Bio-industrie niet nodig om wereldbevolking te voeden

Laatste wijziging: woensdag 19 september om 10:17, 3461 keer bekeken
 
Groningen, woensdag 19 september 2012

Bio-industrie is niet nodig om heel de groeiende wereldbevolking te voorzien van voedsel, stelt Jaap Korteweg. Hij pleit ervoor om het dier uit de voedselketen te halen.

Aalt Dijkhuizen, bestuursvoorzitter van Wageningen Universiteit, maakt zich zorgen over de voedselvoorziening in de wereld. Hij opende het academisch jaar met de stelling dat we een groeiende wereldbevolking alleen zullen kunnen voeden wanneer we de landbouw intensiveren.

Meer bio-industrie om in de stijgende behoefte aan vlees en melk te kunnen voorzien. Dat is een bijzondere stelling. Steeds meer wetenschappers geven aan dat vlees en melk buitengewoon inefficiënte voedingsmiddelen zijn omdat voor de productie zodanig grote hoeveelheden water en graan noodzakelijk zijn dat de wereldbevolking daarmee binnen afzienbare tijd niet meer gevoed zal kunnen worden.

De plantaardige eiwitten die aan dieren worden gevoerd –op dit moment bijna de helft van de wereldgraanvoorraad– wordt door de dieren goeddeels omgezet in lichaamswarmte en mest, en slechts voor een gering deel in dierlijke eiwitten. Daarom is er een voedselrevolutie nodig. Het dier moet uit de voedselketen, waarmee plantaardige eiwitten rechtsreeks door mensen geconsumeerd kunnen worden.

Voortschrijdend inzicht zorgt ervoor dat we vleesvervangers kunnen maken met dezelfde structuur, smaak en bite als vlees, van dezelfde grondstoffen, zonder dat er dieren aan te pas komen. Het is een vorm van landbouwvernieuwing waarvan je zou mogen verwachten dat Wageningen Universiteit daarin voorop zou lopen.

Het vermogen van landbouwtrekkers wordt nog steeds uitgedrukt in pk’s afgeleid van zijn voorganger, het paard. Door landbouwmechanisatie is het trekpaard overbodig geworden.Klik hier!

Hetzelfde zal gebeuren met slachtdieren. In de keten wordt het dier vervangen door een machine die van het veevoer vlees maakt. Dit vindt plaats op een veel efficiëntere wijze dan door het dier ooit zou kunnen. Van 1 kilo meel wordt 3 kilo vlees gemaakt. Bij dieren is dit ruwweg 300 gram, een factor tien verschil.

De besparing op land, water en nutriëntengebruik ligt in dezelfde orde van grootte. Al het gekapte regenwoud in de laatste veertig jaar kan weer terug in functie. Daarnaast kennen we niet de risico’s voor de volksgezondheid zoals voor de mens gevaarlijke dierziekten, antibioticagebruik, fijnstof en ammoniak.

Voor de productie van 1 miljoen kilo 100 procent plantaardige kip hebben we een machine nodig die past in een woonkamer in plaats van een kippenstal ter grootte van een voetbalveld. Leuke bijkomstigheid is dat luchtwassers overbodig zijn.

Megastallen en bio-industrie zorgen niet alleen voor grote ecologische problemen en toenemende honger in de wereld, maar zijn ook de dood in de pot voor agrarische gezinsbedrijven.

Wij zijn erin geslaagd om 100 procent plantaardige vleesvervangers te maken die volgens topkoks niet van echt vlees te onderscheiden zijn. Als Aalt Dijkhuizen de wereld wil voeden, zou dat het best kunnen via plantaardige vleesvervangers. Hij komt maar eens bij ons proeven.

Jaap Korteweg is biologisch akkerbouwer en vegetarische slager.



Bron: refdag.nl