In de kwantummechanica kunnen de eigenschappen van een object, waaronder bijvoorbeeld de locatie, veranderen door de manier waarop je ze observeert.
Deze verrassende eigenschap is tijdens een nieuw experiment gedemonstreerd door een enkele foton op drie locaties tegelijk te laten bestaan. Niets is wat het lijkt.
Kwantumverstrengeling is één van de basisprincipes van de kwantummechanica en stelt dat de eigenschappen van één deeltje de eigenschappen van andere deeltjes kunnen beïnvloeden, ongeacht de afstand tussen de deeltjes. Volgens Albert Einstein zouden er verborgen variabelen moeten zijn om de illusie van deze ‘spookachtige actie op afstand’ te creëren.
Met behulp van uitgebreide experimenten is aangetoond dat kwantumverstrengeling echt is en dat er geen verborgen variabelen zijn die haar vreemde effecten zouden kunnen verklaren.
Maar de verstrengeling is niet het enige fenomeen dat de kwantummechanica onderscheidt van de klassieke natuurkunde. Er is nog een ander opzienbarend feit dat vaak over het hoofd wordt gezien, zo zegt Aephraim Steinberg van de Universiteit van Toronto in Canada.
Geen absolute realiteit
In 1967 bewezen Simon Kochen en Ernst Specker op een wiskundige manier dat de waarden die je verkrijgt wanneer je een deeltje meet, afhangen van de context. Dus de waarde van eigenschap A hangt af van of je deze meet met eigenschap B of met eigenschap C. Met andere woorden is de realiteit afhankelijk van de keuze hoe je deze wilt meten.
In 2008 ontwikkelden Alexander Klyachko en zijn collega's van de Bilkent Universiteit in Ankara, Turkije een test voor deze voorspelling. Ze maten herhaaldelijk vijf verschillende eigenschappen van kwantumdeeltjes in drie verschillende staten en verkregen andere resultaten dan de klassieke natuurkunde met verborgen variabelen. Dit komt omdat de eigenschappen van kwantumdeeltjes niet vaststaan, maar afhangen van de keuze hoe je ze wilt meten.
Experiment
Wetenschappers van het Instituut voor Kwantumoptica, Kwantumnanofysica en Kwantuminformatie in het Oostenrijkse Wenen heb nu fotonen in superpositie gebruikt waarna de deeltjes simultaan hun eigen pad volgden. Ze herhaalden de metingen van verschillende eigenschappen van de fotonen duizenden keren. Er wordt gesproken van superpositie wanneer de positie van deeltjes niet vaststaat.
De conclusie van de wetenschappers was dat de gevonden waarden alleen konden worden verklaard wanneer de combinatie van eigenschappen de waarde van de gemeten eigenschap beïnvloedde. Datgene wat we met andere woorden niet meten, heeft geen realiteit. In onderstaande video's worden de gepresenteerde conclusies op een heldere manier uitgelegd.
Het is dus onmogelijk om een theorie te bedenken waarbij specifieke eigenschappen vastgestelde waarden hebben die onafhankelijk zijn van andere zaken die je meet.
Niels Bohr, een grootheid in de kwantummechanica, was een groot voorstander van het idee dat de realiteit afhangt van hoe we deze willen meten. Hij noemde dit de Kopenhaagse interpretatie. Zoals de Nobelprijswinnaar zei: “We meten de wereld niet, we creëren haar”. Creëer in gedachten de wereld van je dromen en als collectief kunnen we alles manifesteren.
Bron: Newscientist.com
Bron: niburu.nl