Het idee van de ‘99 procent’ deed iets wat in de Verenigde Staten sinds de Grote Depressie niet meer was gebeurd: het concept van sociale klasse werd nieuw leven inblazen als een politieke kwestie. Dit werd mogelijk gemaakt door een subtiele verandering in het karakter van de macht van de heersende klasse in dit land, een verandering die naar mijn mening alles te maken heeft met de kwestie van schulden.
Als lid van het team dat de ‘wij zijn de 99 procent’ slogan bedacht kan ik lezers verzekeren dat we niet dachten aan ongelijkheid of aan klasse an sich. We dachten specifiek aan klassenmacht. De ‘1 procent’ zijn de schuldeisers: de mensen die hun weelde om kunnen zetten in politieke invloed en hun politieke invloed in weelde. Het belangrijkste doel van het regeringsbeleid is om alle mogelijke middelen (fiscaal, monetair, politiek en zelfs militair) te gebruiken om te voorkomen dat aandelenprijzen zakken. Het machtigste imperium ter wereld lijkt slechts te bestaan om een voortdurende stroom van rijkdom naar de handen van het kleine deel van de bevolking dat over financiële middelen beschikt te verzekeren. Hierdoor kan ook steeds meer geld terugvloeien in het systeem van gelegaliseerde omkoperij dat de huidige Amerikaanse politiek in wezen is.
Toen we in augustus 2011 de bezetting van Wall Street aan het organiseren waren hadden we er eigenlijk geen idee van hoeveel mensen deel zouden nemen, zelfs niet of er überhaupt mensen op zouden komen dagen. Maar bijna onmiddellijk zagen we een patroon. De overweldigende meerderheid van de demonstranten waren op de een of andere manier de dupe van het Amerikaanse schuldensysteem. In het begin ging het voornamelijk om studieschuld: typisch was de klacht dat mensen hard gewerkt hadden, en de regels volgden maar nog steeds geen baan konden vinden die hen in staat zou stellen hun schulden af te lossen. Ondertussen ontvangen ‘de financiële criminelen die de economie geruïneerd hebben’ steun van de overheid.
Dat het tentenkamp volliep met met mensen die de dupe zijn van het schuldensysteem was niet zo opmerkelijk, wat echt opviel was hoe sterk hun klachten weerklank vonden. In de jaren zestig of vroege jaren tachtig was de misère van met schulden kampende alumni niet eerste dat de sympathie opwekte van transportmedewerkers of schoonmakers. Maar Occupy werd met warmte en solidariteit onthaald door de vakbeweging. Er was duidelijk iets veranderd. We waren onszelf gaan zien als deel van eenzelfde klasse van schuldenaren.
Dit werd mogelijk gemaakt door een aantal veranderingen in de structuur van het Amerikaanse kapitalisme. Al tientallen jaren lang horen we verhalen over de ‘financialisering van het kapitalisme’. Dit wordt vaak voorgesteld als een abstract, bijna magisch proces waarin Wall Street niet langer het grootste deel van de winsten hoeft te onttrekken aan handel of industrie omdat het een manier ontdekt zou hebben om uit pure speculatie welvaart te creëren. De financiële industrie was ondertussen druk bezig om onderzoek naar de sociale relaties waar deze winstgroei op is gebaseerd te ontmoedigen. Wat op Wall Street gebeurt is zogenaamd te ingewikkeld en te geavanceerd om door gewone mensen begrepen te worden.
De opkomst van Occupy Wallstreet (OWS) stelde ons in het staat het systeem te zien voor wat het is: een enorme machine om schuld te eisen. Schulden en rente zijn hoe de rijken weelde aan ons onttrekken. Hier in de Verenigde Staten is het een kwestie van het manipuleren van de wet zodat meer en meer mensen steeds dieper in de schulden komen te zitten. Op het moment van schrijven hebben drie van de vier Amerikanen schulden van een de of een andere soort, niet minder dan een op de zeven Amerikanen wordt op de hielen gezeten door schuldeisers. Het is onmogelijk om te berekenen hoeveel van het inkomen van een gemiddeld huishouden tegenwoordig direct in beslag genomen wordt door de financiële sector in de vorm van betalingen, toelagen en boetes. De weinige beschikbare informatie suggereert dat het om 15 tot 20 procent gaat. En als je de bevolkingsgroepen meetelt die zo rijk zijn dat ze geen schulden hebben of juist helemaal bankroet zijn, stijgt dit percentage natuurlijk nog. ‘Financialisering’ is meer dan het schuiven met geld. Wall Street en Washington zijn versmolten. Financialisering, het doorverkopen van schulden en militarisering zijn verschillende momenten in het hetzelfde proces. De eindeloze groei van het aantal bankkantoren, glimmende winkels met gewapende bewaking waar niks verkocht wordt, zijn het meest zichtbare symptoom van wat voor land we geworden zijn.
Historisch gezien hebben de meeste revoluties en opstanden op verschillende manieren iets met schulden te maken gehad, van de opstanden die tot de vorming van de Antieke Griekse democratieën leidden tot de Amerikaanse Revolutie of bijna elke andere antikoloniale revolutie. We staan misschien nu op een vergelijkbaar kruispunt. Maar de geschiedenis laat ook zien hoe moeilijk het is om schuldenaren te verenigen in een coherente beweging; schulden hebben isoleert mensen en de gevoelens van schaamte en onrust die schulden hebben voortbrengen zijn krachtige ideologische wapens. Maar de geschiedenis laat ook zien dat als zulke bewegingen vorm krijgen, het resultaat explosief kan zijn.
Als Occupy expliciet een beweging tegen schuld wordt, wat zijn dan de vooruitzichten? De strijd zal niet gewonnen worden met het doen van beleidsvoorstellen. De kracht van Occupy was dat het machthebbers delegimiteit ontnam, een beroep deed op het door zo veel Amerikanen gedeelde gevoel dat onze politieke klasse corrupt is en niet langer in staat om de problemen van gewone burgers, laat staan die van de wereld, aan te pakken. Een werkelijk democratisch systeem zou radicaal anders moeten zijn.
Hetzelfde geldt voor financiële systeem. Een eerste stap is om het probleem duidelijk te benoemen: de huidige economische verhoudingen kunnen zelfs nauwelijks ‘kapitalisme’ genoemd worden, het is een maffia-kapitalisme, gebaseerd op woeker, afpersing en het soort casino-spelletjes waarin het casino altijd de winnaar is. De tweede stap is benadrukken dat het niet-legitieme karakter van dit systeem de morele dwang die het hebben van schulden over veel mensen uitoefent, ondergraaft. Dit leidt tot het geleidelijk opzeggen van vertrouwen in het systeem. In toenemende mate zien we dat al gebeuren bij mensen die weigeren hun schuld te betalen, hetzij omdat ze hiervoor kiezen of omdat ze niet anders kunnen.
En achter gesloten deuren zijn zelfs de mensen aan de top in toenemende mate bereid toe te geven dat de huidige situatie onhoudbaar is. Links of rechtsom zal een deel van de schulden kwijtgescholden moeten worden, zoals we al gezien hebben met de overheidssteun aan banken. De werkelijke strijd is over welke vorm zo’n kwijtschelding aan zal nemen: zal het een laatste poging zijn dit maffia-kapitalisme te redden? Of zal het een poging zijn de maatschappij in een andere richting te sturen, mogelijk geïnspireerd door de welwillende houding van IJsland ten aanzien van de schulden van een kwart van de lokale bevolking?
Het kwijtschelden van de schuld maakt niet alleen een economisch herstel mogelijk, het is ook een kans op intellectuele en spirituele vernieuwing. Zelfs als we alleen maar nadenken over zo’n mogelijkheid zien we dat schulden niks anders zijn dan een belofte tussen mensen en dat in een werkelijke democratie iedereen deelneemt aan de grote beslissingen. Welke beloftes willen we maken als maatschappij? In dit licht bekeken wordt het probleem dat economen debt overhang noemen (wanneer de totale schulden zo hoog zijn dat zelfs de beste investeringen geen krediet krijgen) van fundamenteel belang voor de hele samenleving.
We blijven het tempo van productie en uitbuiting verhogen en daarmee stijgt onvermijdelijk ook het tempo waarin het ecosysteem ontwricht wordt – en dat terwijl zelfs het huidige tempo duidelijk onhoudbaar is. En dit allemaal om de schuldeisers rente te kunnen betalen. Wat is er krankzinniger dan dit? Het organiseren van grootschalig verzet is noodzaak. Onze leiders hebben al lang geleden laten zien dat ze niet meer over het grote geheel na kunnen denken. Pietluttige aanpassingen zijn niet genoeg. Alleen een omvangrijke sociale beweging kan onze morele en politieke horizon vergroten en dit is een dringende noodzaak.
Het was terecht dat Occupy geen concrete eisen stelde maar als er vandaag een eis gesteld moet worden, dan is het dat er op grote schaal schulden kwijtgescholden worden. En als tweede stap moet het aantal werkuren drastisch verlaagd worden – naar bijvoorbeeld een vijf-urige werkdag of door vijf maanden vakantie. Dat dergelijke maatregelen absurd lijken toont alleen maar aan hoezeer onze horizon gekrompen is. Nog maar vijftig jaar geleden namen veel mensen aan dat we nu dit punt wel bereikt zouden hebben. Alleen na het doorbreken van de uitzuigerij kunnen we weer op een niveau na gaan denken dat bij onze tijd past.
Dit artikel verscheen eerder in The Nation.
Bron: grenzeloos.org