De Europese Unie subsidieert de voedselverwerkende industrie met miljarden euro, maar dat geld komt niet aan waar het nodig is. Dat blijkt uit een kritisch verslag van de Europese Rekenkamer (ERK), die wil dat er enkel nog subsidies gaan naar programma's waarvan het doel duidelijk vastligt. "Anders verwordt de maatregel tot een gift aan voedselverwerkende bedrijven", luidt het.
De EU voorziet vanuit het gemeenschappelijk landbouwbeleid subsidies voor bedrijven in de voedselverwerkende sector die zorgen voor "toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten". Daardoor kan het concurrentievermogen van de land- en bosbouw opgekrikt worden. Voor de periode 2007-2013 werd er in het EU-budget 5,6 miljard euro uitgetrokken voor die maatregel. De sector krijgt ook steun vanuit de lidstaten afzonderlijk, waardoor de totale steun uitkomt op 9 miljard euro.
Maar uit controles van de Europese Rekenkamer - in Spanje, Frankrijk, Italië, Litouwen, Polen en Roemenië - blijkt dat het Europese geld niet altijd doelmatig wordt ingezet. Zo is het bijvoorbeeld niet altijd duidelijk of het Europese geld effectief ingezet wordt voor de verbetering van landbouwproducten of voor een sterker concurrentievermogen.
Algemene subsidie
"De EU-controleurs constateerden dat de lidstaten de financiering niet richten op projecten waarbij aantoonbaar behoefte bestaat aan overheidssteun. Dan bestaat het risico dat de maatregel een algemene subsidie wordt aan ondernemingen die investeren in de voedselverwerkende sector - met alle risico's van dien op concurrentievervalsing en verspilling van schaarse overheidsmiddelen", zo luidt de kritiek van de ERK.
Volgens Rekenkamerlid Jan Kinst stellen de lidstaten de financieringsbehoefte niet duidelijk vast en leggen ze ook geen "zinvolle doelen" vast. "De Commissie dient alleen programma's goed te keuren waarbij dit wel gebeurt, omdat deze maatregel anders verwordt tot een gift aan voedselverwerkende bedrijven."
Bron: hln.be