Ingenieurs van de ruimtevaartorganisatie NASA hebben de stofkap van de onlangs gelanceerd telescoop Kepler met succes af weten te werpen. De missie van het vaartuig is een belangrijke stap in de zoektocht naar het antwoord op de vraag of er in het nabijgelegen deel van het universum planeten aanwezig zijn die veel overeenkomsten vertonen met de aarde.
De ruimtetelescoop, welke op 6 maart jongstleden vertrok vanuit Cape Canaveral in Florida, zal in de komende jaren meer dan honderdduizend sterren in ons melkwegstelsel onder de loep nemen waarvan gedacht wordt dat ze omcirkeld kunnen worden door een planeet die zich in de ‘bewoonbare zone’ van de ster, een relatief warm gebied waar vloeibaar water voor kan komen, bevindt. Diens belangrijkste instrument, een zogeheten licht- of fotometer, bevat met 42 CCD-chips de grootste camera die ooit de ruimte in is gebracht.
Met behulp van dit apparaat zal men op zoek gaan naar sterren waarvan het licht voor een deel geblokkeerd wordt door een planeet die tussen diens moederster en de aarde in staat. De ovaalvormige stofkap beschermde het instrument tijdens en na de lancering tegen vervuiling en wist verstrooid licht, dat de telescoop binnen kon dringen en gevoelige detectors had kunnen beschadigen, buiten te houden. Nu de ruis die de chips van Kepler genereren in kaart is gebracht en deze in de toekomst uit de wetenschappelijke gegevens gefilterd kunnen worden, is men klaar voor de jacht op een tweede aarde.
Meer informatie: 'Dust Cover Jettisoned From NASA's Kepler Telescope' (JPL)
Bron: astroversum