Lang geleden leefden mensen meer in verbinding met de natuur. Waarom nu niet meer?

Laatste wijziging: dinsdag 8 februari om 19:23, 4619 keer bekeken
 
Groningen, dinsdag 8 februari 2011

Geschreven door Dirk Oellibrandt.

Lang geleden leefden mensen meer in verbinding met de natuur. Ze kenden spiritualiteit, maar die was compleet versmolten met hun lichaam en de natuur om hen heen. Hun belevingswereld kwam voort uit het vermogen om dingen te ervaren vanuit zichzelf en in hun totaliteit. Vergeleken met waar wij in de 21ste eeuw staan, waren al deze mensen meesters hierin. Hun vermogen om te reflecteren op wat ze waarnamen was echter weinig ontwikkeld.

Nu worden deze mensen primitieve volkeren genoemd. Wetende dat hun bron van intelligentie hun lichaam en hun instinct was, is dit ook wel een terechte term. Vooral als we primitief gebruiken als ‘basaal’ of ‘vanuit de wortel’. Maar het gaat hier niet om een lagere vorm van intelligentie, maar om een meer aardse, fysieke en vrouwelijke vorm. Later kwam er een tijd waarin mensen hun denkvermogen en hun externe observatievermogen meer ontwikkelden. Het gaf hun meer vermogen om hun omgeving te organiseren en te controleren.

Naast een meer mannelijk georiënteerd leiderschap in de gemeenschap (hier komen we later uitgebreid op terug) ontstond een politiek gecontroleerde spiritualiteit (religie). Door mensen wijs te maken dat je alleen door die ene weg en die ene persoon tot de bron kon komen, sloegen ze twee vliegen in een klap. Mensen gingen meer in hun hoofd en buiten hun lichaam wonen en ze verloren hun bijzondere fysieke, instinctieve en energetische vermogens. De beloning hiervoor was de belofte van bescherming door de gemeenschap, door god (de onzichtbare handlanger van diegene in controle) en door materiële welvaart (huizen, wapens, enzovoort). De magische band tussen de intelligentie in hun lichaam en de natuur werd hierdoor verbroken. Ze werden angstiger en tegelijkertijd beter controleerbaar dan ooit tevoren. De natuurlijke alchemie werd hierdoor moeilijk bereikbaar voor het individu.

Eeuwenlang werden mensen die spraken over de oude alchemie of de wetten van het geloof betwijfelden, vakkundig op een zijspoor gezet of uitgeroeid. Met als doel: ‘leave no evidence of the old wisdom’. Maar een van de levenswetten waar we niets aan kunnen veranderen is die van de dualiteit. Ook religie creëerde op een bepaald ogenblik zijn aardse tegenhanger. Of beter, zijn accepteerbare, wereldse tegenhanger: de wetenschap. In tegenstelling tot religie is hierbij de aandacht niet gericht op één bron of god die alles controleert, maar op het observeren, begrijpen en controleren van natuurlijke processen. Doordat de focus op het externe ligt, zien wij beide als brein- of hoofdgerichte methoden. Zowel religie als wetenschap zijn vooral op de zintuigen gericht en minder op de eigen innerlijke waarneming of het bewuste gevoel.

Vooral de ogen en in mindere mate de spraak worden hier als middel tot waarnemen en communicatie gebruikt. Van al onze zintuigen gebruiken we op een bewust niveau onze ogen veruit het meeste. Het zijn ook de meest extern gericht zintuigen. De dominantie van het brein over de andere energiecentra lijkt misschien evident, maar allerlei onderzoek wijst uit dat in het buik- en hartcentrum zich minstens zo veel intelligentie bevindt als in het brein. En dat het elektromagnetische veld rond het hart 30x groter is dan dat rond de hersenen. Tevens hebben wetenschappelijke proeven aangetoond dat Chinese energiemeesters enorme hoeveelheden energie kunnen opslaan in hun buik. Een van de sleutels hierbij is, dat zij hun hoofd leegmaken en de energie van hun gedachten en emoties omzetten in energie in hun buik.

Het hele moderne menselijke geloofssysteem, of het nu om religie of wetenschap gaat, is gebaseerd op extern waarnemen. Het is daarbij belangrijk dat de uitkomst (wetenschappelijke proef) of het startpunt (god) van de beoefenaar hetzelfde is. Is dat niet zo, dan werkt het hele systeem niet meer. Reuk, tast en smaak zijn veel meer intern gerichte zintuigen, die ons makkelijk in de innerlijke gevoelswereld en dieper in het lichaam brengen. In de alchemie zijn alle zintuigen even essentieel, maar vooral deze laatste drie zijn het minst ontwikkeld en hebben dus het meest aandacht nodig. Door de zintuigen te ontwikkelen en in het lichaam samen te brengen ontstaat het ‘bewuste gevoel’.

Dit is het belangrijkste punt van de op het lichaam gerichte methode. Alchemie van leiderschap is een uitnodiging om deze methode te onderzoeken en zo je leven en leiderschap beter, rijker en echter te maken. Het grote verschil met de hoofd gerichte methoden is dat jij steeds je eigen unieke ervaring hebt. De kunst van cultivatie binnen de alchemie bestaat erin om die ervaring te eren. Ook al lijkt die niks te betekenen en los te staan van hoe anderen hetzelfde waarnemen. De verbinding ligt hem in de ervaring van dit bewuste gevoel en niet in de rationele vergelijking.

Hoe we onszelf kunnen ervaren, bepaalt hoe we onze omgeving ervaren. Hoe we onze omgeving kunnen waarnemen bepaalt het veld van mogelijkheden dat we tot onze beschikking hebben. Het veld dat we tot onze beschikking hebben bepaalt op welke manier en met welke efficiëntie we met omstandigheden kunnen omgaan. En, omstandigheden veranderen doordat wij ze anders gaan waarnemen.

Deze tekst is afkomstig uit het boek Alchemie van Leiderschap, geschreven door Dirk Oellibrandt. Meer info over Dirk en zijn organisatie Life Projects is te vinden op www.lifeprojects.be en meer interessante blogs van Dirks hand zijn te lezen op www.lifeprojectsblog.blogspot.com

Attentie: aquariusage.com



Bron: odemagazine