Bankiers verdienen ondanks de bankencrisis nog steeds veel te veel. Zo veel dat er te weinig geld overblijft voor bank om consumenten en bedrijven kredieten te verstrekken. Dat stelt onderzoeksbureau SOMO.
1987 verdiende een gemiddelde bankmedewerker 17 procent meer dan de gemiddelde Nederlandse werknemer. In 2011 is dit opgelopen tot 81 procent. Een gemiddelde bankmedewerker verdiende bijna 56 euro per uur, tegen bijna 31 euro voor de gemiddelde werknemer
Bankencrisis geen effect
De crisis in de bankensector heeft dus nauwelijks effect gehad op de lonen in de sector. In 2008 grepen toenmalig premier Balkenende en minister van Financiën Wouter Bos in om te voorkomen dat grote banken omvielen. ABN-Amro werd overgenomen en ING kreeg staatssteun. De banken moesten als tegenprestatie gaan afslanken. Hierdoor is de werkgelegenheid binnen die financiële sector sterk gedaald, terwijl de lonen alleen maar bleven stijgen. Volgens SOMO is de consument hier de dupe van.
Veel meer mis
En er is nog meer mis volgens SOMO. Zo kunnen de drie grootste banken - ING, Rabobank en ABN Amro relatief goedkoop geld lenen omdat financiële markten verwachten dat de staat hen te hulp schiet als ze in de problemen komen. Ze kunnen hierdoor veel meer risico’s nemen en een groter marktaandeel veroveren. Kleinere banken krijgen hierdoor geen kans. En daarom moet de uitbreiding van ABN Amro direct worden gestopt. De onderzoekers roepen De Nederlandsche Bank en het ministerie van Financiën op om in te grijpen.
SOMO is een onafhankelijke non-profit onderzoeksorganisatie die zich richt op duurzame ontwikkeling.
Bron: rtl.nl