Is het doemscenario van Willem Middelkoop geloofwaardig?

Laatste wijziging: zondag 8 februari om 19:06, 2892 keer bekeken
 
Groningen, zondag 8 februari 2009



Toegegeven moet worden dat dan Willem Middelkoop met het aanleggen van een verzekering in de vorm van goudstaven goed af zou zijn.

Afgezien van het feit dat Willem Middelkoop evenmin als ikzelf een opleiding in de economie heeft gehad is zijn voorspelling voor mij niet geloofwaardig dat binnen vijf jaar ons financiële systeem ineen zal storten als gevolg van de onverbiddelijke koppeling aan de dollar als monetaire eenheid van de grootste economische macht. Nog even kort waarom we in de problemen zitten.

Door banken zijn leningen verstrekt, die onvoldoende gedekt bleken. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen leningen aan overheden in ruil voor staatsobligaties en leningen aan bedrijven en particulieren in ruil voor schuldbewijzen (b.v. hypotheekaktes). In vele landen, in het bijzonder ook in de USA, is de staatsschuld zeer hoog geworden, waarbij de dekking simpel bestaat uit de bevoegdheid van de overheid om de inkomsten van burgers met belastingen af te romen. Deze burgers zijn dus ook de eigenlijke schuldenaren, al hebben de politici in hun naam de schuld aangegaan. De schuldbewijzen voor de leningen, aangegaan door particulieren en bedrijven, hebben voor een deel hun waarde verloren, doordat er onder de zaken, die als onderpand voor deze leningen door de banken waren geaccepteerd, teveel dingen zaten, die de op de schuldbewijzen aangegeven waarde òf nooit hadden bezeten, òf cumulatief waren gaan verliezen.

Een en ander was veroorzaakt omdat sociaal-politieke wetten ten behoeve van de minstbedeelden de bankiers openingen hadden gegeven tot het verstrekken van hoogst speculatieve kredieten. De banken, die door dit laatste soort leningen in de problemen kwamen, worden nu door overheden geholpen door middel van kapitaalinjecties met een verhoging van de over de burgers verdeelde staatsschuld. Waar er bedrijven functioneerden, niet met eigen kapitaalsgoederen, maar met kapitaalsgoederen, verkregen met geld waarvan de banken de schuldbewijzen bezaten, daar ontstonden meteen problemen toen de banken geen nieuwe kredieten meer konden of wilden verstrekken. Dit veroorzaakte een druk op regeringen om te hulp te schieten door de over de burgers verdeelde staatsschuld nog verder te verhogen met kapitaalinjecties om het verdwijnen van werkgelegenheid te voorkomen. De regeringen suggereren tegenover hun burgers dat die kapitaalinjecties gepaard gaan met een streng overheidstoezicht, waarbij er soms zelfs sprake is van nationalisatie (d.w.z. het overnemen van de verantwoordelijkheid voor het bestuur door overheidsdienaren). Echte nationalisatie blijft natuurlijk wel beperkt tot de sociaal-democratieën van deze wereld, die de les van de Sovjet Unie niet hebben begrepen.

Zowel bij de staatsleningen als bij de leningen in de particuliere sector is er sprake van het scheppen van geld uit het niets. De geldvoorraad, waarmee het betalingsverkeer bij de uitwisseling van diensten en goederen moet plaats vinden, wordt eenvoudig vergroot om dingen te kunnen doen die geld kosten, geld dat er nog niet is. De schuldbewijzen, waarmee het bestaan van het nieuwe geld moet worden aangetoond, berusten echter bij onbetrouwbare, niet aan het nationale product bijdragende eigenaren. Zowel de banken als de allang niet meer door democratische politici beheerste overheid worden bestuurd door personen, die door niemand echt ter verantwoording kunnen worden geroepen. We moeten maar hopen dat er in de netwerken van deze personen nog morele maatstaven gelden, naast de onvermijdelijke prikkels tot zelfverrijking.

De grootte, de omvang van het nationaal product is de maatstaf voor de welvaart van een land. Hierbij zou je het nationaal product eigenlijk moeten uitdrukken in de waarde van de in het land geproduceerde goederen en diensten. Slechts in landen met relatief kleine overheden is deze waarde ook direct gelieerd aan het bruto nationaal inkomen, waar het BNP gewoonlijk in wordt uitgedrukt. Maar in elk geval kan de vraag worden gesteld of de voorspelling van Willem Middelkoop over een te verwachten ineen storten van het financiële dollarsysteem geloofwaardig is. Zo’n ineenstorting zou zich moeten manifesteren door een spectaculaire daling van het BNP. Nu zijn de in een land geproduceerde goederen en diensten, of het nu in de landbouw of in de industrie is, of het nu particuliere diensten (b.v. in de toeristen industrie) of overheidsdiensten betreft, maar voor een klein deel afhankelijk van onzekere kredieten. Een krimp van een paar procent is maar een paar procent. In alle gevallen is echter een betrouwbaar betalingsverkeer voor een dynamische economie essentieel. Het is dan ook niet met de kredietcrisis, dat de banken onze welvaart in gevaar brengen. Maar hun totale beheersing van het betalingsverkeer laat niet toe banken op grote schaal failliet te laten gaan. De overheid, die dit betalingsverkeer niet kan missen, al was het maar voor het innen en besteden van het eigen salaris door overheidsdienaren, zal de grote banken wel voor zo’n faillissement behoeden. En zolang dit betalingsverkeer blijft functioneren, los van alle krediet problemen, zal de productie van goederen en diensten in een land niet instorten.

Kan het financiële dollarsysteem dan niet instorten onder de druk van het gigantische bedrag van de Amerikaanse staatsschuld? Naar mijn indruk is deze vrees het gevolg van een grove onderschatting van het productieve vermogen van de vrije markt in de USA. Zelfs als het buitenland de ruim voorradige Amerikaanse staatsobligaties op grote schaal op de markt zou gooien, dan zou weliswaar de koers van de dollar dalen; misschien zelfs spectaculair. Maar omdat de economische bedrijvigheid in de USA maar in heel geringe mate van het buitenland afhankelijk is met in- en export, zou de binnenlandse productie en consumptie niet erg worden getroffen door die lagere dollarkoers. De verliezen worden in het buitenland geleden, met de dollarinvesteringen, maar ook met de alleen door protectionistische maatregelen te stoppen import vanuit het goedkopere Amerika. Toegegeven moet worden dat dan Willem Middelkoop met het aanleggen van een verzekering in de vorm van goudstaven goed af zou zijn.

De les, die vele producenten van goederen en diensten uit de kredietcrisis moeten en zullen trekken, is ongetwijfeld de constatering dat je het eigen bedrijf moet voeden en uitbreiden met het zelf verdiende geld, en niet met fictief geld waar je slechts een schuldbewijs voor af hoeft te geven, hoe aantrekkelijk nieuwe winstmogelijkheden er ook uit mogen zien.



Bron: hetvrijevolk