Neuropsychologische testen zijn onzinnig voor vaststellen adhd

Laatste wijziging: woensdag 21 april om 10:11, 6009 keer bekeken
 
Groningen, woensdag 21 april 2010

Neuropsychologisch onderzoek is zinloos om adhd mee vast te stellen. Met die stelling in het vaktijdschrift Kind en Adolescent Praktijk hoopt gz-psycholoog Yaron Kaldenbach een discussie uit te lokken over wat hij een ‘hardnekkig en kwalijk misverstand’ noemt. ‘Ieder jaar worden er honderden kinderen en volwassenen verkeerd gediagnosticeerd.’

Wat is neuropsychologisch onderzoek precies?
‘Het gaat hierbij niet om een MRI-scan, maar om testonderzoek dat naar allerlei cognitieve functies kijkt, zoals geheugen, aandacht en concentratie. Er bestaan allerlei tests om te meten hoe lang iemand zich bijvoorbeeld kan concentreren of er veel wisselingen in de aandacht zijn of iemand impulsief te werk gaat en of iemand bijvoorbeeld dingen goed kan onthouden.’

Hoe wordt dit onderzoek gebruikt bij het vaststellen van adhd?
‘Omdat adhd in de kern een stoornis is in het reguleren van je aandacht en impulsen, denken hulpverleners dat je dit kunt meten met zo’n test. Als mensen, zowel kinderen als volwassenen, daar slecht op scoren is dat volgens hen een aanwijzing voor adhd en als ze het goed doen, hebben ze geen adhd. Maar dat is een misvatting. Adhd is een stoornis die je op basis van gedragskenmerken in het dagelijks leven stelt. Al het beschikbare onderzoek laat zien dat zo’n test onvoldoende in staat is om bij individuele mensen de adhd’ers er uit te pikken en de niet-adhd’ers met rust te laten.’

Waarom niet?
‘Die testen zijn er gewoon niet goed genoeg voor. Impulsiviteit en concentratieproblemen zijn niet specifiek voor adhd. Ook mensen met bijvoorbeeld een depressie of schizofrenie scoren vaak slecht op een aantal neuropsychologische testen. Bovendien is adhd onder meer een stoornis in de prikkelverwerking. Deze tests neem je doorgaans af in een rustige kamer. Daarmee onderdruk je nu juist wat je wilt meten, want een aantal adhd’ers kan zich in zo’n rustige kamer vaak nog best aardig concentreren. Het gaat juist mis in de schoolklas of bijvoorbeeld in het verkeer omdat ze in dergelijke prikkelrijke situaties moeite hebben met het filteren.’

Waarom is het een kwalijk misverstand?
‘Het is een zinloos onderzoek in het licht van de vraag die gesteld wordt. Met dit onderzoek proberen mensen vragen te beantwoorden die ze helemaal niet kunnen beantwoorden. Het is zonde van de tijd van de cliënt en er is ook nog een hoop belasting- en verzekeringsgeld mee gemoeid. Vaak duurt het een aantal weken voordat je de uitslag hebt. Dat is zonde want in die tijd wordt meestal nog geen hulp gestart. Het is dus duur en vertragend en dat is in een tijd van financiële krapte en wachtlijsten niet te verantwoorden.’

Worden er ook verkeerde diagnoses gesteld?
‘Ja, enerzijds krijgen mensen ten onrechte de diagnose adhd en anderzijds zijn er mensen met adhd waarbij het niet wordt vastgesteld omdat het niet ‘uit de test kwam’. Het is een wijdverspreid misverstand. Sommige ggz-instellingen doen bij de intake standaard zo’n onderzoek om vast te stellen of er sprake is van adhd. Ik schat dat er jaarlijks honderden kinderen en volwassenen hierdoor verkeerd gediagnosticeerd worden.’

In de Multidisciplinaire richtlijn ADHD staat toch al dat een psychodiagnostisch onderzoek niet noodzakelijk is om adhd vast te stellen?
‘Ja, daarom het is ook bijzonder dat het nog zoveel gebeurt. Als je dat nog steeds doet, kun je eigenlijk niet anders dan concluderen dat je je vak niet goed hebt bijgehouden. Maar het is dus wel de praktijk dat mensen die testen hardnekkig blijven doen. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat niemand hier eerder een soort relletje om heeft willen ontketenen.’

U bent bij ggz-instelling Altrecht Jeugd coördinator Psychodiagnostiek. Wat doet u anders?
‘Op de poli adhd en gedragsstoornissen doen we soms wel degelijk dergelijke onderzoeken en dat kan ook heel zinvol zijn, maar niet om adhd vast te stellen. Daar zijn namelijk hele duidelijke diagnostische criteria voor ontwikkeld. Die staan in de DSM en die moet je gewoon volgen. Dat betekent in het geval van kinderen dat je de ouders moet spreken over nu en vroeger, het kind gaat observeren en school betrekt. Een neuropsychologisch onderzoek kan waardevol zijn om een sterkte/zwakte-analyse te maken van een kind en handelingsgerichte adviezen te formuleren voor de praktijk. Het kan dus prima iets toevoegen, maar het helpt je niet om te bepalen of iemand nou wel of geen adhd heeft.’ (BP)

Lees hier het artikel dat Yaron Kaldenbach schreef voor vaktijdschrift Kind en Adolescent Praktijk

Bekijk hier de Multidisciplinaire richtlijn ADHD



Bron: psy.nl