Opwarming door CO2 kan de vuilnisbak in

Laatste wijziging: donderdag 16 september om 15:15, 2796 keer bekeken
 
Groningen, donderdag 16 september 2010

De ijverige voorvechters van de al langer in een kwade reuk staande theorie van de Global Warming (opwarming van de aarde) doen hun uiterste best elke weeranomalie van welke aard dan ook aan te grijpen als bewijs voor de juistheid van hun theorie. Nu is het weer de hittegolf die Rusland, Oekraïne en Kazachstan in juli trof, die er aan de haren wordt bijgesleept en als resultaat van de opwarming wordt gepresenteerd. De laagterecords in West-Europa worden uiteraard genegeerd, net als de zeer koude winter op het zuidelijk halfrond. Als het in het straat van de alarmisten past is het 'klimaat'. Past het niet dan is het gewoon 'weer'. Volgens de meeste ervaren meteorologen had de hittegolf in het oosten helemaal niets met de opwarming te maken. Voordat we dus allemaal radicaal onze levensstijl veranderen om gehoor te geven aan een slechte theorie, zouden we er goed aan doen van de wetenschap te eisen dat ze het onderwerp 'opwarming' iets rigoureuzer aanpakken dan Al Gore en zijn Hollywoodproductie 'An Inconvenient Truth' het deden.

Volgens veel meteorologen is er geen twijfel over dat op de landmassa's van het noordelijk halfrond afgelopen juni en juli de hoogste temperaturen sinds het begin van de metingen werden vastgesteld. Maar voordat we dat als bewijs beschouwen dat de menselijke CO2-uitstoot het kritische omslagpunt heeft bereikt zouden we beter eerst eens naar steekhoudende bewijzen voor die bewering zoeken.

Wanneer we niet slechts naar een geïsoleerd deel, maar naar de hele planeet kijken wordt het een stuk interessanter. Volgens Joe Bastardi, hoofd-meteorologie van de Amerikaanse weerdienst AccuWeather en een specialist in de analyse van weer op lange termijn en extreem weer, is de warmte boven land een bijproduct van de jaren durende El Niño in de Stille Oceaan. Daardoor bleven de temperaturen boven land nog een tijdje stijgen, terwijl het water alweer afkoelde. De temperatuur van deze watermassa's is momenteel flink aan het dalen en doet dat het sterkste waar het het warmste is, namelijk in de tropische regionen van e Stille Oceaan.

"We hebben recent een drastische afkoeling boven land en ook boven de Atlantische Oceaan vastgesteld," zegt Bastardi. Hij gaat ervan uit dat we in de komende negen maanden te maken krijgen met een monster-La Niña, zoals die ook in de jaren '50 plaatsvond, "en dat we dus een duidelijke afkoeling van de aarde zullen krijgen". Voor de komende decennia verwacht hij dat de temperaturen op aarde weer dalen naar het niveau van de late jaren '70. Geen goed nieuws dus voor Al Gore en zijn Wall Street-vrindjes van de emissiehandel.

De zon
Volgens Dr. Roy Spencer, onderzoeksleider aan de Universiteit van Alabama in Huntsville en voormalig hoofd van de afdeling klimaatstudies van het NASA Marshall Space Flight Center, blijven de temperaturen van het oppervlaktewater wereldwijd dalen, terwijl het El Niño-gebied in de tropische delen van de oostelijke Stille Oceaan waarden oplevert die duidelijk onder het gemiddelde liggen en die meer bij La Niña horen.

El Niño en La Niña zijn de meteorologische omschrijvingen van het technische begrip ENSO ofwel El Niño/La Niña-Southern Oscillation. Dat zijn periodiek (normaal gezien alle drie tot zeven jaar) terugkerende veranderingen van de temperaturen van het oppervlaktewater in het oostelijke deel van de Stille Oceaan. El Niño duidt op een opwarming, La Niña duidt op een afkoeling. Een vraag die door de grappenmakers van het IPCC helemaal niet beantwoord wordt is waardoor die oscillatie veroorzaakt wordt.

Waarnemingen van Russische Astrofysici
Zoals zoveel serieuze wetenschappers geloven ook Russische astrofysici dat de ENSO een direct gevolg is van de intensiteit van de uitbarstingen op de oppervlakte van onze zon. Iets waar de menselijke CO2-uitstoot waarschijnlijk weinig invloed op zullen hebben. Geen enkel klimaatmodel, al helemaal niet dat van het al meermalen ernstig in diskrediet gebrachte IPCC , is tot nu toe in staat gebleken de invloed van de zon op een zinvolle manier in hun modellen op te nemen.

Desondanks houden echte klimaatwetenschappers de activiteit van de zon voor de belangrijkste factor als het gaat om de vraag of de aarde een koelere dan wel warmere fase in gaat. De afgelopen vijftig jaar was de zon zeer actief hetgeen culmineerde in een zeer warme periode tussen 1998 en 2005. Maar recent is de zon veel minder actief en lijkt het erop dat we een koelere periode in gaan, die kan aanhouden tot het midden van deze eeuw.

Professor Chabibullo Abdussamatov, hoofd van de afdeling Heelalstudies van het Pulkovo Observatorium in de buurt van St. Petersburg, verwacht dat omstreeks 2014 een nieuwe 'kleine ijstijd' begint. De laatste keer dat dat gebeurde was in de periode 1650-1710 (het Maunderminimum), na het einde van de middeleeuwse warmteperiode (ook wel propagandistisch het 'Middeleeuws klimaatoptimum' genoemd). Vanwege de in recente jaren afnemende activiteit van de zon zal de aarde volgens Abdussamatov de komende jaren enkele instabiele veranderingsprocessen doorlopen, waarbij de temperaturen nog even rond de maxima van de laatste jaren schommelen. Daarna (in 2014) begint dan een periode van duidelijke afkoeling. De afnemende zonneactiviteit zou dan in de periode 2055-2060 tot een nieuwe periode van laagterecords leiden.

"Mijn voorspellingen zien er van jaar tot jaar beter uit," aldus Abdussamatov. De zon zijn de grootste energiebron van de aarde, en toch presteert het narrengezelschap van het IPCC het om aan die zon geen enkele aandacht te besteden.

Dr. Roy Spencer uit Huntsville: "Tot nu toe is er zeer weinig geld gegaan naar studies over de natuurlijke mechanismen achter de opwarming van de aarde. Men is er simpelweg vanuit gegaan dat de opwarming door mensen werd veroorzaakt. Voor wetenschappers is dat niet moeilijk aan te nemen omdat we niet over voldoende gegevens over een langere periode beschikken om te bepalen of hier natuurlijke opwarmingsmechanismen aan het werk zijn."

Uiteraard zijn Bastardi, Spencer en Abdussamatov lang niet de enige wetenschappers die dergelijke geluiden laten horen. Wat al deze wetenschappers echter verbindt is dat er voor hen geen plaats is bij de klimaatwetenschappelijke organen van de Verenigde Naties of andere organisaties die door de alarmisten om advies worden gevraagd. Wetenschappers die het CO2-sprookje bestrijden worden buitengesloten en belachelijk gemaakt. Ze krijgen geen geld voor onderzoek en hun theorieën worden niet gepubliceerd in de wetenschappelijk journals, waar de de alarmisten een repressieve politiek hebben doorgevoerd die 'dissidenten' geen kans geeft.

Het is daarom dat we alleen maar berichten lezen over smeltende gletsjers, verdrinkende ijsberen en geroosterde landerijen in Zuid-Europa. Over de beroemde middeleeuwse Britse zee-kastelen, die tegenwoordig 25 meter boven zeeniveau en soms kilometers van de huidige kustlijn liggen hoor je uiteraard nooit iets..



Bron: zonnewind.be