Zoeken
 


Groot onderzoek naar bijnadoodervaringen

Laatste wijziging: zondag 30 november 2008 om 23:22, 3211 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
zondag 30 november 2008

Artsen van 25 Britse en Amerikaanse ziekenhuizen doen de komende 3 jaar mee aan het grootste onderzoek naar bijnadoodervaringen dat ooit gehouden is.

De artsen willen de ervaringen bestuderen van 1.500 patiënten die een hartstilstand krijgen en deze overleven. Statistisch gezien zullen ongeveer 200 van hen een bijnadoodervaring hebben.

Bijnadoodervaring
Het is nooit bewezen dat mensen die geen hartslag of hersenactiviteit hebben - en dus klinisch dood zijn – dingen kunnen waarnemen of uit hun lichaam kunnen treden. Gehoopt wordt dat het bewijs daarvoor nu wel gevonden wordt. Volgens de leider van het onderzoek is er nooit goed wetenschappelijk onderzoek verricht naar bijnadoodervaringen.

Hersenactiviteit
De dood is volgens de onderzoekers niet een plotselinge gebeurtenis, maar een proces. Het hart komt tot stilstand, de longen functioneren niet meer en de hersenactiviteit valt weg. Dit proces kan, afhankelijk van medische hulp, enkele seconden, minuten of enkele uren duren.

Klinisch dood
Als het hart op gang kan worden gebracht, is er een kans dat de patiënt weer tot leven komt. Ongeveer 15% van de mensen die uit hun klinische dood terugkeren, zegt een bijnadoodervaring te hebben gehad. Uit vergelijking van meerdere onderzoeken blijkt dat bijnadoodervaringen in alle culturen voorkomen, bij jong en oud, bij alle geloven en alle rassen.

Toekijken vanaf het plafond
De meeste mensen die een bijnadoodervaring hebben meegemaakt, zeggen dat ze bepaalde dingen zien: een tunnel, aangenaam wit licht, overleden familieleden of een film over hun leven. Patiënten vertellen ook wel dat ze zichzelf van bovenaf waarnamen terwijl ze dood waren. Zo keken sommigen vanaf het plafond van de behandelkamer toe hoe artsen en verpleegkundigen probeerden hun leven te redden.

Eindeloos Bewustzijn
Een van de belangrijkste onbeantwoorde vragen in de wetenschap is: waar zetelt bij de mens het bewustzijn. De Nederlandse oud-cardioloog Pim van Lommel publiceerde in 2001 een onderzoek in The Lancet over bijnadoodervaringen. In 2007 schreef hij een boek, getiteld "Eindeloos Bewustzijn". Hij stelt daarin dat het bewustzijn niet gekoppeld is aan het lichaam en na de dood blijft voortbestaan in een ruimte zonder tijd en plaats. Zijn theorie van een "non-lokaal"  (en dus overal aanwezig) bewustzijn kreeg kritiek uit de wetenschappelijke hoek, want Van Lommel kon niets bewijzen.

‘Niet uitsluiten’
De leider van het Brits-Amerikaanse Aware-onderzoek, Dr. Sam Parnia, wil de mogelijkheid dat het bewustzijn een 'afzonderlijke entiteit' is niet uitsluiten. Maar dan moet volgens hem in de Aware-studie eerst wetenschappelijk bewezen worden dat het bewustzijn doorgaat terwijl er geen hersenactiviteit meer is.

Hallucinaties
Een van de gangbare wetenschappelijke theorieën over bijnadoodervaringen is dat het brein tijdens een hartstilstand door zuurstoftekort hallucinaties produceert. Deze droombeelden zouden door de patiënt ten onrechte ervaren kunnen worden als een uittreding. Het Aware-onderzoek moet aantonen of het inderdaad gaat om hallucinaties of dat er werkelijk waarnemingen worden gedaan.

Foto’s en tekeningen
Om er achter te komen of mensen met een bijnadoodervaring ook echt iets kunnen zien, worden tijdens de onderzoeksperiode foto’s en tekeningen zodanig in behandelkamers van de betrokken ziekenhuizen geplaatst dat ze alleen vanaf een hoge positie gezien kunnen worden. Als patiënten tijdens een bijnadoodervaring een nauwkeurige beschrijving kunnen geven van een afbeelding, kan volgens dr. Parnia van een hallucinatie geen sprake zijn. Voor het onderzoek worden ook psychologische tests gehouden en uitvoerige metingen gedaan van hersenactiviteit tijdens de periode van klinische dood.

Veel verhalen
Er zijn veel verhalen bekend over bijnadoodervaringen. Sommige mensen kunnen precies beschrijven wat ze zagen op het moment dat ze klinisch dood waren. Zo geeft Pim van Lommel in zijn boek een voorbeeld van een uittredingservaring van een van zijn patiënten. Het ging om een man die na een hartinfarct al in een diepe coma verkeerde toen hij het ziekenhuis inkwam. Daar onderging hij met succes een uitvoerige hartreanimatie. Na te zijn bijgekomen uit zijn coma wist hij precies te vertellen welke verpleegkundige tijdens de behandeling het kunstgebit van de man had uitgenomen en op welk kastje het was neergelegd.

‘Taboe doorbreken’
Van Lommel vindt dat alle werkers in de gezondheidszorg, stervende patiënten en hun familie, op de hoogte zouden moeten zijn van de bijzondere ervaringen die tijdens een periode van klinische dood kunnen optreden.
Mensen die een bijnadoodervaring hebben beleefd en er over willen praten, worden vaak niet geloofd. Soms voelen ze zich voor gek verklaard. Er heerst een taboe op dit soort ervaringen en dat zou doorbroken moeten worden, vindt Van Lommel.

Auteur: Jan Willem Wensink



Bron: Dokterdokter.nl

Voeg toe aan: