Mogelijke verklaring gevonden voor de verdwijning van Beagle 2

Laatste wijziging: dinsdag 23 december om 21:08, 3039 keer bekeken
 
Groningen, dinsdag 23 december 2008

Het mysterie van de verdwijning van de verdwijning van de ruimtesonde Beagle 2 tijdens kerst 2003 is mogelijk opgelost, vijf jaar nadat het contact werd verloren en Beagle 2 de atmosfeer van Mars binnen ging. Een groep Australische wetenschappers beweert namelijk dat waarschijnlijk een verkeerde berekening tot gevolg heeft gehad dat Beagle 2 tijdens de afdaling in de atmosfeer van mars ongecontroleerd naar beneden tuimelde en opbrandde in de atmosfeer van Mars.

Tot aan nu werd het verlies van de sonde toegeschreven aan de algemene gebreken van een slecht bekostigde missie, maar ondanks een grondig onderzoek door ESA kon er geen duidelijke oorzaak worden aangewezen voor het verlies van de 50 miljoen pond kostende missie.

Beagle 2 was ontworpen om zichzelf te stabiliseren tijden de afdaling in de atmosfeer van Mars. Dit zou bereikt moeten worden door een goed ontwerp van de aerodynamica en het zwaartepunt van de sonde, en door Beagle 2 rondjes te laten draaien nadat het zich loskoppelde van Mars Express. Dit draaien genereert een gyroscopische kracht die schommeling tijdens de afdaling compenseert.

De ideale snelheid waarmee de ruimtesonde moest draaien was lastig te bepalen omdat de krachten die op een ruimtesonde werken hevig veranderen wanneer een ruimtesonde van het ijle bovenste gedeelte van de atmosfeer overgaat naar het dichtere onderste gedeelte van de atmosfeer. Het Beagle 2 team simuleerde de krachten in beide gedeelten van de atmosfeer, maar niet de krachten in het overgangsgedeelte. In plaats daarvan, schatten zij de krachten door middel van een wiskundig proces, een overbruggingsfunctie genaamd.

 

 

Na Beagle 2's verdwijning, hypersonisch experts Michael Macrossan en Madhat Abdel-Jawad van de universiteit van Queensland in Brisbane Australië simuleerden de overgang en de resultaten werden gepubliceerd in de Journal of Spacecraft and Rockets van deze maand.

Zij menen dat het nu duidelijk is dat Beagle 2 te snel draaide. De draaisnelheid zou alle problemen in het ijle gedeelte van de atmosfeer hebben gecompenseerd maar wanneer de atmosfeer dichter werd zou de snelheid tegen de zelfstabiliserende kracht hebben gewerkt.

Daardoor tuimelde Beagle 2 waarschijnlijk ongecontroleerd verder en brandde binnen een paar seconden op. "De draaisnelheid was gewoon te hoog", aldus Abdel-Jawad. "Het neutraliseerde de stabilisatie die je verwacht juist."

Arthur Smith, chief engineer aan Fluid Gravity Engineering te St Andrews, Groot Brittannië, die het originele stabiliteit onderzoek uitvoerde, die de data leverde aan het Australische team, zei dat recente studies ook hebben aangetoond dat atmosferische overbruggingsfuncties onnauwkeurig kunnen zijn.

“Het is een interessante analyse en wij gaan deze informatie in ons eigen model testen om te zien of ze gelijk hebben”, aldus Colin Pillinger die het Beagle 2 team leidde. Ze verwachten volgend jaar te weten of de analyses van het Australische team juist zijn.



Bron: astrostart