We kunnen ook minder geld aan buitenland geven

Laatste wijziging: zaterdag 3 april om 16:12, 5239 keer bekeken
 
Groningen, zaterdag 3 april 2010

Er moet minstens 15 miljard en misschien wel 65 miljard euro bezuinigd worden. Wat onderbelicht blijft, is dat Nederland dolgraag aardig gevonden wil worden in het buitenland. Ook daar kan voor miljarden op worden bespaard

Bij alle ideeën voor bezuinigingen gaat de grote opwinding over de hypotheekrente, de eigen betalingen in de gezondheidszorg en lagere uitkeringen. En wat dat allemaal voor inkomensgevolgen heeft. Dat is logisch. Maar wat bij die opwinding vergeten dreigt te worden, is dat Nederland ook een van de grootste subsidiegevers aan het buitenland is. Daar is al met al meer dan 22 miljard euro aan belastinggeld mee gemoeid.

Goed gevoel
Zo is Nederland samen met een enkel Scandinavisch land verhoudingsgewijs de grootste gever van ontwikkelingshulp ter wereld. Kosten: 5 miljard euro. Voor die hulp zijn nauwelijks redelijke argumenten te vinden, behalve dat het een goed gevoel geeft om te geven. Maar: burgers die een goed gevoel krijgen bij geven kunnen heel goed zelf de portemonnee trekken.

Dat hoeft de overheid niet voor ze te doen. Ambtenaren die moesten uitzoeken of hier bespaard kon worden kwam niet verder dan de 1 miljard, waarvoor ze opdracht hadden gekregen. Maar bij een halvering van de 5 miljard geeft Nederland omgerekend nog altijd net zo veel hulp als de buurlanden.

Nederland is omgerekend ook de grootste nettobetaler van de Europese Unie. Dat is al vijftien jaar zo. Het kost de belastingbetaler 6,5 miljard euro, waar dan wel enkele miljarden voor terugkomt aan landbouwsubsidies en werklozenprojecten. In 1999 en in 2005 werd na lang onderhandelen in totaal al 1,8 miljard teruggewonnen. Er kunnen nog zeker één of meer miljarden van af. In geen enkele van de bezuinigingsplannen van de laatste dagen werd daar over gerept.

Krijgsmacht
Een wat heikeler punt is Defensie. Die kost 8,5 miljard. Nu mag de krijgsmacht wat kosten, als die doet waarvoor die bedoeld is, namelijk de veiligheid van Nederland en de Nederlanders waarborgen. Dat was tot twintig jaar geleden vanzelfsprekend. Maar in de jaren negentig slopen er allerlei nieuwe taken in. De krijgsmacht moest ook ingezet worden voor natuurrampen en ongeregeldheden in verre landen, waarbij de Nederlandse nationale veiligheid helemaal niet in het geding is. Defensie werd zo deels ook een soort ontwikkelingshulp.

Nederland nam vervolgens eind jaren negentig, als enige land ter wereld, in de Grondwet op dat de krijgsmacht ook tot taak had de internationale rechtsorde te bevorderen en te handhaven. Dat was een grote fout. Oud-minister Gerrit Zalm, die eerder deze week ‘verkenningen’ over Defensie presenteerde, haalde dat merkwaardige grondwetsartikel bovendien aan als reden om niet te kunnen bezuinigen op Defensie. Dat was kletskoek, maar die kletskoek kost impliciet wel miljarden.

Invloed
Als die buitensporige uitgaven voor het buitenland worden door diplomaten en politici verdedigd omdat die nodig zijn voor het ‘aanzien’ en de ‘invloed’ van Nederland in de wereld. Ze bedoelen dan, dat die miljarden nodig zijn voor hun eigen aanzien en invloed.

Laten politieke partijen die het daar mee eens zijn dan gewoon openlijk miljarden in hun programma zetten voor ‘aanzien’ en ‘invloed’ in plaats van voor ontwikkelingshulp, Europa en Defensie. Dan kunnen burgers die hun belastinggeld graag uittrekken voor aanzien en invloed van ambtenaren en politici in het buitenland daar bij de verkiezingen rekening mee houden. En omgekeerd, natuurlijk.



Bron: elsevier.nl