Wees vooral erg bang!

Laatste wijziging: zondag 16 november om 20:06, 2541 keer bekeken
 
Groningen, zondag 16 november 2008
Written by Marcel Hulspas   
Tuesday, 11 November 2008 22:14

Op 2 juli 2008 verscheen eruit de hand van Marcel Hulspas een artikel in depers.nl, dat gezien de voortschrijdende actualiteit van de inhoud, wat ons betreft nu al tot de literaire hoogstandjes van 2008 moet worden gerekend. Vandaar dat we het andermaal onder de aandacht willen brengen: Wees vooral erg bang!

Milieuorganisaties, wetenschappers en politici bestoken ons voortdurend met dreigende rampen. Want bange burgers zijn brave burgers. Wat ooit kenmerkend was voor dictaturen, is inmiddels doodnormaal in de moderne democratie: het aanwakkeren en uitbuiten van angst. Vroeger probeerde een democratische overheid zijn burgers juist te bevrijden van angsten: angst voor ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.

Angst was immers een slechte raadgever; ze kon leiden tot een vlucht in extremisme, tot revolutie. Zo vertelde de Amerikaanse president Roosevelt zijn landgenoten in 1933, tijdens het hoogtepunt van de Grote Depressie, dat ze 'niets te vrezen hadden behalve de vrees zelf'.

Maar die bezorgdheid is verleden tijd. Vadertje Staat is een bullebak geworden; een onheilsprofeet die ons welbewust de stuipen op het lijf jaagt. Het meest recente voorbeeld van deze bangmakerij is de Nationale Risicobeoordeling die minister Ter Horst eind mei naar de Tweede Kamer stuurde. Een overzicht van de gevaren die ons kleine landje bedreigen.

Het grootste gevaar, aldus dit rapport, is een wereldwijde griepuitbarsting, een pandemie, veroorzaakt door een nog onbekend griepvirus. Andere grote dreigingen zijn een oliecrisis, 'polarisatie en radicalisering', de landelijke uitval van het elektriciteitsnet en extreme hitte of droogte ten gevolge van klimaatverandering. En dan zijn er volgens de samenstellers ook nog grote rampen die ons wat minder snel zullen treffen: de moedwillige verstoring van het elektriciteitsnet, en grote overstromingen – waarbij die laatste ramp misschien niet erg waarschijnlijk is maar wel duizenden doden, miljoenen vluchtelingen en honderden miljarden euro schade kan veroorzaken.

De Risicobeoordeling besluit met elf punten waarop de regering zich 'in eerste instantie' zal gaan richten, variërend van 'verdere voorbereiding op een grieppandemie' tot de opzet van een 'landelijk operationeel evacuatieplan'.

Aan het rapport hebben verschillende ministeries en lagere overheden meegeschreven, en ook wetenschappelijke instituten en het bedrijfsleven. En deze exercitie zal ieder jaar worden herhaald, en ieder jaar zal gekeken worden hoe het met de voorbereidingen op deze rampen gesteld is – een wel zeer optimistisch voornemen gezien het feit dat de Nederlandse overheid normaliter twintig jaar nodig heeft om zelfs maar een besluit te nemen over een lullig stukje snelweg.

Maar voor wie mocht vrezen dat de Haagse ambtelijke molens ook in dit geval hemeltergend langzaam zullen draaien, is er een geruststellende gedachte: de voorgespiegelde rampen zijn nep. Ze stellen niets voor. De auteurs willen u alleen maar bang maken.

 Vogelgriep

PS: En samen met deze werkelijk sublieme analyse dwalen onze gedachten uiteraard ook nog even af naar de ‘1 miljard doden door tabaksgebruik’ die door de WHO zijn voorspeld. En door de overheid zijn bevestigd. Door Klink, Jan Peter en Wouter. En door de media. En het bedrijfsleven. En de vakbonden. En de wetenschap. Met angst en beven laten ons deze cijfers slechts nog huiveren bij de gedachte hoeveel slachtoffers sterke drank, vlees, verjaardagstaarten en paddo's de samenleving gaan kosten.

Opmerkelijk tegelijk te constateren dat een van de allergrootste rampen, de huidige krediet crisis, dan weer niet werd voorspeld. Door geen enkele overheid, geen enkele minister, en geen enkele ambtenaar ter wereld. Waar betalen wij als wereldburger die mensen eigenlijk nog voor? Ik zal het u zeggen: wij betalen hen, wij gaan steeds langer en harder werken met zijn allen, om daar elke dag weer steeds minder vrijheid voor terug te krijgen. Totdat er een wereld is geschapen dat niemand het een kind nog aan wil doen om op de wereld te moeten komen. Dat geeft pas een wereld zonder gevaar, dat geeft pas een kindvriendelijke wereld.

Hoeveel (dodelijke) slachtoffers zouden er eigenlijk door de jaren heen door overheden zijn gemaakt en veroorzaakt? En begonnen dit soort overheden ook niet altijd en steeds weer met het prediken van angst?

Laten we bij de grootste ramp beginnen: de gevreesde grieppandemie. Een vertrouwd doemscenario. Aangewakkerd door uitbarstingen van griepachtige ziekten als de luchtweginfectie SARS en de vogelgriep, roepen vele deskundigen al jarenlang om het hardst dat we ons op het ergste moeten voorbereiden. En ze verwijzen daarbij uiteraard naar de grote grieppandemieën uit de geschiedenis.

Wat ze niet vertellen, is dat er wat de griep betreft de laatste halve eeuw iets fundamenteel veranderd lijkt te zijn. Die pandemieën komen niet meer voor. Zo’n anderhalve eeuw lang had de wereld te maken met uitbarstingen van nieuwe griepvirussen, en dat pakweg om de tien jaar. De beruchtste grieppandemie was de Spaanse Griep van 1918/1919, die meer doden veroorzaakte dan de toen net afgelopen Eerste Wereldoorlog. Daarna was er een uitbarsting eind jaren twintig, eind jaren dertig, veertig, vijftig… tot de laatste grieppandemie, de uitbarsting van de Hong-Konggriep in 1968. Sindsdien zijn er geen pandemieën meer geweest.

Niemand weet waarom er al veertig jaar geen grote pandemieën meer optreden, maar de oorzaak moet ergens liggen in het brongebied waar die nieuwe virussen steeds maar weer vandaan kwamen: Centraal-Azië. De nieuwe griepvirussen waren genetische variaties (mutaties) van varkens- en rundergriepvirussen, en die mutaties ontstonden waarschijnlijk juist daar omdat mens en vee in die regio dicht bijeen leefden.

Die ‘overstap’ van vee op mens vindt niet meer plaats; ze lijkt niet meer mogelijk. Wellicht hangt dit samen veranderingen in de lokale veeteelt, of verbeteringen van de volksgezondheid waardoor de weerstand tegen nieuwe virussen groter is.

Hoe dan ook, Centraal-Azië is al bijna een halve eeuw niet meer de bron van nieuwe, dodelijke griepvarianten. Daarmee zijn we nog niet van de griep verlost. In plaats van varianten van runder- en varkensvirussen hebben we de laatste decennia te maken met varianten van vogelgriepvirussen, die voornamelijk ontstaan in Zuidoost-Azië. Maar het is duidelijk dat deze varianten veel minder gevaarlijk zijn. De nieuwe variant op de vogelgriep heeft tot nog toe zo’n tweehonderd slachtoffers, en ze verspreidt zich traag zodat uitbraken gemakkelijk te onderdrukken zijn.

Deskundigen hebben een vermoeden waarom dat zo is: het virus is zo gebouwd dat het niet gedijt in de hogere luchtwegen; het nestelt zich liever diep in de longen. En om daar te komen, en om van daaruit andere mensen te infecteren, dat is nu eenmaal heel lastig.

Maar er lijkt meer aan de hand. De overstap naar de mens lijkt voor deze virussen een te grote stap. De traditionele pandemische virussen verspreidden zich in luttele dagen tijd over de aarde; de nieuwe variant van de vogelgriep, waarmee ook de mens besmet kan raken, werd tien jaar geleden voor het eerst gesignaleerd. Al tien jaar lang waarschuwt een koor van griepdeskundigen dat de vogelgriep kan muteren tot een gevaarlijke variant die voor een rampzalige pandemie kan zorgen.

En het bedrijfsleven en de media zingen dapper mee. Het farmaceutisch GSK liet naar aanleiding van de Risocoanalyse weten dat de regering zo snel mogelijk grote voorraden van GSK’s vogelgriepvaccin moet inslaan (ook al weet niemand of dat vaccin op het moment suprême werkelijk iets zal uithalen). En de Volkskrant van 7 juni meldde doodleuk: ‘Virologen gaan er van uit dat het H5N1-vogelgriepvirus zal evolueren tot een pandemische stam. Die zal vervolgens dood en verderf zaaien over de wereld.’

Nee dus. De 'Friends of Avian Flu' (vrienden van de vogelgriep) moeten hoognodig een toontje lager gaan zingen, aldus een sarcastische Tony Delamothe, adjunct hoofdredacteur van de Britsh Medical Journal. Het virus, zo schreef hij in juni vorig jaar, heeft in tien jaar alle kansen gehad om gevaarlijk te worden, maar het is en blijft in wezen onschuldig: 'Willen de vrienden van de vogelgriep voortaan asjeblieft wat minder lawaai maken en ons pas echt bang maken als het zover is?'

Maar de vraag is dus of dat moment überhaupt ooit aanbreekt. De kans is groot dat verwoestende pandemieën definitief tot het verleden behoren. Politici die voorbereidingen treffen voor een komende pandemie zijn als generaals die zich voorbereiden op de vorige oorlog.

Autoloze zondag

Hoe zit het dan met die andere dreigende ramp, een nieuwe oliecrisis? De waarschuwing hiervoor bleek een goedkoop voorproefje op een waarschuwing die de Energieraad (een adviesorgaan van de regering) op dinsdag 24 juni uitdeelde: als de wereld te veel olie verbruikt ontstaan er straks tekorten, aldus de Energieraad, en dan moet de olie straks wie weet op de bon, of krijgen we weer een autoloze zondag!

Wees bang! Wees erg bang! Zeker, de vraag stijgt enorm en de prijs voor ruwe olie zal daarom de komende jaren sterk stijgen (overigens vooral vanwege een gebrek aan raffinage capaciteit). Maar geen serieuze deskundige die aan echte tekorten denkt, laat staan aan een herhaling van de beruchte zinloze maatregelen van het kabinet-Den Uyl dertig jaar geleden.

Het geschreeuw van de Energieraad doet denken aan de lange termijn voorspellingen opgesteld door militaire denktanks, bedoeld om de immer dalende defensie-uitgaven weer omhoog te praten (in dergelijke voorspellingen krijgen ofwel terroristen, dan wel de Chinezen de wereldolieproductie in handen).

Daarnaast is er de luidruchtige Peak Oil beweging: een gezelschap van economen en actievoerders die denken iets te onthullen wat de oliemaatschappijen u niet durven vertellen: dat de wereldolieproductie binnen enkele jaren zijn piek zal bereiken, en dat olie daarna heel snel schaars en extreem duur zal worden.

De achterliggende redenering ('ook de olie raakt een keer op') is even logisch als misleidend. De oliereserve is een uiterst rekbaar begrip. Dankzij de huidige hoge olieprijs wordt het aantrekkelijk om de enorme, maar moeilijk winbare olievoorraden in het hoge Noorden aan te boren. Ook exploratie en het beter leeghalen van bestaande olievelden (momenteel blijft bij winning het grootste deel van de aardolie in de bodem achter), krijgen hierdoor een geweldige stimulans.

De oliemaatschappijen verwachten dan ook dat de productiepiek nog vele decennia op zich zal laten wachten. Zij gaan er van uit dat er nog tijd genoeg is voor een geleidelijke overschakeling op alternatieve energiebronnen. Niet de schaarste, maar de technologie is hier de bepalende factor. Net zoals de turf en de steenkool in vroeger dagen, zal ook de aardolie straks bij lange na nog niet op zijn wanneer de samenleving overschakelt op een nieuwe energiebron.

Die bangmakerij is geen uniek Nederlands fenomeen. De Britse essayist Frank Furedi hekelde vorig jaar op de website Spiked! de 'politiek van de angst' die overal de kop op steekt. De moderne burger wordt voortdurend, uit steeds weer andere richtingen, bang gemaakt. Hij krijgt voortdurend te horen dat de aarde ten onder dreigt te gaan aan zijn harteloosheid, spilzucht en luiheid – of simpelweg het gegeven dat hij te veel is. De Franse historicus François Walter verbaast zich in zijn boek Catastrophes over het feit dat we nu, ondanks alle moderne voorzieningen en zekerheden, nog net zo bang zijn als in de duistere middeleeuwen. Blijkbaar voldoet angst aan een diepe behoefte. Volgens Ulrich Beck, auteur van Weltrisikogesellschaft, is het juist de moderne, valse belofte van zekerheid die ons nu zo bang maakt.

 

Anderen zijn ondertussen op zoek naar degenen die de moderne burger bang willen maken. In Scared to death wijzen de auteurs, Christopher Booker en Richard North, drie schuldigen aan: de wetenschap, de media en de politiek. Zij hebben ons bang gemaakt voor zaken als asbest, salmonella, fijnstof en ga zo maar door. En gedrieën zijn ze volgens de auteurs ook verantwoordelijk voor de grootste bange leugen aller tijden: het broeikaseffect. Die laatste aantijging maakt Scared to death tot derderangs leesvoer – maar het boek bevat een kern van waarheid.

Angst zaaien en versterken is doodnormaal geworden. Iedereen doet er aan mee. Bedrijven, de media, ideële organisaties en sinds kort ook overheidsinstanties: allemaal hebben ze ontdekt dat bang maken een effectieve manier is om aandacht te trekken, om de burger te bereiken en hem over te halen om de beurs te trekken of onaangename ingrepen te accepteren. Angst werkt. Het levert hogere omzetten, hogere kijkcijfers, meer geld in de collectebussen en uiteindelijk meer stemmen in het stemhokje.

Zure regen

Oorspronkelijk was het uitsluitend de reclame die ons bang probeerde te maken: bang voor slechte adem, voor zweetvoeten, voor het pensioengat, voor ziekte en de dood. De verlossing voor al deze kunstmatige angsten lag in de winkel op ons te wachten. Die truc werd in de jaren zeventig overgenomen en uitvergroot door de milieuactiegroepen. Zij bezorgden ons moderne angsten zoals die voor atoomenergie, voor zure regen, voor het uitsterven van de aarde, voor het vreselijke gat in de ozonlaag en voor het opraken van grondstoffen.

Dit milieu-alarmisme zorgde voor een ongekende groei van de verschillende bewegingen en deed het uitstekend in de media. Maar ze veroorzaakte uiteindelijk een unieke vorm van chronische vermoeidheid: wie geen ramp te melden had, kreeg geen aandacht.

Wetenschappers hadden dat al snel in de gaten, en hebben het rampdenken inmiddels volledig omarmt. Of het nu gaat om archeologische vondsten, om onderzoek naar diepzeestromingen of het tellen van zeldzame plantjes of vlinders: het heeft volgens hen allemaal te maken met klimaatverandering. Een bescheiden leugen die de kans op media-aandacht, maar ook op subsidiëring vanuit de overheid flink vergroot. Zonder die overdrijving lukt het niet meer.

Na de commercie, de milieubeweging en de wetenschap heeft nu dus ook de overheid de bangmakerij ontdekt. En met dezelfde doelstelling: toegang tot uw portemonnee.

De broeikasmodellen voorspellen dat de zeespiegel de komende eeuw ongeveer een meter zal stijgen. Om dat extra risico op te vangen, zijn geen kostbare ingrepen nodig maar een simpele verbreding van duingebieden en van enkele dammen en dijken. En daar hebben we ruimschoots de tijd voor – even aannemende dat die stijging zich ook werkelijk zal voordoen.

Maar dat is niet wat de burger van de milieubeweging te horen krijgt. Organisaties als het WWF en Greenpeace 'zien' in elke orkaan of droogte, in elke vroege lente en verdwaalde ijsschots de eerste gevolgen van het broeikaseffect. Hulporganisaties als Christian Aid en Oxfam gooien extra olie op het vuur door te voorspellen dat de we komende decennia te maken krijgen met geen 200 miljoen, geen 250 miljoen, maar wie weet een miljard 'klimaatvluchtelingen'.

En de politiek speelt daar handig op in. Spookverhalen zijn uitstekende gelegenheden om oude wensen weer eens naar voren te halen. EU-buitenland coördinator Solana waarschuwde afgelopen maart voor 'miljoenen' extra vluchtelingen richting EU; reden waarom de lidstaten hun defensie-uitgaven maar eens flink moeten verhogen.

Iedereen weet ook wat de eerste antiterrorismemaatregel in ons land was: het invoeren van de identificatieplicht. Een volstrekt nutteloos gebaar als het gaat om terrorismebestrijding maar Justitie had dat voorstel al jaren lang op haar verlanglijstje staan.

En op dezelfde wijze heeft het kabinet het verwaarloosde, kostbare onderhoud van onze dijken verheven tot onderdeel van het klimaatprobleem. Binnenkort komt de 'Deltacommissie' onder leiding van ex-minister Cees Veerman met voorstellen voor de bescherming van ons land tegen dreigend stijgende zeespiegel. Die voorstellen zullen grotendeels bestaan uit broodnodig achterstallig onderhoud; maar menig ingenieursbureau, en niet te vergeten de grote bouwmaatschappijen in ons land, zien in de broeikasangst een uitgelezen kans om, net als dertig jaar geleden, contracten te verkrijgen voor een zeer omvangrijke operatie die gedurende vele decennia vele miljarden gaat kosten.

En niet alleen voor bedrijven, ook voor Verkeer&Waterstaat en Rijkswaterstaat biedt dit rampscenario uitgelezen kansen om te groeien. Alle partijen weten dat het rapport van de commissie-Veerman niet onder in een la verdwijnt. De Tweede Kamer moet ermee instemmen en dat betekent dat Kamerleden in het bijzonder, en 'de samenleving' in het algemeen, opgezadeld moet worden met verhalen over ondergelopen steden en miljoenen vluchtelingen.

Bodyguards

Zo heeft na de commercie, de milieubeweging en de wetenschap, ook de politiek ontdekt hoe men angst kan exploiteren. Dat gebeurt inmiddels op vele manieren, klein en groot. Wanneer kamerlid Rita Verdonk te horen krijgt dat haar beveiliging kan worden teruggeschroefd, reageert ze niet opgelucht maar juist verontwaardigd. Rita weet namelijk donders goed dat juist die dreiging haar voor velen interessant maakt. Zonder bodyguards is ze niet meer dan de zoveelste schreeuwer op het Binnenhof.

Maar ook ministers exploiteren inmiddels allerlei angsten. Energiebesparing en een effectief milieubeleid zijn blijkbaar ondenkbaar zonder de dreiging van olietekorten en het broeikaseffect. Wie het fileprobleem wil aanpakken, waarschuwt met De Telegraaf voor een dreigend 'verkeersinfarct'.

De vergrijzing kan alleen omschreven worden in termen van een nationale ramp; overgewicht wordt een medische ramp; alle kinderen vormen sinds kort een potentiële ramp. Dankzij enkele gruwelijke gevallen van kindermishandeling loodst minister Rouvoet een ingrijpende reorganisatie van de Jeugdzorg door de Kamer, met een compleet nieuwe bestuurslaag, de Centra voor Jeugd en Gezin, die voor ieder kind in Nederland een ‘risicoanalyse’ moet gaan opstellen. Die visie illustreert perfect de reden waarom ook de politiek steeds vaker kiest voor bangmakerij. De burger heeft geen bescherming meer nodig; hij is een potentieel gevaar. Hij is onbetrouwbaar, onhandelbaar, een zeur, een verwend nest. Als de politiek hem iets wil bijbrengen, zijn gedrag wil beïnvloeden, dan kan dat alleen nog maar door toediening van de sterkste prikkel: bang maken.

Maar angst slijt. En wanneer de ramp uitblijft en de angst wegebt, blijft alleen maar cynisme achter. Alleen een nog grotere dreiging kan die verwende burger weer in het gareel krijgen. Een nog grotere dreiging, waarmee u opnieuw van alle kanten zult worden bestookt. Bang bent u, en bang moet u blijven. Voor uw eigen bestwil.



Bron: Depers.nl