Stad der Gouden Poorten

Laatste wijziging: woensdag 7 januari om 22:25, 10091 keer bekeken
 
Groningen, woensdag 7 januari 2009


 

 

 

De legendarische hoofdstad van Atlantis wordt in de regel aangeduid als de Stad der Gouden Poorten. Plato beschrijft de plattegrond zorgvuldig en gedetailleerd, met inbegrip van de hoge, rijk gedecoreerde gebouwen. Wat hij beschrijft is zo radicaal anders dan wat er in zijn tijd op dit gebied bestond, dat er kennelijk veel moed en overtuigingskracht van zijn kant aan te pas moesten komen om deze stad toe te schrijven aan een beschaving in een ver verleden. Toch vertoont de Stad der Gouden Poorten opmerkelijk veel over-eenkomst met Gorsabad, de ommuurde stad van koning Sargon II in Soemerie die in Plato's tijd diep onder het zand begraven lag. De gedetailleerde Soemerische teksten maken melding van de welkome hulp van goden en godinnen bij het ontwerpen en bouwen van deze stad. De Stad der Gouden Poorten leek ook op de stralende hoofdstad van de Azteken in Mexico, en op Cuzco, de opmerkelijke hoofdstad van de Inca's in Peru.

 

De ommuurde stad 

 

Plato meldt dat de god Poseidon en zijn sterfelijke vrouw Cleito hun kinderen grootbrachten in Atlantis, op een door een vlakte omgeven heuvel op minder dan negen kilometer van de Atlantische kust. Poseidon had het ste-delijke gebied rondom hun woning verdeeld in drie cirkels; de ringvormige grachten die deze cirkels van elkaar scheidden waren gevuld met water uit een in de bergen ontspringende rivier die zich door de vlakte kronkelde. Aardbevingen en zware uitbarstingen van nabije vulkaankegels hadden deze stad op zijn minst vier keer emstig beschadigd, maar de Atlantiers hadden haar telkens volgens dezelfde plattegrond herbouwd: drie grote cirkels van land, van elkaar gescheiden door drie brede, cirkelvormige grachten.l Dit ontwerp werd door andere oude beschavingen gedupliceerd. Carthago - aan de Noord-Afrikaanse kust langs de Middellandse Zee, had een nagenoeg identieke plattegrond; de hoofdstad van de Azteken, waar de gebouwen aan een uitgebreid netwerk van grachten waren opgetrokken, was volgens een vrijwel overeenkomstig ontwerp gebouwd. Recente radarbeelden, genomen vanuit het Amerikaanse ruimteveer, hebben onthuld dat er op de locatie van de huidige indrukwekkende gebouwen van Angor Wat in Cambodja al duizenden jaren geleden een stad moot hebben gelegen. Ook die prehistorische stad was omgeven door enkele volmaakt cirkelvormige grachten, net als de 

Stad der Gouden Poorten. ' 

 

 

 

Zij bekleedden de dekstenen van de indrukwekkende buitenste stadsmuur met koper; die van de middelste muur met tin, en die van de binnenste muur met stralend orichalcum, een rozekleurige goudlegering. De bekwame alchemisten van Atlantis associeerden bepaalde metalen met bepaalde planeten en wisten dat de atomen waaruit ze bestaan in beweging zijn. Zij meenden dat de trillingspatronen werden gedicteerd door de omloopbaan van de specifieke planeet waarmee een metaal was geassocieerd.Elk metaal werd geassocieerd met een (astrologisch) hemellichaam. De indrukwekkende met koper, tin of orichalcum beklede muren waren res-pectievelijk gewijd aan Venus, Jupiter en de Zon.? Orichalcum - ook wel 'bergkoper' genoemd - overdekte de binnenste muur van de stad. Het was in Atlantis een veelgebruikt metaal, maar waaruit het precies heeft bestaan is nog altijd een raadsel. Dankzij Plato weten we dat de priesters die Solon vertelden over Atlantis dit metaal niet uit eigen ervaring kenden, hoewel zij wisten dat het fonkelde als vuur.In het OudGrieks - de taal van Solon - had het woord chalkos (de starn van orichal-cum) op aIle metal en betrekking. Orichalcum betekende letterlijk 'goudmetaal'. Volgens Plato was orichalcum iets waarvan in zijn tijd alleen nog de naam bekend was, met de toevoeging dat dit edelmetaal kostbaarder was dan aIle overige metalen, behalve goud. Verwijzingen naar het orichalcum van Atlantis vinden we zes eeuwen voor Plato's tijd in de werken van Homerus, die het in zijn hymne op Aphrodite 'goudmetaal' noemt. Hesiodus, een andere Griekse dichter van voor Plato's tijd (Hesiodus leefde eind achtste, begin zevende eeuw voor Christus) maakt er ook gewag van.

 

De mogelijkheid bestaat dat orichalcum een legering was van goud en metaal uit meteorieten. In dat geval is iets ervan tot in onze eeuw bewaard gebleven. In 1916 kreeg het British War Office in India kleine olifantenbeeldjes en wierookbranders in handen die van een raadselachtig metaal waren gemaakt. Deze oude voorwerpen waren eeuwenlang in hindoekloosters bewaard. De doorschijnende edelstenen en kristallen in de wierookbranders leverden een dramatisch effect op als de wierook in een donkere kamer werd aangestoken, want terwijl de wierook zich verspreidde, gloeiden de edelste-nen en kristallen vurig op. Het British War Office kwam tot de conclusie dat het onbekende metaal een legering met een hoog percentage nikkel en wat goud was.lO Nikkel wordt gevonden in meteorietijzer, dat in Atlantis veel voorkwam. De bergen van Atlantis bevatten grote mineraalafzettingen, met inbegrip van zilver, goud, koper, tin, ijzer en zwavel. ledereen in Atlantis tooide zich graag met de gemakkelijk verkrijgbare kostbare metalen. Zelfs de gebouwen werden ermee verfraaid. Om te voorzien in hun eigen behoef-ten en die van hun buitenaardse bezoekers, dolven de Atlantiers ook goud en zilver in Afrika en Zuid-Amerika, en tin en koper in Peru en op de Britse Eilanden .... 

 

De Poseidontempel 

 

Dit heiligdom was zo groot - honderdtachtig meter lang, negentig meter breed en van een al even imposante hoogte , dat zelfs Plato erkent dat het bouwwerk er tamelijk 'barbaars' moet hebben uitgezien.De door Plato ge-geven beschrijving van de Poseidontempel maakt duidelijk dat het heiligdom sterk verschilde van de sobere Griekse tempels die hij heeft gekend. Volgens hem waren de buitenmuren van dit mammoetgebouw bekleed met zilver en werd het bekroond door torens die met glanzend goud waren overtrokken. De azuurblauw betegelde patio was verfraaid met sierlijke fontei-nen en leende zich voor massale bijeenkomsten. Iedere nieuwe koning liet een gouden standbeeld van zichzelf en zijn echtgenote maken en opstellen rondom de tempel van Poseidon. Deze beelden stonden in lieflijke tuinen vol bloeiende struiken en hoge bomen uit aIle delen van de wereld. 

 

(Poseidon Tempel in Griekenland) 

 

 

In de Stad der Gouden Poorten bouwden de Atlantiers ook verschilende houten gebouwen, maar Plato schrijft dat zij de voorkeur gaven aan de witte, zwarte en rode steensoorten die zij in de bodem onder de stad dol-ven.Het is indrukwekkend dat Plato wist dat wit, zwart en rood de dominante steenkleuren zijn op de vulkanische eilanden in de Atlantische Oceëaan, want veel hedendaagse historici geloven dat de Griekse zeelieden uit Plato's tijd zich nooit voorbij de 'Zuilen van Hercules' waagden. Bouwwerken uit steenblokken blijven veellanger in stand dan gebouwen van andere materialen. Bovendien was er minder kans dat ze zouden instorten tijdens de vele aardbevingen in Atlantis. Deze bouwwerken getuigden van de geavanceerde bouwmethoden die de Atlantiers hadden ontwikkeld toen zij op de instabiele bodem van hun land immense steenblokken hadden gemanipuleerd voor de bouw van hun steencirkels en andere megalietbouwwerken. Voor de bouw van deze heiligdommen moesten zij niet alleen 'onmogelijk zware' steenblokken vervoeren, maar deze moesten bovendien met grote zorg op exact de juiste diepte worden ingegraven. Als een megaliet in de cirkel te diep in de grond stak, was dit steenblok niet goed 'uitgelijnd', wat ten koste ging van de energieconcentratie in dit heiligdom.  De Atlantische werklieden leerden ook hoe zij deze enorme steenblokken, waarvan sommige tientallen tonnen wogen, zo nauwkeurig vorm konden geven dat ze zonder cement exact in elkaar pasten. En dat terwijl het geen simpele rechthoekige steenblokken betrof, maar blokken van onregelmatige vorm, met soms wel acht of tien vlakken!

 

Tunnel van Atlantis

 

Naarmate de Atlantiers de oceaan rondom hun land intensiever gingen bevaren, bouwden zij grotere schepen en betrokken zij meer en meer goederen uit andere landen.  

 

 

 

Het stadsbestuur besloot de stad toegankelijk te maken vanuit zee en vice versa. En zoals ze bij alles deden, pakten ze het grootschalig aan. Honderden arbeiders zwoegden jaren en jaren om een enorme tunnel te graven vanuit het stadscentrum naar de kust. Deze tunnel doorboorde de landringen en liep onder de grachten door en was volgens Plato dertig meter hoog en vijftien meter breed, zodat schepen ter breedte van zes meter met uitgestoken riemen aan weerszijden door dit ondergrondse kanaal konden varen.De schepen voeren vanuit de haven aan de kust door de tunnel naar een onderaardse grot die recht onder het centrale eiland met de tempel was gelegen. Deze enorme grot had een wateroppervlak van ruim zeven hectare en was uitgerust met aanlegsteigers voor honderddertig schepen.

Als er een invasie dreigde, lieten schildwachten op de torens boven de grond zware sluisdeuren zakken, zodat de toegang tot de stad hermetisch werd afgesloten

 

De Incaltempel 

 

Op enige afstand buiten de Stad der Gouden Poorten verhief zich de immense Tempel van Incal, die plaats bood aan duizenden gelovigen. Dit bouwwerk had de piramidevorm en was gebouwd zonder ramen. Wie door de naar verhouding kleine toegang de tempel betrad, had het gevoel in een natuurlijke grot te komen. Enorme kristallen hingen aan de gewelven als stalagtieten in een druipsteengrot. Zacht gereflecteerd licht creeerde een vredige, voor meditatie gunstige atmosfeer. In het midden van deze tempel beyond zich een podium van rood graniet met een middellijn van negen meter. Op dit podium rustte een immens blok bergkristal waaruit een constante gloed leek op te stijgen als een witte steekvlam, die tot een hoogte van zes meter reikte. Dit intense licht was niet schadelijk voor de ogen en straalde geen warmte uit, maar alles wat ermee in 'aanraking' kwam, werd erdoor gedesintegreerd. Dit merkwaardige 'vuur' werd benut voor zowel crematies als brandoffers die bedoeld waren om de gevreesde natuurgoden gunstig te stemmen?

 

Piramide van Atlantis

 

Ter investering van de uit de kosmos en de aarde opgenomen energie bouwden de Atlantiers piramiden boven locaties die zelf al centra waren van tellurische energie. Bij of in de top van zo'n piramide werd een groot blok bergkristal geinstalleerd. De gebundelde kracht die dan beschikbaar was voor mensen die enige tijd in de piramide doorbrachten, zorgde voor een versterkende ervaring die het bewustzijn verhoogde en het leervermogen verbeterde. Kennelijk waren pirami den de bouwvorm die de voorkeur genoot van buitenaardse bezoekers, want diezelfde vorm is aangetroffen in Mexico, Soemerie en Egypte, landen waar ook andere indicaties voor buitenaardse invloed zijn te vinden.

 

(Gizah piramide) 

 

De oudste piramiden in Egypte waren afgeknot, zodat het plateau geschikt was voor religieuze riten, maar de hitte dreef de gelovigen naar binnen en langzamerhand werden afgeknotte piramiden vervangen door piramiden met een punt. De top van piramidevormen in Mexico en Soemerie was meestal afgeknot, niet alleen voor religieuze doeleinden, maar ook voor astronomische observaties.

 

(Sumerian Piramide) 

 

 

Bij Palen que in Mexico staan niettemin twee voortreffelijk bewaard gebleven piramiden met een punt, net als de latere piramides van Egypte. En op tachtig kilometer ten zuiden van Florida is een piramide met punt ontdekt op een plaats waar de zee driehonderd meter diep is. Sonarbeelden hebben onthuld dat deze piramide even hoog is als een modern gebouw van twintig verdiepingen.

 

Verdedigingsmuren

 

Als daar noodzaak toe bestond, gebruikten de Atlantische bouwmeesters hun technologische vaardigheden voor de bouw van mammoetforticaties. Ze maakten gebruik van natuurlijke rotsformaties en lieten hun uit enorme steenblokken bestaande verdedigingsmuren erop aansluiten. Op die manier bouwden zij gigantische pieren die hun zeehavens omsloten en bovendien een goede bescherming boden tegen vijandelijke schepen. Toen uiteindelijk de gletsjers zich begonnen terug te trekken en het smeltwater de Atlantische Oceaan instroomde, bouwden zij in grote haast aanvullende barrieres, in een vergeefse poging de stijgende zee die hun huizen overspoelde en hun leven bedreigde tegen te houden. In 1977 hebben Russische onderzoekers ten noorden van Madeira foto's kunnen maken van een paar van deze uitgebreide verdedigingslinies van de Atlantiers die nog steeds overeind staan, hoewel ze zich volledig onder water bevinden.Soortgelijke bolwerken zijn gevonden nabij de Canarische Eilanden en bij de Bahama's. In het zuidwesten van Spanje bevestigen de door de Cro-Magnons aangelegde havens en muren van immense steenblokken de verbluffende technologische bekwaamheden van deze mensen uit de prehistorie.

 

De Apache-Indianen bewaren de herinnering aan een van de ontzagwekkendste verdedigingsmuren van hun Atlantische voorouders. Opperhoofd Asa Delugio heeft dit bouwwerk beschreven aan Lucille Taylor Hansen.

 

Lang geleden, toen de Middellandse Zee nog een kleine binnenzee was, stortte een rivier vanuit het westen er zijn water in uit. Daar waar deze rivier nabij de Atlantische Oceaan op hoge kliffen stuitte, splitste hij zich in tweeen. Een deel ervan zocht zich een weg om de rotsen heen, de rest stortte met oorverdovend gebulder van de kliffen in de diepte. De twee armen van de rivier verenigden zich weer aan de voet van de kliffen, waarna de rivier afboog naar links, zich door een kloof perste en verder stroomde naar de oceaan. Overal waar deze snelstromende rivier in aanraking kwam met het Oude Rode Land (Atlantis), werd kostbare landbouwgrond weggevreten en werden talloze mooie woningen meegesleurd de zee in. In een poging een eind te maken aan deze erosie gingen de Atlantiers over tot de bouw van een hoge beschermingsmuur langs de kust van Atlantis. De bouw van deze immense, hoge 'dijk' ter breedte van ruim anderhalve kilometer duurde jaren en jaren en kostte veel mensenlevens; uiteindelijk werd hij onder gigan-tische massa's lava en aarde bedolven.



Bron: atlantis2012