Waarom zoeken we oorlog?

Laatste wijziging: zondag 7 februari om 20:48, 3285 keer bekeken
 
Groningen, zondag 7 februari 2010

Een reden waarom de VS voortdurend in oorlog is, is dat zijn leiders "nooit worden aangehouden om eventuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid af te leggen over hun daden”, schrijft een decaan van een faculteit der rechtsgeleerdheid.

Amerika heeft na de Tweede Wereldoorlog Duitse en Japanse oorlogsmisdadigers opgehangen "maar geen Amerikaanse leider wordt door Amerika aangehouden om strafrechtelijke verantwoordelijkheid af te leggen, ongeacht de achterbaksheid van hun gedrag", schrijft Lawrence Velvel, decaan van de Massachusetts School of Law in Andover*.

"En we natuurlijk laten we geen ander land of instituut ze strafrechtelijke verantwoordelijk houden voor het afgrijselijke gedrag”, schrijft Velvel in zijn schoolmagazine “Long Term View". Inderdaad, hij merkte op dat president George W. Bush "met vooruitziende blik weigerde Amerika deel te laten nemen aan het Internationaal Strafhof of het te ondersteunen”, zodat de Amerikanen niet berecht kunnen worden voor hun daden."

“Waarom zouden oorlogszuchtige leiders geen oorlogen beginnen, voor elke reden die hen uitkomt, hoe misleidend of verwerpelijk dan ook, als ze weten dat ze achteraf de oorlog kunnen rechtvaardigen als enig aanvechtbaar criterium later opduikt ... en ze weten ook dat zij niet geconfronteerd worden met de mogelijkheid van strafrechtelijke verantwoordelijkheid ongeacht hoe verschrikkelijk hun gedrag was?" vraagt Velvel.

In Vietnam bijvoorbeeld veroorzaakte Amerikaanse leiders de dood van duizenden van hun eigen mannen en enkele miljoenen Vietnamese nadat ze al wisten dat ze waarschijnlijk de grootste fout in de Amerikaanse geschiedenis hadden gemaakt. Velvel schrijft: "Onze topmilitairen maakte vrije vuurzones waar de burgers op zicht werden gedood en bombardeerde en ontbladerde in ongekende omvang”. In Irak ontketende onze leiders "een afschuwelijke terreur uit de lucht en creëerde een tot nu toe grondig gedestabiliseerde naoorlogse samenleving, en dan, als al hun andere mythen hebben aangetoond dat het mythen zijn, met terugwerkende kracht de oorlog te rechtvaardigen door te zeggen dat we verlost zijn van een algemeen erkende gruwelijke dictator, zijn even gruwelijke zonen en zijn gehele afschuwelijk regering".

Velvel zegt dat de leiders weinig of geen ervaring op het slagveld hebben dat hun oorlogszuchtige inzichten zouden kunnen beteugelen. "Dit is een tijdperk ... waar de Amerikaanse oorlogen voornamelijk worden gevochten door de armen en de lagere middenklasse, terwijl de presidenten die ze opzettelijk ontdoken ze vrolijk wegsturen om te sterven en nooit hun eigen kinderen of kinderen van hun collega's wegsturen om te sterven".

Voorbeelden van oorlogszuchtige presidenten en hun hoge hulpen die nooit in ruime mate gevechten hebben gezien, zegt Velvel. Deze zijn inclusief president Lyndon Johnson, zijn minister van Defensie Robert McNamara, president Richard Nixon en zijn minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger, presidenten Ronald Reagan, Bill Clinton en George W. Bush, evenals Bush Vice-president Dick Cheney, minister van defensie Donald Rumsfeld en zijn plaatsvervanger Paul Wolfowitz. (Opmerking: Als congreslid vloog Johnson als waarnemer tenminste één WWII gevechtsmissie).

Overmoed, schrijft Velvel, is een andere reden dat Amerika meestal in oorlog is. Gedefinieerd als "overdreven trots of zelfvertrouwen", de gebruikelijke overtuiging is: "Wij zijn Amerika. We kunnen alles doen. We hebben nog nooit een oorlog verloren --- een verklaring die voor Viet Nam gemaakt zou kunnen worden".

Oorlogszuchtigheid gecombineerd met hoogmoed, arrogantie, zorgeloosheid en domheid in een leider resulteren vaak in rampzalige beslissingen. "Het was overmoed dat veroorzaakte dat mensen denken dat huidige moslims, vooral Arabieren, niet kunnen vechten toen we twee keer plannen maakte om Irak te bestrijden", schrijft Velvel. Het is hoogmoed van een president om te zeggen, zoals George W. Bush deed, "Bring it on" terwijl hij persoonlijk de strijd ontdook tijdens Viet Nam.

Nog een reden voor oorlog, schrijft Velvel, is omdat het Amerikaanse publiek wordt voorgelogen door zijn leiders. Velvel citeert het Golf van Tonkin debacle toen naar men zei Vietnamese torpedoboten Amerikaanse torpedobootjagers zouden hebben aangevallen en de bewering van de latere Bush regering dat Irak massavernietigingswapens zou bezitten. Beide beweringen bleken later ongegrond. De reden waarom deze bizarre claims zijn doorgedrukt is dat de VS probeert haar vooraanstaande macht en invloed te handhaven, schrijft Velvel.

*De Massachusetts School of Law in Andover is een non-profit faculteit der rechtsgeleerdheid die doelbewust gewijd is aan de opleiding van studenten uit minderheden, immigranten en gezinnen met lage inkomens die anders niet de mogelijkheid zouden hebben om een juridische opleiding volgen.

Originele bron: www.globalresearch.ca



Bron: zaplog