De Ufo van Trans-en-Provence

Laatste wijziging: maandag 15 februari om 10:05, 4581 keer bekeken
 
Groningen, maandag 15 februari 2010



In 1981 vormde een Frans dorp het toneel voor een spectaculaire ufo-gebeurtenis. Wat gebeurde er en waarom noemen veel deskundigen dit voorval een ufo-bezoek?

Donderdag 8 januari 1981 was het 's middags stralend weer, en Renato Nicolaï- een ltaliaan uit Trans-en-Provence, een Zuid-Frans dorpje- was net van plan om de waterpomp die hij achter zijn huis geïnstalleerd had af te schermen met blokken beton. Renato had gehoopt dat hij er voor donker klaar mee zou zijn, maar tegen vijven zat hij nog tot aan zijn oren in de gasbetonblokken en het cement. "Plotseling," herinnerde hij zich naderhand "werd ik opgeschrikt door een licht gefluit. Het was een heel vreemd gehoor, dus ik draaide me om en reikte mijn hals. Boven de grote dennenboom achterin mijn tuin zag ik een vliegend voorwerp dat zonder iets van een draaiende beweging te maken aan het dalen was." Renato zou het mysterieuze object later omschrijven als twee schalen die met de brede kant naar elkaar toe waren gekeerd, met een metalig uiterlijk dat wel van lood leek. Nieuwsgierig geworden door deze "verschijning" liep Renato, die zich op dat moment zo'n zeventig meter van de boom bevond, erop af om het geheel wat beter te bekijken. Zijn eerste gedachte was dat het een militair toestel was van de naburige basis in Canjuers, dat een noodlanding moest maken. Het was meer een kwestie van vallen dan van landen overigens.


Vrij zicht.


Terwijl Renato naderbij kwam, was de ufo nog steeds aan het dalen, om even later met een luide, gesmoorde plof neer te komen. Renato is toen achter een hutje dat op een verhoogd talud aan de rand van het veldje stond blijven staan. Hij bevond zich op nog geen dertig meter van het toestel en had vrij zicht- zodat bij alles goed kon zien.

"Er waren geen vlammen of iets van rook te zien, en ook niet eens lichtjes," vertelde hij. "Het rustte op een soort pootjes en was ongeveer 1,80 meter hoog, met een omtrek van 2,50 meter. In het midden zat tussen die twee schalen in een soort metalen kroon. Het ding heeft daar toen ongeveer een minuut stilgestaan en vloog toen weer weg."

Met stomheid geslagen heeft Renato de ufo toen met zijn ogen staan volgen. Opnieuw ging de vlucht gepaard met een licht fluitend geluid- een ruis waarvan de getuige de echo nog steeds in zijn oren heeft zitten. "Zodra het toestel was opgestegen," gaf hij later te verstaan, "kon ik aan de onderzijde nog meer openingen zien, maar ook nu waren er geen vlammen of rook te zien. Toen het opsteeg van de grond waaiden er wat stofwolken op."



Toen de ufo achter de bomen was verdwenen, had Renato weer voldoende moed verzameld om naar de plaats van de landing te gaan, waar naar zijn zeggen sporen op de grond waren achtergebleven. "Toen mijn vrouw die avond thuiskwam en ik haar vertelde wat ik gezien had, dacht ze dat ik haar in de maling wilde nemen. Maar de volgende morgen liet ik haar in het volle daglicht de sporen zien in de tuin. Ze ging meteen bellen met de buren, die toen onmiddellijk zijn komen kijken. Zij raadden ons toen aan de politie er maar bij te halen."

Zodoende kreeg de gendarmerie van Draguignan op vrijdag 9 januari 1981 een ongewoon telefoontje. Toen de agenten ter plekke waren, troffen ze er inderdaad twee vrijwel volledige concentrische cirkels aan- eentje met een omtrek van 2,20 meter en een van 2,40 meter. Op de cirkels was een soort "schraapsel" te zien, bijna alsof het voorwerp een afdruk had achtergelaten doordat het was weggegleden of was gaan tollen. Daar vlakbij was nog een tweede spoor te zien, tegen de lage muur die langs de hele tuin liep. Het leek alsof het voorwerp, zoals Renato had gezegd, inderdaad was "gevallen", want het was duidelijk te zien dat het de muur had geschampt voordat het schuivend en wel tot stilstand was gekomen.

De politie rondde het onderzoek af door de getuigenverklaring op te tekenen en een aantal planten en aardkluiten mee te nemen. Deze monsters, die later in een laboratorium werden geanalyseerd, zouden van grote waarde blijken voor het verdere onderzoek. Toen de politie ten slotte nog contact opnam met de offlciële overheidsinstelling die zich met dit soort kwesties bezighoudt, zat haar taak erop.

Het onderzoek van GEPAN.

In die tijd was het onderzoek naar alles dat met ufo's te maken had in Frankrijk in handen van de Groupe d'Étude des Phénomènes Aérospatiaux Non-identifiés (GEPAN). Deze onderzoeksgroep bestaat uit een aantal wetenschappelijk deskundigen uit verschillende disciplines, waaronder biologie, natuurkunde en psychologie. GEPAN werd op maandag 12 januari bericht dat er in Trans-en-Provence iets was voorgevallen. Vanuit de organisatie werd echter besloten niet onmiddellijk te reageren, waardoor het veertig dagen duurde eer men voor het eerst ging kijken. De mensen van GEPAN verzochten de politie echter wel om de monsters naar diverse officiële laboratoria te zenden. Op grond van de bevindingen daarvan stelde de GEPAN vervolgens onder de discrete benaming "ni16" een omvangrijk technisch dossier samen waarin alle namen (van personen, plaatsen en laboratoria) opzettelijk waren afgeschermd. In dit dossier werd gesteld dat een eerste analyse van de sporen die bij Renato Nicolaï in de tuin waren gevonden, erop wees dat ter plaatse een zeer zwaar voorwerp moest hebben gestaan. Ook werd opgemerkt dat de bodem verhit was geweest tot een temperatuur van 600 C en, helemaal opvallend, dat ter plaatse diverse materialen waren achtergelaten, vooral ijzers en fosfaten, vermengd met resten van een verbrandingsproces. Dit vormde een hard bewijs dat de verklaring van Renato Nicolaï ondersteunde.



De onderzoekers van GEPAN gingen toen verder en kwamen met bevindingen (van psvchologen onder andere) die de verklaring van Renato andermaal bevestigden. Ze keken of er geen andere zaken in het spel waren: van helikopters tot weerballonnen, van militaire kogels tot ordinaire leugens. Deze zaak is in meerdere opzichten een mooi voorbeeld van een goed gedocumenteerde en uitvoerig onderzochte ufo-melding. In de eerste plaats moet de adequate reactie van de autoriteiten worden genoemd, waardoor de melding en hetgeen daar op volgde een serieus tintje kregen. Door de snelheid waarmee de politie optrad en hun vlot genomen besluit om planten mee te nemen van de vindplaats, had men een goede grondslag voor het onderzoek. Deze monsters, die meteen verzonden werden naar de desbetreffende offlciële organisatie, hielpen het onderzoek een hele stap verder. De plantenmonsters die de GEPAN doorzond naar Michel Bounias, hoogleraar biochemie, vertoonden tekenen van senescentie, een vorm van biochemische veroudering die alleen kan worden verklaard uit een kunstmatig proces.

Een brandende vraag.

Dit wierp de vraag op door wat voor proces dit dan wel mocht zijn veroorzaakt, en hoe zich dat in een plattelandsdorpje ergens diep in Frankrijk kon hebben voorgedaan. Gezien de ingewikkelde processen die nodig moeten zijn geweest om de vegetatie ter plaatse op zo'n manier aan te tasten, kwamen de deskundigen meteen al aandragen met de veronderstelling dat het om iets buitenaards moest gaan- een theorie die tot op de dag van vandaag nog grotendeels overeind staat. Het begrip "theorie" is in dit verband een groot woord, maar een overtuigende stelling is het zonder meer.



Bron: wereldgeheimen.nl