals gonorroe en syfilis, alsook voor jicht, geelzucht, spijsverteringsproblemen, reuma, verkoudheid en oorpijn.
In het Braziliaanse kruidengeneeskundesysteem wordt Boldo voor een groot aantal afwijkingen gebruikt, waaronder hepatitis, leverstuwing, constipatie, flatulentie, duizeligheid, maag- en darmkrampen en –pijn, galstenen, slaapproblemen, reuma en een gebrek aan eetlust. In de rest van Zuid-Amerika wordt Boldo gebruikt voor gonorroe en problemen met de lever, galblaas en spijsvertering. Boldo is het onderwerp van een Duits therapeutisch verslag, wat het gebruik van Boldo (als een kruidengeneesmiddel) toestaat bij lichte maag- en darmspasmen en spijsverteringsstoornissen. In Duitsland wordt Boldo beschouwd als galafdrijvend, spasmeverminderend en wordt toegepast bij lever en galblaasklachten, verlies van eetlust, maagaandoeningen en om maagsecretie te stimuleren. Het wordt in andere landen in Europa voor gelijkwaardige doeleinden gebruikt. In Amerikaanse kruidengeneeskundesysteem wordt Boldo gebruikt om de secretie van speeksel te stimuleren, alsook de galstroom en de leveractiviteit. Het wordt voornamelijk gewaardeerd als een remedie tegen galstenen, leverproblemen en galblaaspijn.

Boldo is rijk aan phytochemicaliën, waaronder alkaloïden, monoterpines, benenoïden, sesquiterpines en flavonolen. Tenminste 17 bekende alkaloïden zijn tot nu toe beschreven, waaronder de biologisch actieve isoquinoline en apophine alkaloïden. Veel van de biologische activiteit van Boldo wordt toegeschreven aan boldine, een aporphine alkaloïd. De galafdrijvende activiteit van de plant wordt toegeschreven aan dit alkaloïd. Uit laboratoriumtesten is gebleken dat boldine ook urineafdrijvend, urinezuur uitscheidend, koortsbestrijdend, ontstekingsremmend en zwak hypnotisch is. Uit dierstudies is gebleken, dat boldine spijsverteringbevorderend is en met name de productie van gal stimuleert (en ook de productie van maagsappen stimuleert). Twee klinische studies uitgevoerd in 1998 hebben het gebruik van boldine in gastrointestinale afwijkingen in dieren en mensen bevestigd en een spasmeverminderend effect laten zien.

In 2000 hebben onderzoekers bij onderzoek op ratten gedocumenteerd dat boldine de lever beschermt en een antioxidant is. Het onderzoek had als titel “boldine kan de ontwikkeling van diabetes in ratten tegengaan en interfereren met oxidatieve belasting, een van de pathologische mechanismen ten grondslag aan diabetes mellitus”. Een eerder onderzoek had de leverbeschermende werking van boldine beschreven: “Uit oogpunt van de lage toxiciteit, gebrek aan effect op P450 activiteit en sterke remming van peroxidatie van de menselijke levermicrosomen, kan boldine waardevol zijn als een antioxidant en leverbeschermend middel”. Een ander boldine-onderzoek (2000) heeft beschreven dat het sterke beschermende eigenschappen bezit tegen chemisch geïnduceerde hemolytische schade (het liet een antioxidanteffect in bloed zien). Boldine heeft in vitro ook ontstekingsremmende werking laten zien, alsook een bescherming tegen schade aan de dikke darm en een verminderde ontsteking bij colitis en darmontsteking bij dieren. Recent (2002) werd van Boldine gezegd dat het een effect heeft op het cardiovasculaire systeem. Onderzoekers hebben gevonden dat het de kracht van het hart vermindert, het hartritme verlaagt, en een vaatrelaxerend effect heeft. Boldine heeft ook laten zien (in 2 in vitro studies) dat het samenklontering van bloedplaatjes remt. Met zoveel onderzoek naar dit belangrijke alkaloïd is het begrijpelijk dat de meeste Europese Boldoproducten gestandaardiseerd zijn op de boldine-inhoud.

In 1999 is een klinisch onderzoek gepubliceerd over de antimicrobiële eigenschappen van de essentiële oliën van Boldo. Terwijl de essentiële olie bactericide en fungicide eigenschappen bezit die getest zijn op verschillende organismen, moet opgemerkt worden dat de essentiële en vluchtige oliën van Boldo het bestanddeel asaridol in hoeveelheden tot 40% bevatten. Asaridol heeft antiwormeigenschappen, maar staat ook bekend als giftig voor de lever - inwendig gebruik van een essentieel of vluchtig oliepreparaat van Boldo is dan ook gecontra-indiceerd. Van boldine is ook bekend, dat het in hoge dosering toxisch is. In grote hoeveelheden kan het krampen, convulsies en spierverlammingen veroorzaken, die uiteindelijk kunnen leiden tot verlamming van de ademhalingsspieren. In ratten is ook een spierontspannend effect in de baarmoeder aangetoond. In 2000 is in een onderzoek op ratten aangetoond dat een extract van gedroogde Boldobladeren en chemische boldine abortus kan veroorzaken en teratogene activiteit bezit. In het bloed waren de concentraties van bilirubine, cholesterol, glucose, alanine, aminotransferase (ALT), aspartaat aminotransferase (AST) en ureum verlaagd. Deze onderzoekers rapporteerden echter dat gebruik van een extract van de bladeren en boldine op lange termijn geen histologische veranderingen veroorzaakten in een periode van 90 dagen.

Onderzoekers hebben het inheemse gebruik van Boldobladeren nagetrokken in de vijftiger en zestiger jaren en toonden aan dat extracten van de bladeren bij dieren urineafdrijvende, maagversterkende en galstimulerende eigenschappen hadden. Hoewel de effecten op de spijsvertering en galproductie grotendeels toe te schrijven zijn aan het tot de phytochemicaliën behorende boldine, laat een studie zien, dat alcoholextracten van Boldo bladeren een hogere galblaasactiviteit veroorzaken dan boldine alleen. Een ethanolextract van het blad toegediend aan muizen, liet een leverbeschermend effect zien; het beschermde de lever tegen schade ten gevolge van chemische blootstelling. Een recent onderzoek bij mensen heeft laten zien dat Boldo glad spierweefsel ontspant en het verblijf van voedsel in de darmen verlengt (wat het gebruik voor het beïnvloeden van spijsverteringsfuncties opnieuw bekrachtigt). De werkzaamheid als antioxidant van Boldobladeren is ook gedocumenteerd; in een in vitro onderzoek in ratten is aangetoond dat extracten van bladeren ontstekingsremmende activiteit bezitten. Een artikel van AUS rapporteerde dat Boldo significante urineafdrijving veroorzaakte (het urinevolume nam toe met 50%), wat het traditionele gebruik van de plant als diureticum bekrachtigde.

Eeuwen geleden was Boldo een onbekende plant die op boeren weilanden in Chili groeide. Tegenwoordig worden over de hele wereld grote velden gecultiveerd om aan de vraag te voldoen voor een specifieke kruidenremedie of plantaardig geneesmiddel tegen galstenen en galblaasontsteking en voor veel aandoeningen aan lever, maag en spijsverteringssysteem.

Triticum repens

Kweekgras (Triticum, U.S.P (Verenigde Staten Farmacologie handboek) bestaat uit de gedroogde wortelstok van de Agropyrum repens. Beauvois (N.O. Gramineae), officieel bekend als Triticum repens, Linneus, een gewas dat veel voorkomt in Europa, Noord Azië, Australië en Amerika. Kweekgras wordt officieel gebruikt in Australië, het Oosten en Noord Amerikaanse Kolonies. De wortelstok moet in de lente geoogst worden, van de wortels ontdaan en gedroogd worden.

De bestanddelen van de wortelstok zijn tricitine (een op een koolhydraat lijkend irisine), glucose, mucus, manniet en inosiet. Er is geen zetmeel aanwezig en wat de werkzame stof is, is nog niet ontdekt. Triticine staat laevulose af na hydrolyse.

Kweekgras is een verlichtend diureticum en wordt gebruikt bij infectieziekten van het urogenitale stelsel. Het wordt in de vorm van een aftreksel en een vloeibaar extract gegeven.

Triticum is een bruikbare remedie in de behandeling van urineweginfecties zoals blaasontsteking, ontsteking van de plasbuis en de prostaat. De verzachtende eigenschappen verminderen irritatie en ontsteking het is ook van waarde in de behandeling van prostaatontsteking, en kan gebruikt worden bij nierstenen en niergruis. Het heeft een helende werking op het slijmvlies van de urinewegen en is in het bijzonder effectief bij aandoeningen bij kinderen bijvoorbeeld belasting van het urinewegsysteem zoals zindelijk worden. Als een urineafdrijvend middel wordt het in combinatie met andere kruiden gebruikt in de behandeling van reuma.

Mannitol is een suiker en in grote hoeveelheden aanwezig in dit kruid en is bekend als een “osmotisch diureticum”. Dat wil zeggen dat het in zijn geheel wordt opgenomen door de darm en uitgescheiden wordt door de nierbuizen. De aanwezigheid in de nierbuizen zorgt ervoor dat extra water moet worden vastgehouden om de osmotische druk te behouden. De saponines en vanilline hebben ook diuretische eigenschappen. De aanwezigheid van Silica, wat 30% van het anorganische residue inneemt, rechtvaardigt het gebruik bij langzaam genezende wonden en het versterken van de longen en andere weefsels. Het antibiotische bestanddeel helpt infecties in de urinebuizen en elders te bedwingen.

In Europa worden de wortels van kweekgras gebruikt in een populair drankje wat bedoeld is om het bloed te zuiveren. Het heeft veel toepassingen in de traditionele geneeskunde in veel culturen, vooral voor nieraandoeningen.
De wortels worden nog steeds gebruikt door traditionele boeren in China en Hongkong om kruidenthee te maken.

De CRC Ethnobotanische Desk Reference door Tim Johnson schrijft aan kweekgras wormdodende, laxerende, bloedstollende, verzachtende, urineafdrijvende, menstruatiebevorderende, huidverzachtende en kalmerende eigenschappen toe. Als elixer wordt het gebruikt bij de behandeling van blaasaandoeningen, kanker, verstopping, blaasontsteking, waterzucht, slijmvliesontstekingen in de maag en darmen, gonorroe, jicht, geelzucht, nierirritatie, leveraandoeningen, nierontsteking, orthopedische klachten, pijnlijk urineren, ontsteking van het pyelum van de nier, reumatische klachten, verharding van de maagklep, maagaandoeningen, tumor, aandoeningen aan de urinewegen en urinewegirritatie.

Andere bronnen omschrijven het gebruik als antibioticum, tegen stenen, antimicrobieel, ontstekingsremmend, bij blaasontsteking, als bloedzuiveraar, bij de behandeling van de ziekte van Bright, bronchitis, calculi, slijmvliesontsteking, constipatie, blaasontsteking, als kalmerend, zuiverend, urineafdrijvend, huidverzachtend, bij oogproblemen, vrouwenziekten, koorts, galstenen, jicht, gruis, geelzucht, nierproblemen, lage rugpijn, problemen op de borst, vergrote prostaat, reuma, huidziekten, stenen, overmatig zweten, syfilis, als elixer, bij urineweginfecties.

Viola tricolor

Viola tricolor, het driekleurige viooltje werd gebruikt als een geneesmiddel voor ziekten van het hart (als de plaats van emoties). Het werd gebruikt bij magische rituelen en in liefdesdrankjes. Een serieuzere toepassing is het verlichten van irritaties en jeuk en het genezen van zweren. Het wordt ook gebruikt overgevoeligheid voor melk bij pasgeboren baby’s te verhelpen.

De wortel, bladeren en zaden van deze geurige planten zijn in hoge dosis een braakmiddel. Boullay (1828) vond een vinnig en giftig bestanddeel wat hij violine noemde. Het lijkt in zijn acties op emetine, is een bleekgeel of wit poeder met een bittere en onprettige smaak, beter oplosbaar in water dan emetine, onoplosbaar in ether, redelijk goed oplosbaar in alcohol en het vormt een onoplosbaar deel met tannine-oplossing. Dit komt ook voor in andere planten van deze familie, voornamelijk in de wortelstokken van de veernervige en in het bijzonder de steelloze soorten van de viooltjes. Het komt echter niet voor in het wilde viooltje (zie hieronder). De wortel bevat ook zetmeel, gele kleurstof, gom, sporen van vluchtige, olie enz. De bloemen bevatten blauwe kleurstof, die groen wordt met alkaliën. Door de geurigheid van de viool is het nog niet duidelijk of het identiek is met het synthetische parfum van viooltjes uit de iriswortel. Het is bevonden dat de bladeren van de Viola tricolor een stof bevatten die nadat het gekookt is, salicylzuur geeft. (zie ook verwante soorten, hieronder) Kokend water extraheert de goede eigenschappen uit deze plant.

Nicolas Culpeper (1616 – 1654) heeft het wilde viooltje gebruikt als een remedie tegen longontsteking, borstontsteking, schurft en jeuk. Hij beschouwde de bloemen als verkoelend, verzachtend en reinigend.

David Hoffmann beschreef dat het wilde viooltje slijmopgevend, urineafdrijvend en ontstekingsremmend is. Hij raadt zowel inwendig als uitwendig gebruik ervan bijzonder aan voor de behandeling van eczeem en dermatitis.

Het wilde viooltje is een bron van salicylzuur, een kratolytisch molecuul dat de schilfering van de huid vergemakkelijkt en daardoor bij huidziekten voor de afvoer van dode huidcellen en schurft zorgt. Het bevat ook vele antioxidanten zoals flavonoïden (rutine, quercetine) en carotenoïden (zeaxanthine, violaxanthine enz.). Deze moleculen verminderen ontsteking en oxidatie en versnellen de genezing van dermatitis.

Wilde viooltjes bevatten een uniek molecuul, violine, dat verwant is aan emetine. Bij inwendig gebruik is dit molecuul verantwoordelijk voor het laxerende en zuiverende effect bij de behandeling van dermatitis. Bij hoge dosering heeft violine een braakopwekkend effect.

De Duitse commissie E ziet de voordelen hiervan in bij: milde schurft en overgevoeligheid voor melk bij kinderen.

De bloemen en zaden van het viooltje zijn laxerend, en gemengd met water en suiker kan de wortel braakopwekkend en slijmopgevend zijn, maar het is niet zeker hoe dit werkt. De geurige damp van de bloemen veroorzaakt een onbestemd en zwijmelgevoel en zou in een geval tot een beroerte hebben geleid. De zaden worden aangeraden bij urinezuurstenen. Het blauwe viooltje is stroperig, huidverzachtend en licht laxerend. Het werkt ook tegen syfilis en wordt daarvoor gebruikt in combinatie met Corydalis formosa. Het wordt gebruikt in borst-, nier- en huidaandoeningen gebruikt, met name voor crusta lactea. De plant moet gebruikt worden als hij vers is, bij drogen gaan de actieve eigenschappen verloren. Prof. Scudder zegt dat “het uitscheiden van afvalstoffen stimuleert, zenuw irritatie vermindert en voeding verbetert”.

Te bestellen bij tancosan.com



Bron: voorennadediagnose.nl

Voeg toe aan: