We hebben een geliefde ontmoet, willen graag met hem of haar samenzijn, maar het kan niet zo zijn. We raken onrustig, misschien zelfs gefrustreerd en zeggen “ik verlang naar …” of “ik mis …. “. Is dat werkelijk waar? Missen we werkelijk die ander? Of missen we iets anders?
Verlangen we naar die ander, of verlangen we naar een toestand die we hopen te ervaren? Eerst eens kijken of we verlangen naar de fysieke persoon, in onze gedachten maken we deze persoon dood, maar laten het lichaam volledig in tact. Een pop versie dus van de persoon waar we naar verlangen. Verlangen we naar deze pop? Nee… dat lijkt me niet, zelfs niet als we alles met die pop kunnen doen wat we willen, we kunnen zoenen, knuffelen, vrijen, alles kan, maar nog steeds krijg ik niet het idee dat ik verlang naar die pop. Dus het is niet de fysieke persoon waar we naar verlangen. Zelfs al voorzien we de pop van de meest moderne robot technieken en reageert interactief op onze avances, nog steeds is het niet datgene waar we naar verlangen.
Is het dan wat die persoon doet, waar we naar verlangen? Misschien is die persoon wel heel goed in zorgen, klussen, sex, autorijden, geld verdienen, noem maar op. Het moge duidelijk zijn dat we nog steeds heel dicht bij een robotpop zitten, en dat dit niet hetgeen is waar we naar verlangen. In onze gedachten maken we onze robotpop nog geavanceerder, niet alleen fysiek dezelfde persoon, maar ook in talenten en in karakter. Want misschien is het wel het karakter waar we naar verlangen.
We stoppen alle karakter trekken in onze robotpop, de pop kan nu boos zijn, lief doen, grapjes maken, gekke bekken trekken, hulpbehoevendheid uitstralen, alle karakters van onze geliefde zijn in de pop aanwezig… zijn we nu tevreden? Is de pop met alle eigenschappen van onze geliefde nu datgene waar we naar verlangen? In de pop zit een warmte pompje zodat de temperatuur van de pop helemaal gelijk is aan het menselijke lichaam, en de huid is van het modernste latex… geen twijfel mogelijk, onze pop is een identieke replica van onze geliefde.
Zolang we echter beseffen dat het een pop is zullen we niet tevreden zijn, pas wanneer we niet meer beseffen dat het een pop is, zullen we deze verschijning verwarren met onze geliefde en van de pop gaan houden. Oftewel onze gedachten bepalen of we van deze persoon houden of niet, niets geen zielsverwantschap, of kosmische binding, maar gewoon ons eigen innerlijk bepaalt dit. Ons denken ervaart iets en denkt dat deze ervaring voortkomt uit datgene wat buiten hem is, zonder te beseffen dat de ervaring voorkomt uit het dieper gelegen onderbewustzijn.
Ga nog eens terug naar de persoon waar je naar verlangt. Ga eens na wat is nu precies waar je naar verlangt, welke woorden komen in je op? Misschien denk je nu “die ander maakt me aan het lachen” Verlang je dan ook naar John Cleese? Of denk je “die ander is zo zacht” Verlang je dan ook naar een knuffelbeer? Of je denkt “die ander is zo wijs” Verlang je dan ook naar de Dalai Lama? … is het misschien dat je uitkomt bij het feit dat die ander je zo’n fijn gevoel geeft?
Het gaat dus om het gevoel wat die ander je geeft. Maar geeft die ander jou een gevoel? Gevoel is toch iets wat in je is, dus jouw innerlijk geeft je een gevoel wat jij fijn vindt en jouw innerlijk geeft dat omdat het je wil vertellen dat het gekregen heeft wat het nodig had. Huh…????? Maar daar zijn we net naar op zoek geweest, en we konden niet ontdekken wat we nodig hadden, er is niks wat die ander ons geeft wat we nodig hebben en niet in onszelf kunnen vinden, behalve dan dat fijne gevoel. En dat fijne gevoel is dus wel in ons, want we kregen het niet van de ander, maar ontstond in ons zelf.
Ergens wordt ons bewustzijn behoorlijk in verwarring gebracht, er was geen fijn gevoel omdat het niet in contact stond met het eigen innerlijk, dus zoekt het vervulling in de buitenwereld, door de gedachte dat die vervulling gevonden is, komt de mens tot rust en stroomt het fijne gevoel weer vanuit het innerlijk door ons heen. Een gevoel wat er dus eigenlijk altijd al was, maar enkel door de vergetelheid niet bewust ervaren werd.
Het gebrek, de behoefte naar een ander is dus een totaal zelfgeschapen illusie die ervoor zorgt dat we ons niet fijne gevoel niet kunnen voelen, het was er altijd al, klop maar op de deur van het innerlijk en er kan zoveel fijn gevoel door je heen stromen als je maar wil. Maar je eigen denken is degene die de innerlijke deur tegenhoudt omdat je het wil vinden via de deur naar buiten.
Bron: droomvrienden