In Midden- en Zuid Amerika woedt een schimmelziekte waardoor kikkers massaal sterven. Ook voorheen onbekende kikkersoorten leggen het loodje.
Over zuur gesproken. In een natuurgebied in Panama blijken onbekende kikkersoorten sneller uit te sterven dan biologen de kans krijgen om ze te bestuderen. Biologe Karen Lips besloot in 1998 om genetisch materiaal van zo veel mogelijk kikkers uit het gebied te verzamelen. Zij verwachtte toen namelijk al dat een beruchte schimmelepidemie waaraan amfibieën massaal bezwijken het natuurgebied zou bereiken. In 2004 sloeg de epidemie inderdaad toe. Toen de ziekte was uitgewoed herhaalde Lips haar onderzoek, zodat ze een mooie voor- en na vergelijking kon maken van de soorten in het gebied.
De resultaten van dat onderzoek staan deze week in PNAS. Lips gebruikte een techniek genaamd DNA-barcoding, waarmee je snel individuele diersoorten kunt herkennen aan de hand van een specifiek stukje van hun DNA. Dit is betrouwbaarder dan op ’t oog beoordelen met welke soort je te maken hebt, omdat verschillende kikkersoorten soms erg op elkaar lijken. In het door Lips onderzochte natuurgebied bleken in 1998 63 bekende kikkersoorten voor te komen, maar ook elf voorheen onbekende. Nadat de schimmelziekte had toegeslagen waren dertig soorten, oftewel zo’n veertig procent, lokaal uitgestorven. Waaronder vijf van die nieuw ontdekte soorten. Het enige bewijs dat zij ooit bestonden ligt nu in Lips’ lab.
Nadine Böke
Bron: noorderlicht.vpro.nl