Aandachtstekort en Hyperactiviteitsyndroom (ADHD) is iets dat heel wat mensen bezig houdt. Bestaat het wel of niet? Is het wel een ziekte? Heeft het met neurotransmitters in de hersenen te maken? En als dat zo is, dan zouden we willen weten of er bepaalde medicijnen invloed op kunnen hebben. Of moet het juist heel anders aangepakt moeten worden? Maar dan zullen we in de eerste plaats toch goed moeten begrijpen waarover we het hebben. Een onderzoek dat in Pediatrics van 5 juli 2010, het vakblad voor kinderartsen, verscheen werpt een ander licht op ADHD.
Het is een onderzoek waarbij onder andere professor Douglas Gentile betrokken was, iemand die zich al tijden lang bezig houdt met de invloed die televisie kijken heeft op zich ontwikkelende kinderen. Hij wilde in de eerste plaats weten of televisie kijken en het doen van videospelletjes de zelfde invloed hebben. Daarvoor volgde hij 1323 kinderen van 7 tot 10 jaar gedurende dertien maanden. De kinderen moesten vertellen hoeveel tijd ze per dag TV kijken en/of gamen. Dat werd gecheckt bij de ouders. Ook werden ze regelmatig onderzocht.
In de eerste plaats bleek dat de invloed van gamen en televisie kijken vergelijkbaar is. Maar er was meer. Kinderen die veel uren achter een scherm zitten hebben een twee keer zo grote kans om verschijnselen van ADHD te ontwikkelen. Als kinderen meer dan twee uur per dag achter het scherm zaten waren de aandachtsproblemen al te zien.
De verklaring van professor Gentile is dat televisie en spelletjes zo snel geworden zijn door snelle montage en met veel wisselende beelden, dat de hersenen bij tragere zaken de aandacht niet kunnen vasthouden. Gevolg is dat de kinderen onrustig worden. Op school gebeurt dat natuurlijk regelmatig, want zo leuk als een televisieprogramma kun je schooluren nooit maken.
“Als de hersenen gewend zijn aan voortdurende stimulering en steeds flikkerende lichten, veranderingen in geluid en camerahoek, of steeds onmiddellijke feedback vragen, zoals dat gebeurt in televisieprogramma’s en tijdens videospelletjes, dan is het moeilijk als kinderen in de klas zitten waar de leraar niet beschikt over een budget van een miljoen per aflevering, om de aandacht erbij te houden,” zegt Gentile.
Het onderzoek levert geen bewijs, maar professor Gentile zegt dat het niet onredelijk is om te geloven dat prikkels uit de omgeving het risico kunnen vergroten op condities zoals ADHD. Mocht hij gelijk hebben dan is het bijna cynisch dat dan de oplossing gezocht wordt in het temmen van de kinderen met psychostimulantia, die op de lange termijn heel weinig te bieden hebben. Dit zou beter onderzocht moeten worden en als er werkelijk een verband bestaat tussen schermtijd en aandachtsproblemen, dan zou je wensen dat kinderen daaraan minder blootgesteld worden om te voorkomen dat ze in probleemgevallen veranderen en in het medische circuit belanden.
Bron: zielenknijper.nl