Vorige week plaatste The Wall Street Journal’ een uitmuntende serie verhalen getiteld: ‘What They Know’.
Het onderwerp van deze serie draaide om de persoonlijke privacy, of juist het gebrek eraan…, in de digitale wereld, en het eerste deel in deze serie legde haarfijn uit hoe websites routinematig jouw bewegingen op het internet bijhouden en daarbij een werkelijk verbluffende hoeveelheid persoonlijke informatie over jou vergaren. Deze krant onderzocht zo’n 50 sites, waarbij ze een testcomputer gebruikten, en hierbij kwamen ze tot de schrikbarende ontdekking, dat deze sites, gezamenlijk een totaal van 3180 volgfiles plaatsten, een gemiddelde van maar liefst 63 volgfiles per site… (HIER)
The Wall Street Journal (TWSJ) kwam er ook achter dat hiervoor uiterst hoogwaardige, maar bijzonder opdringerige software is ontwikkeld. Sommige volgfiles zijn in staat om de aanslagen van de betreffende persoon te analyseren (hoeveelheid, snelheid e.d.) en deze dan vervolgens door te sturen naar een data-verzamelbedrijf, dat deze gegevens dan op de inhoud, de ‘toon’ en aanwijzigen naar de sociale verbindingen van die bepaalde persoon analyseert.. Er zijn –zo bleek- zelfs volgfiles die dit soort files weer kan activeren, wanneer deze zijn gedelete..!
Sommige van deze files, die TWSJ had geïdentificeerd, waren zó gedetailleerd, dat er nog maar één detail ontbrak: de naam van de betreffende persoon. Deze speciale volgfiles stellen deze data-bedrijven in staat om een compleet persoonlijk profiel op te bouwen, waaronder leeftijd, geslacht, ras, postcode, inkomenssituatie, burgerlijke staat en diverse medische privé-zaken. Maar ook recent aangekochtte artikelen en diensten werden genoteerd en favoriete TV-shows en films.
Heb je interesse de volledige lijst te zien, klik dan HIER.
De meest indringende sites die werden onderzocht waren dictionary.com en MSM.com, welke ieder maar liefst zo’n 200 volgfiles installeerden. En de minst indringende site was Wikipedia.org.
Wat kun je hier nu aan doen, als je dat al zou willen. In Europa, dat over het algemeen veel betere privacy-regels heeft dan de VS, in het kader van verzamelen en gebruiken van persoonlijke data, bestaan vooral strakkere regels over hoe lang dit soort data bewaard mag worden. Het zou kunnen, dat de lokale politie het op een bepaalde dag, zomaar nodig zou kunnen hebben. Maar volgens ‘The Christian Science Monitor’ blijkt dat ook deze regelgeving een reactie aan het uitlokken is bij het publiek:
Door heel Europa is de weerstand over het opslaan van privédata sterk aan het groeien. Burgergroeperingen, zoals de Europese Federatie van Journalisten hebben sterke kritiek op deze praktijken, en in Duitsland hebben bijna 35.000 mensen, inclusief de Minister van Justitie, Sabine Leutheusser-Schnarrenberger, hun eigen overheid voor het gerecht gedaagd, om over dit onderwerp uitspraken te doen.
“Er is een werkelijk probleem in Europa deze dagen. Het is een schending van de Europese Conventie voor de Mensenrechten, die zegt dat iedereen het recht heeft op een privé-leven. En juist dát recht dient doorgetrokken te worden naar de virtueel-digitale wereld.” Aldus o.a. Christian Engström, een lid van het Europese Parlement voor de controversiële Zweedse Piratenpartij, juist gekozen om hun standpunt inzake digitale rechten.
Het spanningsveld ontstaat doordat overheden over het algemeen nog niet zo happig zijn, om beperkingen op te leggen aan het bewaren van persoonlijke gegevens online. En buiten dat, er zijn ook technische problemen om deze zaken te verbieden..
Toen het Amerikaanse Congres in 2003 de zogehete ‘Do Not Call’-wet aannam, was hun taak nogal makkelijk: iedereen heeft een telefoonnummer en het enige wat je hoeft te doen, om ieder mens zijn/haar privacy te waarborgen op dit gebied, is ervoor te zorgen dat al deze nummers in één grote database terecht komen, van mensen die niet gebeld willen worden.
Maar er is natuurlijk in de digitale wereld geen equivalent van het telefoonnummer.. Juist dé identificatie van jouw computer is het IP-adres, maar juist die variëren nog al eens. Er is dus geen manier om een soort ‘Verboden te volgen’-wet aan te nemen en op basis hiervan een database aan te leggen en advocaten te vragen om iedereen te vervolgen die privacy-data van mensen vastlegt, die zich voor deze lijst hebben opgegeven..
Als alternatief zouden we, zoals Harlan Yu onlangs schreef, een tegenovergestelde benadering kunnen kiezen. Hij stelt voor om een nieuwe privacy-standaard te ontwikkelen die jouw browser in staat stelt om ELKE site die je bezoekt, mee te delen dat jij niet gevolgd wenst te worden. (Zie HIER de link)
Je browser zou dan een soort X-Notrack activeren, voor elke http-verbinding die je maakt, of voor verbindingen met alleen derden, of voor verbindingen met een set van door de gebruiker gespecificeerde sites. Wanneer de betreffende site dan dit signaal ontvangt van de computer van de gebruiker, zou deze dienen te voorkómen, op basis van wettelijke regelingen, dat er ook maar één volgfile o.i.d. wordt geïnstalleerd of de machine van de gebruiker. Of enig ander mechanisme dat de bezochtte site in staat stelt om de browser te achterhalen en de internet-interactie ervan vast te leggen.
Natuurlijk is een wettelijke grondslag noodzakelijk en zelfs onontbeerlijk om online-sites ervoor te laten zorgen, dat ze de ‘X-Notrack’-verzoeken honoreren.. Het goede nieuws in de VS is, dat ongeacht de uiteindelijke oplossing van dit probleem, dit topic steeds meer aandacht krijgt in de kringen van het Amerikaanse Congres.
Senator Mark Pryor (Democraat Arkansas) heeft een wetsvoorstel ontworpen, dat “ernaar streeft om consumenten meer controle te geven over hun online data.. De focus van dit ruwe wetsontwerp, is om consumenten meer mogelijkheden te geven om NIET gevolgd te worden bij het surfen over het internet”..
We blijven dit volgen! (Zie hier voor het hele artikel)
Ondertussen kun je het volledige packet van TWSJ bekijken over privacy artikelen, HIER. Ze zijn het waard om er eens doorheen te browsen.. Er staan artikelen bij over de werking van web-tracking, gsm-monitoring, hoeveel deze trackingservices over jou weten, de rol van grote bedrijven zoals Google en Microsoft. Maar ook staan er adviezen over hoe je zoveel mogelijk kunt voorkomen dat je wordt getracked. Je kunt het dus niet voorkomen, maar wel een aantal maatregelen nemen om het te minimaliseren.
Bron: wanttoknow.nl