Harde cijfers

Laatste wijziging: maandag 3 mei om 08:32, 3438 keer bekeken
 
Groningen, maandag 3 mei 2010

De afgelopen week keek ik behoorlijk op van harde cijfers van de Bank voor Internationale Betalingen over de risico’s van Nederlandse banken in de PIIGs-landen. In Griekenland zitten we voor zo’n 11 miljard euro. Terecht maken we ons daarover grote zorgen.

Zorgen
Over Ierland maken we ons eigenlijk geen zorgen. Dat zou wel moeten. Want in Ierland zitten we voor 30 miljard. Ik schrijf hier bewust ‘we’ want in geval van nood springt de belastingbetaler bij. In Ierland is de nood hoog, maar klotst het water nog net niet over de rand. Kwestie van tijd. In Portugal, ook zo’n kanshebber op megaproblemen, bedraagt het uitstaande risico 12 miljard euro, zo’n beetje de omvang van het risico van Griekenland. Ik ga nog even door. In Italië, dat ogenschijnlijk gezond is, liggen de belangen nog gevoeliger. Daar zitten de banken voor 68 miljard Euro in. Iedere burgereconoom die recent een keer in Italië is geweest weet dat het land dik in de problemen verkeert. Dat was al zo toen ABN-Amro het Italiaanse Antonveneta overnam. Sindsdien is het alleen nog maar erger geworden.

Harde klappen
Dan komt nu de klapper. Spanje. De Nederlandse bankensector loopt voor het lieve sommetje van 120 miljard euro risico in dit zongerijpte land. Even slikken. Dat betekend maar één ding. Als Spanje failliet gaat – het wordt stelselmatig ontkend- gaat Nederland er rechtstreeks achteraan. Dan zijn ook wij failliet. De cijfers die ik noem zijn feitelijk. Het risico op problemen is een inschatting. Diepgaande psychoanalyse is echter niet noodzakelijk om te weten dat Spanje aan de vooravond van een bankroet staat. De natie is geheel werkloos – want met 20-25% ben je dat- terwijl de persoonlijke schuldenlast van de bevolking astronomisch is. Zonder werk en zonder geld komt een land er niet bovenop. Zo simpel is het.

Probleemlanden
De Nederlandse blootstelling aan deze probleemlanden –totaal zo’n 250 miljard euro- verbleekt bij het risico dat Duitsland en Frankrijk lopen. Die gaan snel richting het biljoen. Tot op heden wordt de mogelijkheid van een faillissement van deze als gezond gekenmerkte Eurolanden –inclusief Nederland- als onzinnig van de hand gewezen en toch is het dat niet. Uit de moderne ondernemingspraktijk weten we dat het gooien van goed geld (van gezonde landen) naar kwaad geld (van zieke landen) niet leidt tot genezing maar juist tot het tegenovergestelde. Beide ondernemingen (landen) komen er slechter voor te staan. In het ergste geval – en dat is nu aan de orde- gaan alle partijen eraan. Omdat ze van binnenuit (de banken) worden uitgehold. Dat is erger dan aangevallen worden.

Nationalisatie
Dit weekeinde meldde oud Minister Bos dat hij al in een vroeg stadium had overwogen om alle Nederlandse banken te nationaliseren. Even bij stilstaan. Wat een slechte minister. Hij had zelfs ABN-Amro en Fortis nooit mogen nationaliseren. Dat avontuur gaat Nederland nog veel geld kosten. Voorlopig constateer ik dat wij in Nederland géén idee hebben hoe te reageren op de noodsituatie die in de PIIGS- landen momenteel ontstaat. Wij lopen braaf achter Europa en het IMF aan. Rechtstreeks richting de afgrond. Angela Merkel had voet bij stuk moeten houden. Dan had Griekenland in één keer door de zure appel heen moeten bijten en uit moeten treden. In Nederland moeten we ook leren. Namelijk dat het beter is om ongezonde banken failliet te laten gaan. Dan houden we namelijk een gezonde economie over. Een nieuwe bank kan iedereen beginnen. Een nieuwe economie niet.

René Tissen
Business Universiteit Nyenrode



Bron: rtl.nl