De Peruaanse regering heeft de noodtoestand afgekondigd in een afgelegen deel van de Amazone-jungle, bij de grens met Ecuador.

Volgens de regering voltrekt zich in het gebied een milieuramp door toedoen van jarenlange vervuiling met lood, barium en chroom.

In het gebied liggen de productiefste olievelden van Peru. De velden worden geëxploiteerd door de Argentijnse oliemaatschappij Pluspetrol.

De indiaanse bewoners van het gebied - voornamelijk Quichua en Ashuar - klagen al jaren over de vervuiling en het feit dat opeenvolgende regeringen de problemen niet hebben aangepakt.

Wetgeving

Volgens de regering komt dit doordat het land tot voor kort geen milieuwetgeving kende. Nu is dat wel het geval. Het ministerie van milieu heeft dan ook de noodtoestand afgekondigd. Pluspetrol, dat de velden al zo'n 12 jaar exploiteert, wordt verplicht de vervuiling op te ruimen, zei minister Manuel Pulgar-Vidal.

De bijzondere maatregel blijft negentig dagen van kracht en vereist dat het bedrijf onmiddellijk actie onderneemt om de vervuilingsrisico's voor de lokale bevolking weg te nemen. In januari van dit jaar kreeg Pluspetrol al een boete van omgerekend ruim 8,5 miljoen euro opgelegd.

Olie

Ook de voorloper van Pluspetrol, Occidental Petroleum, heeft volgens de regering de vervuiling niet goed opgeruimd. Occidental Petroleum boorde sinds 1971 naar olie in het gebied. In 2001 nam Pluspetrol het over.

De voorzitter van een belangenvereniging van de Quichua, Sixto Shapiama, noemde het afkondingen van de noodtoestand 'een grote overwinning', omdat 'de regering jarenlang de realiteit niet onder ogen heeft willen zien'.

Volgens Shapiama lekt er al tientallen jaren olie. De vervuiling zou geboorteafwijkingen en spontane abortussen tot gevolg hebben gehad.